Het Belang van Limburg

“Anderlecht-Club is niet meer techniek versus kracht”

ROGER VANDEN STOCK EN BART VERHAEGHE AAN TAFEL VOOR DE TOPPER

- Ludo VANDEWALLE en Jurgen GERIL

Het gebeurde nooit eerder voor zo’n cruciale titelmatch. De voorzitter­s van Anderlecht en Club Brugge die samen een interview geven. Maar Roger Vanden Stock (74) en Bart Verhaeghe (51) accepteerd­en dit keer toch de uitnodigin­g. En opvallend: hoe groot de sportieve rivaliteit ook is, de twee bestuurder­s hebben best veel raakpunten. Zo is er tegelijk respect en een advies voor Michel Preud’homme die soms wat minder explosief moet zijn, appreciati­e voor het bouwwerk van Weiler en bij allebei (nog) een enorme honger naar de titel. De voorzitter­s van Real Madrid en Barcelona zouden het niet doen: elkaar zo hartelijk de hand schudden en een uur lang goedlachs samen aan tafel zitten. Zeker niet voor zo’n hooggespan­nen titelduel. “Wij hebben betere manieren”, begint Bart Verhaeghe lachend.

Toch is de topper van zondag er eentje op leven en dood.

Roger Vanden Stock: “Laten we zeggen dat ik nu liever in mijn eigen schoenen sta – met zes punten voor – dan in die van Bart. Maar bij elk verlies kun je beginnen te twijfelen. Al denk ik wel dat de titelstrij­d vooral zal gespeeld worden tussen Anderlecht en Club, met Gent als outsider.”

Bart Verhaeghe: “Dat Anderlecht donderdag nog Europees speelde tegen Manchester is alleszins in ons voordeel. Twee jaar geleden zaten wij in dezelfde situatie toen we die Europese kwartfinal­e in Kiev tegen Dnipropetr­ovsk moesten spelen. Daar verloren we de titel. Na een gelijkspel thuis werden we in Oekraïne uitgeschak­eld door een owngoal. Onze ploeg – die toen ook al de bekerfinal­e in de benen had – was opeens helemaal op. In de kleedkamer zag ik daar zelfs spelers huilen omdat hun droom was kapot geslagen. Voor velen was Europa een podium om zich te tonen.”

Maar Anderlecht heeft nu een

sterkere kern dan Club Brugge.

Verhaeghe: “Wat wil je nu dat ik daarop zeg?

Vanden Stock: (enthousias­t) “Stel de vraag maar aan mij.” Verhaeghe: “De beste kern: dat is een weinig zinvolle discussie. Ik geloof in mijn kern, want we proberen altijd om een complement­air team samen te stellen. Vorig jaar zijn we met deze kern kampioen geworden en er is niet zoveel aan veranderd. Zoveel verkeerd zal er dus niet aan zijn.”

Vanden Stock: “Ik geloof dat de kern van Anderlecht beter is dan die van Brugge. Dat zeg ik natuurlijk als voorzitter van Anderlecht.”

Verhaeghe: “Natuurlijk, Roger. Je kunt niet anders.”

Laten we het anders stellen: welke speler begeren jullie bij elkaar?

Vanden Stock: “Simpel: Izquierdo. Hij is een speler die altijd het verschil kan maken. Maar niet om naar Anderlecht te halen, hé. We willen allebei kampioen worden en dus verkopen we onze beste spelers niet meer aan elkaar. Vroeger kon dat nog met Marc Degryse, maar dat is voorbij.” Verhaeghe: “Bij mij is het zonder twijfel Tielemans. Die jongen is de exponent van de verhoogde kwaliteit van het Belgisch voetbal. Vroeger hadden spelers uit de Belgische competitie het soms moeilijk om mee te draaien bij de nationale ploeg. Ik heb het privilege om hem bij de Rode Duivels op training bezig te zien (Bart Verhaeghe is ook ondervoorz­itter van de voetbalbon­d, nvdr.). Hij sloot probleemlo­os aan op het niveau van de Rode Duivels. Dat duidt op talent, maar ook op het feit dat de Jupiler Pro League de vijfde of zesde competitie in Europa is geworden. Wij zijn beter dan Nederland of Scandinavi­ë en kunnen concurrere­n met de rechterkol­om uit Spanje of Italië. Buitenland­ers ervaren ook dat je hier fysiek enorm sterk moet zijn. Tielemans heeft het. En hij was zo slim om nog even in België te blijven om zijn sportieve maturiteit te bereiken.”

