“Ze willen mij als bondscoach”
Johan Vansummeren naar Azerbeidzjan
Zondag vertrekt Johan Vansummeren (36) op uitnodiging van de plaatselijke wielerfederatie voor twee weken naar Azerbeidzjan. Beweegreden voor die verre trip: de Lommelaar gaat ter plaatse poolshoogte nemen of hij een rol van betekenis kan spelen als adviseur van de continentale ploeg Synergy Baku. “Al behoort de aanstelling tot bondscoach eveneens tot de mogelijkheden”, verklapt de oud-winnaar van Parijs-Roubaix.
Vansummeren moest in juni vorig jaar zijn fiets aan de wilgen hangen door hartproblemen. Hij maakte er geen geheim van dat hij na zijn gedwongen pensioen graag in de koers wou blijven. Zijn oude werkgever AG2R-La Mondiale liet hem in Dwars door Vlaanderen, E3 Harelbeke, Scheldeprijs en Amstel Gold Race al eens proeven van het werk als gelegenheidsploegleider. Omdat vacante plaatsen in de volgwagens dun bezaaid zijn, gaat de Lommelaar nu in op de uitnodiging van de Azerbeidzjaanse wielerfederatie. Het is de bedoeling dat Vansummeren de rol van raadgever opneemt binnen de continentale wielerformatie Synergy Baku. Zondag vliegt Vansummeren naar de republiek aan de Kaspische Zee voor een twee weken durende kennismakingsronde. “Voor alle duidelijkheid: er staat nog geen handtekening op papier. Ik sluit echter niet uit dat ik een kribbel zet na een bezoek ter plaatse”, aldus Vansummeren, die zowel de Ronde van Azerbeidzjan (3-7 mei) als de nationale kampioenschappen zal bijwonen. “Bij de eerste gesprekken voelde ik al dat de wielerbond van Azerbeidzjan wil groeien en het land op de wielerkaart wil zetten. Ik wil mijn kennis overbrengen op de renners van de ploeg en hen helpen hun mooiste dromen waar te maken. Maar eerst moeten er nog tal van diepgaande gesprekken gevoerd worden. Zo behoort de aanstelling tot bondscoach eveneens tot de mogelijkheden. De Azeri zelf laten alvast niets aan het toeval over. Ik vlieg zondag in businessclass naar hoofdstad Bakoe, waar ik in een poepsjiek hotel zal logeren. We zullen zien wat ervan komt. Ik hoop alleszins dat het rond komt en aan mijn tweede carrière in het wielrennen kan beginnen.”