Doorzetten
U gaat ons niet horen beweren dat de federale regering de voorbije jaren niets zouden hebben gedaan. Integendeel, er werden maatregelen genomen om de overheidsfinanciën onder controle te houden. De tax shift waarbij de lasten op arbeid worden verlicht, zorgt voor een toename van de tewerkstelling. De pensioenhervormingen mogen er zijn, ook al had men die beter iets vroeger doorgevoerd. In de gezondheidszorgen wordt de overconsumptie aangepakt. En er wordt geïnvesteerd in veiligheid en justitie. Maar volstaat het allemaal? Om dat te weten moet men benchmarken, moet men zich vergelijken met andere landen. En dan kan men alleen maar vaststellen dat we er nog niet zijn. Zo liggen de loonkosten hier nog altijd veel hoger dan in de buurlanden. Gisteren raakte ook bekend dat de elektriciteitsprijzen voor industriële grootgebruikers hier 10 tot 40 procent hoger liggen dan in de buurlanden. Het hoeft geen betoog dat de combinatie van deze twee zaken nadelig is voor de concurrentiekracht van onze bedrijven en voor de tewerkstelling in die bedrijven.
Ook wat betreft de sanering van de overheidsfinanciën is de weg nog lang. Met een staatsschuld van 105,9 procent van het bruto binnenlands product doen enkel Griekenland, Italië, Portugal en Cyprus slechter. In principe zou de staatsschuld niet groter dan 60 procent van het bbp mogen zijn. Ons begrotingstekort klokte vorig jaar af op 2,6 procent van het bbp of 0,1 procent meer dan in 2015. In de 18 eurolanden daalde het begrotingstekort gemiddeld van 2,1 procent in 2015 naar 1,5 procent in 2016. Duitsland en Nederland, het land waar we ons tot voor een paar jaren zeker niet aan mochten spiegelen, hadden zelfs een begrotingsoverschot. Zeer zeker, de Nederlandse bevolking heeft die inspanningen gevoeld, maar zal er nu ook de vruchten van plukken.
Het mag duidelijk zijn, de regering-Michel heeft geen enkele reden om nu al op haar lauweren te rusten. Integendeel, ze moet zelfs een tandje bijsteken. Deze zomer moeten er spijkers met koppen geslagen worden in verband met de verdere sanering van de overheidsfinanciën En moet er een akkoord komen over de hervorming van de vennootschapsbelasting, voor een deel gecompenseerd door een meerwaardebelasting. Dat is des te meer nodig omdat ze ook in onze buurlanden niet stilzitten. Zo willen ze in Groot-Brittannië hun vennootschapsbelasting verlagen naar 15 procent, in Luxemburg naar 17 procent, in Nederland naar 20 procent en in Frankrijk - wanneer Emmanuel Macron president wordt - naar 25 procent. Indien we opnieuw achterblijven, dan rangeren we onszelf helemaal uit.
De regering-Michel heeft geen enkele reden voor zelfgenoegzaamheid. Wanneer we ons land vergelijken met de buurlanden heeft ze nog heel veel werk