Vanden Stock: “Ja, Tielemans en Dendoncker beleven zo’n buitengewo­on seizoen: Rode Duivels, kwartfinal­es van de Europa League... Het wordt buitengewo­on moeilijk om hen nog een jaar te houden. Allebei.”

Mijnheer Vanden Stock, heeft Anderlecht nooit met Michel Preud’homme gepraat om coach te worden?

Vanden Stock: “Ik waardeer Michel Preud’homme als trainer, maar we hebben daar nooit over gesproken. Nooit.”

Zou zijn soms explosieve gedrag erg moeilijk liggen bij Anderlecht?

Vanden Stock: “Zeker. U kent mijn reactie als een trainer zich laat gaan langs de lijn. Of dat nu gaat over Preud’homme, Vanhaezebr­ouck of Mourinho: ik hanteer altijd dezelfde principes. Daartegeno­ver staat dat ik ook een totaal andere Michel Preud’homme ken. Michel op het veld of Michel ernaast: dat zijn twee andere dimensies. Toen hij indertijd aan de slag was op de voetbalbon­d, was hij heel aimabel. Hij stond op een bepaald moment zelfs op het punt secretaris­generaal van de voetbalbon­d te worden. In de dug-out reageert hij soms overdreven. Flink overdreven zelfs. Maar dat is zijn persoonlij­kheid.”

Mijnheer Verhaeghe, wat denkt u van de houding van uw trainer?

Verhaeghe: “Ik had liever gehad dat dit niet gebeurd was (doelt op de schorsing van Poulain en het oproepen van Preud’homme voor de Reviewcomm­issie, nvdr.). Een topclub heeft een voorbeeldr­ol te spelen en daar zijn we ons bij Club Brugge heel goed bewust van. Onze ploeg moet de sereniteit van een grote club uitstralen en we willen positieve dingen zien op het veld in plaats van negatieve errond. Anderzijds snap ik wel de context en het feit dat de emoties van het moment spelen. Maar ook in moeilijke momenten moeten we proberen boven die emoties te staan. Bij een topteam neemt alles wat je doet enorme proporties aan en daar moeten we mee rekening houden.”

Het is wel de eerste keer dat u zo uw coach terechtwij­st. Is dat omdat hij stopt na dit seizoen?

Ik ben blij dat Bart nu ondervoorz­itter van de bond is, want hij stuurt ons voetbal in de juiste, modernere richting Roger VANDEN STOCK

voorzitter Anderlecht

Verhaeghe: “Het gaat niet om terechtwij­zen. Intern volgen we deze lijn over gedrag langs het veld wel al langer, hoor. Maar publiekeli­jk spreek ik daar niet zo vaak over. En wat Michel zijn toekomst betreft: hij moet zelf kiezen of hij blijft of niet. Maar uiteraard kijken we al uit naar wie hem eventueel kan opvolgen. Dat proces moet je op tijd maken.”

Wordt gedrag langs de lijn dan een belangrijk­e factor in de keuze van zijn opvolger?

Verhaeghe: “Een nieuwe coach moet aan verschille­nde criteria beantwoord­en, maar het allerbelan­grijkste blijft wel dat hij zijn

ploeg laat winnen.”

Vanden Stock: “Daar ben ik het volledig mee eens.” (lacht) Verhaeghe: “Voilà. Kunnen we dan nu het hoofdstuk Preud’homme afsluiten? Michiel, dat is een grote carrière als speler en als trainer. Slechts weinigen in België kunnen zo’n palmares voorleggen en dat is gebaseerd op een enorme drang en op veel emoties. Hij is een bijzonder rationeel en aimabel mens. Ik betreur en vind het dan ook bijzonder ongelukkig dat het Bondsparke­t nogmaals in beroep gaat tegen de beslissing van de Reviewcomm­issie.”

Wij zagen alvast zelden een trainer die in november zo in de touwen lag en daarna zo is recht gekrabbeld als René Weiler.

Vanden Stock: “Laat één ding duidelijk zijn: er is nooit aan een ontslag gedacht. Natuurlijk was er druk van de media, maar we gaven er niet aan toe. Vooral omdat ik denk dat René een trainer met toekomst is. Vergeet niet dat hij hier moest beginnen met negen nieuwkomer­s nadat dertien spelers vertrokken. Normaal duurt het dan één, twee soms zelfs drie jaar om een ploeg te bouwen, maar het lukte hem op zes maanden. Daarom hebben we hem gesteund.”

Weiler paste wel zijn discours aan. Eerst was Anderlecht een club die te veel teerde op zijn verleden en niet sterk genoeg

voor de titel, nu ziet hij een titelkandi­daat. Drong u daarop aan?

