“Enkel door samen te werken kunnen we armoede aanpakken”
Lovend en kritisch voor Zuhal Demir
“Willen we armoede succesvol bestrijden, dan moet er meer worden samengewerkt. Tussen ministers in zowel de federale als de Vlaamse regering. Tussen regeringen. En met de armoedeorganisaties op het werkveld.” Dat zegt CD&Vvolksvertegenwoordiger Nahima Lanjri. De Antwerpse Nahima Lanjri is de woordvoerster van de CD&V in de Kamer wanneer het gaat over armoede, gelijke kansen en gehandicaptenbeleid. Wanneer zij spreekt, luistert iedereen. Want ze weet waarover ze het heeft. En dus keek iedereen vorige woensdag uit naar haar tussenkomst bij de bespreking van de beleidsverklaring van Zuhal Demir over deze zaken. Helaas was er toen geen tijd meer. Ze komt pas volgende week aan het woord. Maar wij konden niet wachten. Nahima Lanjri: “1,6 miljoen Belgen hebben met armoede te maken. De cijfers tonen duidelijk aan dat de strijd tegen armoede erg belangrijk is. Maar het is een moeilijke strijd. Men moet op vele vlakken tegelijk werken. We hebben het dan over inkomen, werk, gezondheidszorg, onderwijs en toegankelijkheid tot zaken zoals cultuur.”
Dat betekent samenwerken.
“Meer dan ooit. Daarvoor is er een interministerieel conferentie die in principe minstens twee keer per jaar moet bijeenkomen en waarin ministers van de federale en de regionale regeringen hun beleid op elkaar afstemmen en afspraken maken. Onder Elke Sleurs is die nooit bijeengekomen. Ik hoop dat haar opvolgster Zuhal Demir daar wel werk van maakt. En dat ze ook overlegt met de armoedeverenigingen. Zij zijn de belangenverenigingen van de mensen in armoede, kennen de problemen en weten vaak ook welke de beste oplossingen zijn.” “Ik verwacht niet dat Zuhal Demir alleen het probleem oplost. Het is de verantwoordelijkheid van alle ministers en regeringen. Ze moet wel de trekker willen zijn en constant iedereen op zijn verantwoordelijkheid wijzen. Er moet zo snel mogelijk een armoedetoets komen, waarbij elke regeringsbeslissing getoetst wordt op haar gevolgen voor mensen in armoede. Dat is ook afgesproken in mijn resolutie over armoedebestrijding die in het parlement werd goedgekeurd.”
Wat moet de ambitie zijn?
“Zuhal Demir wil zich niet vastpinnen op cijfers. Het klopt, ze kan daarop worden afgerekend. Maar ik vind dat ze dat wel moet doen, want ook de armoedeorganisaties worden afgerekend op hun resultaten. Volgens de Europese 2020-doelstellingen moeten we in ons land 360.000 mensen uit de armoede halen. Haar voorgan- ger Elke Sleurs gaf in haar beleidsnota nog mee dat ze 80.000 kinderen uit de armoede wou halen. Dat staat allemaal niet meer in de beleidsverklaring van Demir. Waarom niet? Het blijft een Europese afspraak die we met alle mogelijke middelen moeten proberen te realiseren.”
De klemtoon die Zuhal Demir wil leggen, is op de alleenstaande moeders.
“Dat vind ik uitstekend. Eén alleenstaande moeder op de drie loopt een armoederisico. Dat geldt a fortiori voor hun kinderen. Over het algemeen leeft één kind op de vijf in armoede. Zuhal Demir spreekt niet langer over kinderarmoede, maar wel over gezinsarmoede. Uiteraard woont elk kind in een gezin. Toch vind ik dat ze de term kinderarmoede had moeten aanhouden. Die is dwingender dan gezinsarmoede. Noem het kind bij naam.”
Werk en inkomen blijven het belangrijkste?
“Dat is ook zo. We moeten mensen in armoede maximaal begeleiden naar werk. Dat moet vooral via maatwerk gebeuren, omdat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft. Zuhal Demir moet er ook over waken dat de uitkeringen worden opgetrokken tot het niveau van de Europese armoedegrens. Dat staat trouwens in het regeerakkoord. En de toegankelijkheid tot het DAVO - de dienst die de alimentatie-uitkeringen voorschiet wanneer de partner niet kan of wil betalen - moet opnieuw groter worden. De aanvragen zouden opnieuw via het OCMW moeten kunnen. En dan is er nog iets dat ik wil zeggen. Zuhal Demir wil komen tot een automatische toekenning van alle rechten. Hier sta ik voor de honderd procent achter. Ook dat heb ik aangebracht in mijn resolutie armoedebestrijding.”