2.600 jaar oude noten en potscherven gevonden
Vondst in Meeuwen bewijst bewoning in vroege ijzertijd
Tijdens een archeologisch onderzoek in Meeuwen zijn zaterdag bijzondere resten uit de prehistorie ontdekt. Er zijn een groot aantal potscherven in een assenkuil gevonden. “De fel gefragmenteerde potscherven dateren vermoedelijk uit de periode 600 voor Christus. Deze vondst duidt op bewoning in de vroege ijzertijd”, zegt archeoloog Rik van de Konijnenburg. Dat men in deze bouwzone een brandafvalkuil uit de vroege ijzertijd zou vinden, was ook voor de twee archeologen van HAAST (Historisch en Archeologisch Advies, Studies en Toegepast onderzoek) een totale verrassing. Zaterdagmorgen trok een grote bouwkraan onderzoekssleuven door de bouwkavel, daar waar binnenkort een nieuwe Aldivestiging wordt gebouwd. Het terrein was een woonkavel, de achterliggende grond, waar een brandafvalkuil met de prehistorische aardewerk en potresten werd gevonden, was recent een groentetuin en een akker.
"In één van de onderzoeksleuven stootte de graafmachine op een brandafvalkuil. Die zone hebben we groter laten afgraven. Deze vondst verwijst naar bewoning in de vroegste fase van de ijzertijd in deze regio. Naar schatting ongeveer 600 jaar voor Christus", rekent archeoloog Rik van de Konijnenburg.
Truweel
De onderzoekzone werd door collega en archeoloog Joan Janssen voorzichtig blootgelegd met truweel en borstel. Naast kleine potresten kwamen er ook enkele grote potresten naar boven. “De vroegere bewoners lieten dit afval achter, zowel scherven als aardewerken potten. Verder vonden we nog verkoolde resten en pitten en nootjes, uit die periode. De potscherven zijn niet voorzien van glazuur, ze zijn broos en overwegend in rood en bruin aardewerk." Naast fragmenten van grote voorraaden kookpotten werd ook een heel klein rond en nog intact aardewerken potje aangetroffen. Sporen van bijvoorbeeld houten palen, die het geraamte van het gebouw vormden, werden op deze locatie niet gevonden. Alle vondsten zijn goed geregistreerd en gefotografeerd.
Onderzoek
"Het gevonden materiaal wordt nu door HAAST grondig onderzocht en beschreven. Ook het Agentschap onroerend erfgoed en de archeologische diensten in Tongeren zullen uitgebreid op de hoogte gesteld worden van de vondst", besluit Rik van de Konijnenburg. De onderzoekssleuven werden na onderzoek weer gedicht. De investeerder, die op het terrein zal gaan bouwen, was niet bereikbaar voor commentaar.