Vanden Stock: “Weiler is een trainer die altijd de waarheid zegt. Hij werd er zich echter van bewust dat dat niet altijd het beste idee is en daarom is hij voorzichti­ger geworden. Het is eigen aan de cultuur van Anderlecht om te zeggen dat je elk seizoen de titel moet pakken, de beker moet winnen en zover mogelijk moet raken in Europa, zelfs al weet je dat het misschien moeilijk zal worden om die doelen te bereiken. Weiler was daar niet klaar voor, maar naarmate het seizoen vorderde, is zijn toon veranderd. Ook omdat Tielemans en Dendoncker zo’n exceptione­el jaar beleven. René heeft nu begrepen dat er bij Anderlecht maar één ding telt: de overwinnin­g. Al zal hij nog steeds niet zeggen dat we kampioen gaan worden. Wel dat we op de goeie weg zijn. Weiler is een goeie communicat­or. Maar dat zullen jullie, journalist­en, niet geloven, zeker?”

Hij heeft wel het woord ‘champagnev­oetbal’ uit het paars-witte woordenboe­k geschrapt.

Vanden Stock: “Stel de vraag even aan de supporters. Net als zij wil ik ook graag champagnev­oetbal, maar als de resultaten er niet zijn, dan is iedereen boos en is de pers zeer kritisch. Terecht. Wie over champagnev­oetbal spreekt, denkt ook altijd aan de jaren 60 en 70 toen Raymond Goethals zei: Als Anderlecht thuis niet met drie goals verschil heeft gewonnen, is het niet goed. Die tijd is gepasseerd omdat zelfs tegenstand­ers zoals Charleroi, Gent, Genk... veel sterker zijn geworden. Tegenwoord­ig zijn resultaten vaak meer waard dan het spel zelf en onze coach moest op een bepaald moment wel resultaatg­ericht werken of hij zat in de problemen. Maar goed: als we zo blijven evolueren en onze kern een beetje samenhoude­n, zal het goeie voetbal wel terugkeren.”

Door die veranderin­g van stijl is de topper Anderlecht-Club geen clash meer tussen het technische en het meer fysieke voetbal. Jullie groeiden naar elkaar toe.

Verhaeghe: “Logisch: het voetbal is veel intensieve­r geworden. Exwas voetballer­s horen dit niet graag, maar er wordt nu veel meer en langer gelopen, meer sprints getrokken... Van moderne voetballer­s wordt gewoon veel meer verwacht. Daarom zijn er ook meer clubs aan elkaar gewaagd. Vanden Stock: “Anderlecht kan geen wedstrijd meer winnen puur op techniek en Club kan geen match meer winnen puur op fysieke kracht. We evolueren allemaal naar een nieuwe stijl: het moderne voetbal.”

Het valt ons op: eigenlijk komen jullie erg goed overeen, hé.

Vanden Stock: “Ik zou niet zeggen dat we vrienden zijn, maar toch zeer goeie collega’s. Op bondsnivea­u is onze samenwerki­ng alleszins tiptop. Ik ben blij met Bart als ondervoorz­itter, want als bondsleide­r stuurt hij het Belgisch voetbal in de juiste richting door modernere structuren in te voeren. Dat hij tegelijker­tijd voorzitter is van Club, stoort me niet. Als hij zijn club voortrekt, zal ik het wel zeggen. (lacht) Maar hij werkt uitstekend en ik zal door mijn leeftijd (74 jaar, nvdr.) uiteindeli­jk op een zijspoor belanden.” Verhaeghe: “Komaan, Roger. Je blijft een autoriteit in het Belgisch voetbal. Een grijze, wijze man en een formidabel­e onderhande­laar. Bovendien kan je enorm goed relativere­n. Daarom vullen we elkaar op beleidsniv­eau eigenlijk goed aan.”

Preud’homme? Een topclub heeft een voorbeeldr­ol te spelen en daar zijn we ons bij Club Brugge heel goed bewust van

Bart VERHAEGHE voorzitter Club Brugge

 ??  ??
 ?? FOTO MARC HERREMANS ?? Roger Vanden Stock en Bart Verhaeghe kunnen het bijzonder goed met elkaar vinden. “Maar we verkopen onze beste spelers niet meer aan elkaar.”
FOTO MARC HERREMANS Roger Vanden Stock en Bart Verhaeghe kunnen het bijzonder goed met elkaar vinden. “Maar we verkopen onze beste spelers niet meer aan elkaar.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium