“Geld of hoofd inslaan”
“Dat geluid dat hij maakte, van pure macht. Terwijl hij die jongen op het hoofd sloeg. Ik schrik er ’s nachts nog steeds van op”, beschreef ex-dakloze M. (52) hoe hij die nacht van 26 oktober 2014 door Edward Brands (47) was wakker geschud in hun kraakpand. Het was een ‘Marokkaanse waterval van bloed’ op de muren, net zoals de Nederlander het had gezegd. “Maar hij deed heel rustig, alsof er niets aan de hand was. En bleef uithalen naar Mostapha Atillah (44).” De ‘fine fleur’ van de Hasseltse stationsbuurt maakte gisteren z’n opwachting op het Tongerse assisenhof. De ene geboeid uit de gevangenis, de ander onder politieescorte verplicht vanuit het café. Te dronken om een deftig woord te produceren. “Gedronken, ikke? Neuuu”, ontkende de 45-jarige Hasselaar. Drugs, drank, pillen? Maar neen. Dat hij niet meer op zijn benen kon staan, moet puur toeval zijn geweest. Uiteindelijk werd maar beslist om hem niet te horen, over hoe Edward Brands de man destijds na een conflict over zijn appartement met een koevoet had bewerkt. Waarschijnlijk weet hij niet eens meer wat een koevoet is.
Invalide
Een beroep had geen van allen“Invalide is geen job maar een toestand”, moest voorzitter Dirk Thys telkens weer herhalen -, maar een ‘carrière’ des te meer: met als absolute koploper de enige getuige van die nacht, Hasselaar M. (52). “Ik heb een drugsprobleem gehad, ja. Heroïne. Veroordelingen voor diefstallen en druggebruik. Alles samen ga ik zo’n zestien jaar in de gevangenis gezeten hebben.” Zowat tien jaar meer dan zijn echtgenote F. (50). Ook invalide. “Door reuma”, zei ze. Edward Brands had ze vier jaar voor de feiten in een discotheek (aan het station) leren kennen. “Toen was ik wel al invalide, inderdaad. M. heb ik later ontmoet. Niet in de disco. Wel in de buurt van het station. Ja, ik heb twintig jaar een probleem met heroïne gehad.”
Bedreigd
Haar man was nu clean, benadrukte hij. Maar de dag van de feiten nog niet. M. was erbij geweest toen Brands met halfvolle flessen alcohol uit de vuilnisbak van het warenhuis was thuisgekomen. “Toen was er nog niets aan de hand, we hebben pizza gegeten, gelachen. Ik ben dan na mijn slaappillen in slaap gevallen, zij gingen aan het drinken”, vertelde de Hasselaar.
Hij wist wel dat het eerder uit de hand was gelopen, dat Brands een kort lontje had en rondliep met een ijzeren staaf omdat hij zich door de andere krakers bedreigd voelde. “Met Atillah was er ook een discussie, Brands zei dat die hem nog geld moest voor een gestolen fiets. Ik heb voorgesteld om dat te geven zodra ik mijn invaliditeitsuitkering had, maar dat wilde hij niet. Hij wist het altijd beter. Een dikke lafaard zijt ge”, riep hij Brands nog na bij het buitengaan.
Gekronkel
Een 34-jarige maat A. - die uit de gevangenis - gaf wel toe dat hij Brands had horen zeggen dat die Atillah de kop zou inslaan als hij het geld niet zou geven. De Nederlander moest de centen, hooguit 20 euro, aan A. omdat Brands speed kreeg om te verkopen. Althans, dat kwam er na veel duwen uit. “Ik gaf hem drugs, hij moest er niet voor betalen”, was de eerste versie. Met ongemakkelijk gekronkel. Uiteindelijk zou hij het letterlijk vragen: “Kan ik er nog voor gestraft worden als ik toegeef dat ik drugs aan hem verkocht?” Onzin, noemde Brands het zelf. Hij had nooit drugs voor A. verkocht en ‘iemand de kop inslaan’ was een uitdrukking. “Dat zeg je in de volksmond, maar dat doe je niet.”
Uitschot
Alleen is dat nu net wel gebeurd met Houthalenaar Atillah (44). “Bijna een overdaad aan verwondingen, op alle kanten van het hoofd. Je zag de hersenen liggen”, schetste wetsdokter Wouter Van Den Bogaert. “Het is jammer dat ik mijn handen aan zo’n uitschot heb moeten vuilmaken”, zou Brands in zijn eerste reactie aan de politie zeggen. Nu is het: “Het had nooit mogen gebeuren.” Vandaag getuigt zijn familie.