Strikte regels voor ambulancediensten
Minister Vandeurzen maakt einde aan wantoestanden in sector
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) legt strenge regels op voor het niet-dringend ziekenvervoer. Die sector lag al een tijdje onder vuur omdat er geen wettelijk kader was en de patiënt bijgevolg te maken kreeg met cowboytoestanden. Wie gebruikmaakt van een nietdringende ziekenwagen, is vanaf nu zeker dat de begeleiders een opleiding hebben genoten, dat aan hygiënische en medische voorwaarden is voldaan en dat de factuur transparant en correct is. Het klinkt ongeloofwaardig maar tot op heden kon iedereen in Vlaanderen ‘ambulance spelen’ omdat er geen afdwingbaar wettelijk kader was voor het zogenaamde niet-dringend liggend zie- kenvervoer. Dat zijn ambulances die patiënten vervoeren van en naar het ziekenhuis, voor bijvoorbeeld een onderzoek. Het acute gebrek aan regels resulteerde de afgelopen jaren in wanpraktijken met de patiënt als dupe. Die werd geconfronteerd met torenhoge facturen, ongeschoold personeel of onhygiënische ziekenwagens. De Vlaamse regering geeft vandaag haar goedkeuring aan het decreet ‘Niet-dringend liggend ziekenvervoer’. Dat legt verschillende voorwaarden op aan de sector. Zo moeten vanaf 2018 begeleiders verplicht een opleiding volgen en Nederlands kunnen spreken, de ziekenwagens moeten degelijk uitgerust worden en de patiënt moet op voorhand geïnformeerd worden wat de rit gaat kosten.
Alleen vergunde ambulancediensten die voldoen aan alle kwaliteitseisen mogen vanaf volgend jaar nog patiënten liggend vervoeren. Met die beslissing maakt Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V) komaf met cowboypraktijken die meer dan tien jaar mogelijk waren in de sector: ongeschoolde ambulanciers, torenhoge facturen, onhygiënische ziekenwagens en een acuut gebrek aan regels maakte van het niet-dringend liggend ziekenvervoer een knoeiboel, tot ergernis van patiënten en ziekenfondsen. In een uitgebreid dossier kaartte deze krant vorig jaar de problematiek nog aan. In ons land zijn er verschillende categorieën van ziekenvervoer en die zijn ‘op zijn Belgisch’ geregeld. Voor dringende medische interventies – een federale materie – is dat de dienst 100 of 112, waarbij ziekenwagens en medewerkers aan strenge voorwaarden zijn onderworpen. Maar patiënten die bijvoorbeeld voor een onderzoek naar het ziekenhuis moeten en slecht ter been zijn, kunnen (meestal via het ziekenfonds) een beroep doen op het ‘niet-dringend liggend ziekenvervoer’. Dat is een Vlaamse aangelegenheid.
“1.000 euro voor een rit”
Omdat er geen regels waren om die niet-dringende ambulancediensten te organiseren, liep dat ziekenvervoer regelmatig de spuigaten uit. Een gepensioneerde vrouw getuigde vorig jaar in Het Belang van Limburg dat ze bijna 1.000 euro moest betalen voor een rit van Sint-Truiden naar Leuven en terug. “Voor dat geld had ik een helikopter kunnen huren”, zei de patiënte schamper. Bovendien had de ambulance geen brancard bij en moest de vrouw ondanks haar aandoening zittend vervoerd worden. Een begeleider was er ook niet, alleen een chauffeur die gebrekkig Nederlands sprak. Het bleek geen alleenstaand verhaal. Een speciale commissie met vertegenwoordigers van ziekenfondsen, ambulancediensten, het Vlaams Patiëntenplatform, TestAankoop en de koepelorganisatie van ziekenhuizen heeft jarenlang haar tanden stukgebeten op de problematiek. Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen gaf de sector vorig jaar een deadline voor een plan tot zelfregulering. Eind vorig jaar hebben 74 aanbieders van niet-dringend ziekenvervoer – goed voor 581 ambulances – een enquête ingevuld. Maar die was niet verplicht, dus niemand weet hoeveel ziekenvervoerders er juist actief zijn in Vlaanderen. “Het decreet wil hierop een antwoord geven door een vergunningsplicht te regelen. Zo komen we te weten hoeveel reguliere diensten er zijn en kunnen we ingrijpen bij wie niet vergund is”, klinkt het bij het kabinet van Vandeurzen.
Nederlands verplicht
Het nieuwe Vlaamse decreet legt iedere ziekenvervoerder verplichte kwaliteitseisen rond facturatie,
materiaal en personeel op. Zo moeten patiënten bij elk liggend vervoer begeleid worden door een ziekenwagenbestuurder en een begeleider. Beide personen moeten hiervoor een speciale opleiding volgen. Zij moeten ook een gesprek in het Nederlands kunnen voeren met de patiënt. “Wat de opleiding betreft willen we in stappen werken”, zegt Frank Lippens, voorzitter van de commissie Niet-Dringend Liggend Ziekenvervoer. “Vanaf 2018 moeten zowel de begeleider als de bestuurder minstens een basisopleiding EHBO hebben gevolgd. Later willen we dat de begeleider een volwaardige opleiding tot ambulancier moet volgen. Op die manier kunnen deze mensen in hun carrière doorstromen van het niet-dringend naar het dringend ziekenvervoer.”
Geen piekfacturen meer
Ook de torenhoge en de weinig transparante facturen zullen tot het verleden behoren. Elke patiënt heeft bij de bestelling van het ziekenvervoer inzage in de tarieven en krijgt op voorhand een kostenraming. Facturen moeten ook duidelijker worden opgesteld. “Dat is goed nieuws”, zegt adjunctEls Meerbergen van het Vlaams Patiëntenplatmeer form. “Vaak kregen we berichten van patiënten die de dupe waren geworden van vage facturen en erg hoge tarieven. Vanaf volgend jaar is die discussie van de baan. We adviseren wel iedereen om zich goed te informeren bij zijn ziekenfonds alvorens een niet-dringende ambulance te bestellen. De terugbetalingsvoorwaarden variëren sterk tussen de ziekenfondsen.” Ook de hygiëne in de ziekenwagens wordt gereglementeerd. Er komt een lijst met medisch materiaal dat standaard aanwezig moet zijn in elke ambulance, zoals handalcohol, een defibrillator, brancards en wondverzorgingsmateriaal. Tot slot moet elke ziekenvervoerder een procedure klaar hebben liggen voor klachtenbehandeling.
Zware geldboetes
Ziekenvervoerders die zich niet aan de nieuwe regels houden riskeren celstraffen tot drie maanden en geldboetes tot 16.000 euro. “Het is goed dat er nu ook straffen bestaan”, zegt Lippens. “De regels bestonden al in onderlinge contracten tussen ziekenhuizen en ziekenfondsen, maar waren niet wettelijk afdwingbaar. Bovendien bleven er verhalen opduiken van mistoestanden. Daar komt met de effectieve straffen eindelijk een einde aan.” Ziekenvervoerders die voldoen aan de kwaliteitseisen krijgen voor vijf jaar een vergunning van de Vlaamse overheid. De onafhankelijke commissie, waarin ook de patiënt vertegenwoordigd is, zal de minister adviseren over de organisaties die de controles kunnen uitvoeren. “Controle op de naleving van de kwaliteitseisen wordt nu door de sector zelf georganiseerd. De Vlaamse regering verzoent nu de wens dat deze sector zichzelf reguleert met de wettelijke afdwingbaarheid van en garantie op kwaliteit”, aldus Vandeurzen. Het decreetontwerp gaat eerst nog voor advies naar de Raad van State.