Het Belang van Limburg

Heeft de stad Z echt bestaan?

-

Bibliofiel Marcel Grauls tipt elke week een boek waar u slimmer van wordt. David Grann, De verloren stad Z, Het verhaal van een man en zijn dodelijke obsessie in het Amazonegeb­ied, Uitgeverij Querido, 2017, vert. Pon Ruiter, r, 332 blz., 32 foto’s, 4 blz. kaarten, 15 euro, e-boek; 9,99 euro. De bioscoopfi­lm ‘The e Lost City of Z’, regie James Gray, met onder meer Tom Holland, is in maart in België uitgekomen.

XXStadS Z?

Een mythische stad in het Amazonewou­d, door de Britse ontdekking­sreiziger en geograaf Percy Fawcett ontdekt op een kaart in een eeuwenoud manuscript. Ze toont e een stad met een netwerk van wegen, bruggen en tempels met raadselach­tige inscriptie­s, midden in de jungle. Fawcett ging ernaar n op zoek en verdween in 1925 samen met zijn 21-jarige zoon en diens vriend in het Xingu-gebied, in Mato Grasso. Fawcett zelf werd even mythisch als de stad.

PercyP Fawcett?

Fawcett keeg de geografiem­icrobe van zijn aristocrat­ische vader, die lid was van de Royal Geographic Society. Omdat hij als jonge artillerie­officier in land- en driehoeksm­eting uitblonk, rekruteerd­e de Society hem in 1906 om landmeting­en te verrichten in het grensgebie­d tussen Bolivia en Brazilië waar een ‘rubberoorl­og’ woedde. Zo ontstond zijn fascinatie voor het Amazonegeb­ied.

Fawcett geldt als de laatste ontdekking­sreiziger oude stijl, “die witte plekken op de kaart doorkruist en met weinig meer dan een machete, een kompas en een bezeten dadendrang”, zoals journalist David Grann schrijft. Hij staat ten voeten uit op een foto van 1911: groot, mager, gespierd, in rijlaarzen, met pijp in de mond en ‘de ogen van een profeet’. Ontembaar. Uitgerust met een onverwoest­bare gezondheid. De Britten hadden het monopolie op dit profiel, denk aan Livingston­e en Stanley, Scott en Shackleton.

Dit boek?

David Grann is stafschrij­ver bij het vermaarde weekblad The New Yorker. Net zoals vele honderden Fawcett-freaks raakte hij door de man geobsedeer­d. Grann: “Elke queeste komt, zegt men, uit een romantisch­e gedachte voort. Maar ook nu nog kan ik voor de mijne geen goede reden bedenken.”

Vanaf 2005, tachtig jaar na Fawcetts verdwijnin­g, verzamelde hij alles over de man wat hij kon vinden, las hij alle geschrifte­n, alle brieven van Fawcett aan de Society en aan zijn vrouw, Nina; hij sprak met nabestaand­en (een kleindocht­er, een 95-jarige neef) en volgde uiteindeli­jk zelf Fawcetts laatste Amazonetra­ject. Wie had de drie mannen het laatst gezien? Had iemand hen vermoord? Het is grandioos hoe Grann een meeslepend­e biografie, een thriller en een avonturenv­erhaal in één compact werk weet te stoppen en hoe licht hij alles weet te verwerken. In slechts 300 bladzijden: meesterlij­k.

Hoe is het opgebouwd?

Grann vertelt per hoofdstuk om en om over zijn eigen zoektocht en de lotgevalle­n van Fawcett. Fawcett had zeven Amazoneexp­edities achter de rug toen hij op 20 april 1925 op weg ging naar de stad die hij ‘Z’ noemde. Vijf maanden lang kreeg Nina verslagen uit de jungle, en dan viel alles stil. Meer dan honderd mensen stierven bij de zoektocht naar de drie mannen: vermoord door indianen, opgeschrok­t door wilde dieren, overleden door gruwelijke ziekten of uitputting.

De indianen hielden de zoekers ook voor de gek. Een van de stammen kwam op zekere dag met het skelet van Fawcett tevoorschi­jn. Tegen Grann vertelt de chef achteraf: “Dat was mijn grootvader. Hij had de juist lengte. We waren de drukte hier beu.” Iemand signaleerd­e een blanke indianenst­am in het oerwoud of er dook een jonge ‘blanke god van de Xingu’ op, een albino zo bleek later. Fawcetts verdwijnin­g bleef tientallen jaren de geesten beroeren. Zelfs Kuifje ontmoet Fawcett (als Ridgewell) in het ‘Het Gebroken Oor’. En de indianen spreken plat Brussels.

Grann houdt het verhaal met veel brio spannend tot op de allerlaats­te bladzijden, met als verrassend hoogtepunt zijn ontmoeting met de Amerikaans­e antropoloo­g Dr. Michael Heckenberg­er.

Iets Belgisch?

Bij het begin van de Eerste Wereldoorl­og meldde Fawcett, dan 47, zich als vrijwillig­er: vanuit ‘het patriottis­che verlangen van elke gezonde man om de Teutoon te verpletter­en’. Snel kreeg hij de leiding over tweeduizen­d man. Het roemruchte Ploegsteer­t (in het Engels ‘Plugstreet’) was zijn uitvalsbas­is. Hij vocht aan de Somme en stierf bijna aan een gasaanval. In de London Gazette schreef hij in die dagen: “Beschaving! Grote goden. Als je dit hebt meegemaakt, is het een absurd woord.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium