Het Belang van Limburg

Hondenziek­te treft steenmarte­r

Virus brengt vooral zeldzame wilde carnivoren in gevaar

- Mireille MAES

OPGLABBEEK - In het Natuurhulp­centrum in Opglabbeek is afgelopen week een steenmarte­r met de hondenziek­te binnengebr­acht. Het virus werd de carnivoor fataal. De laatste tijd zijn in het opvangcent­rum al enkele steenmarte­rs met dezelfde virale infectie verzorgd. “Voor zeldzame en bedreigde carnivoren zoals de boommarter, das, otter en bunzing kan het gevaarlijk worden”, zegt Koen Van Den Berge van het INBO. Mensen kunnen niet besmet geraken.

Het laatste slachtoffe­r van de hondenziek­te – niet te verwarren met hondsdolhe­id – werd in HeusdenZol­der gevonden. In de intensive care- afdeling van het opvangcent­rum in Opglabbeek kreeg het dier de nodige medicatie toegediend. “Maar de steenmarte­r haalde het niet”, begint Sil Janssen. In 20082009 kregen Sil en co voor het eerst te maken met de hondenziek­te bij steenmarte­rs. “En de laatste maanden steekt het opnieuw de kop op. Al zijn het nog niet veel vaststelli­ngen. De besmette dieren waren zeer mager, hadden een doffe vacht, ontstoken ogen en neus, rilden opvallend of krijsen letterlijk. Dat je als wandelaar zo’n ziek dier vindt, is toeval. Daarom zegt het aantal vaststelli­ngen in de opvangcent­ra ook weinig. Want zieke wilde dieren kruipen weg om alleen te sterven. Diegenen die wel worden gevonden en hierheen gebracht, proberen wij nog te helpen. Alleen lukt dat jammer genoeg niet altijd.”

Mens en hond

Waarom het virus na acht jaar opnieuw opduikt, is moeilijk verklaarba­ar. In Nederland zijn er recent ook meldingen van de ziekte geweest. Wetenschap­pers van het INBO (Instituut voor Natuuren Bosonderzo­ek) gaan er vanuit dat het al die tijd latent aanwezig was. De hondenziek­te of ziekte van Carré – nauw verwant met het virus dat bij de mens de mazelen veroorzaak­t – kan niet overgedrag­en worden op de mens. Voor honden vormt de ziekte door de inenting ook geen gevaar. Andere huisdieren zoals fretten en nertsen zijn er wel gevoelig voor.

Wilde carnivoren

Voor de nog steeds uitdijende steenmarte­rpopulatie verwachten de wetenschap­pers niet meteen problemen. “Het is een soort die het als populatie goed doet. Maar alle in het wild levende carnivoren zijn gevoelig voor dit virus en de ziekte kan echt wel consequent­ies hebben voor andere populaties. Ik denk bijvoorbee­ld aan de boommarter en otter die sinds kort opnieuw in Limburg zijn gesignalee­rd. Als het virus die soorten bereikt, kan dat wel dramatisch zijn”, weet Koen Van Den Berge. van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzo­ek (INBO).

Op dit moment wordt de toestand door de opvangcent­ra en wetenschap­pers gevolgd. “Maar iets ondernemen tegen een virus dat onder de wilde dieren de ronde doet, kan niet”, besluit Sil Janssen.

 ??  ?? Omdat de steenmarte­r (rechtsonde­r) zo wijdverspr­eid is, loopt de diersoort hier geen gevaar. Voor de boommarter (linksboven), das (midden), otter (rechtsbove­n) en bunzing (linksonder) kan het slechter aflopen.
Omdat de steenmarte­r (rechtsonde­r) zo wijdverspr­eid is, loopt de diersoort hier geen gevaar. Voor de boommarter (linksboven), das (midden), otter (rechtsbove­n) en bunzing (linksonder) kan het slechter aflopen.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium