“Staat moet voorschieten”
“De staat moet bij toekomstige aanslagen de slachtoffers onmiddellijk vergoeden en de kosten daarna verhalen op hulpfondsen en verzekeringen.” Dat is de belangrijkste conclusie van de onderzoekscommissie 22/3, die gisteren haar eerste rapport presenteerde. “Pijnlijk en beschamend.” Dat waren de enige woorden die de leden van de parlementaire onderzoekscommissie konden uitbrengen nadat vijf slachtoffers van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek begin dit jaar hun verhaal kwamen doen. Niet de noodhulp meteen na de aanslagen had gefaald – integendeel zelfs – maar wel de hulp op langere termijn. Bovendien worstelden veel slachtoffers met de administratieve mallemolen waardoor ze steeds opnieuw hun verhaal moesten doen, van het kastje naar de muur werden gestuurd en betalingen lang op zich lieten wachten. De onderzoekscommissie presenteerde gisteren haar eindrapport over de slachtofferhulp. Ze wil dat de overheid werk maakt van een regeling die gestoeld is op het Franse model. Daar krijgen slachtoffers meteen na een aanslag financiële hulp van de staat. Het is de staat zelf die achteraf moet bekijken op wie dat geld verhaald kan worden: slachtofferfondsen, verzekeringen,...? Zo hoeven slachtoffers zich hier nooit over te bekommeren.
Steward
De leden van de commissie vragen verder dat elk slachtoffer in de toekomst een steward of referentiepersoon krijgt toegewezen. Die moet de administratie en de procedures bij verzekeraars, mutualiteiten en overheidsinstanties voor zijn rekening nemen. Er wordt ook een Interfederale Taskforce opgericht tussen de verschillende regeringen. Die moet vermijden dat slachtoffers door de complexiteit van ons staatsbestel van de ene dienst naar de andere worden verwezen. Die Taskforce moet zich ook buigen over de successierechten. De onderzoekscommissie pleit voor een eengemaakte vrijstelling van successierechten. Vandaag moeten slachtoffers in Wallonië geen successierechten betalen en in Vlaanderen en Brussel wel. Een gelijktrekking stootte op bezwaren van de Raad van State, maar volgens de commissie zijn die niet onoverbrugbaar.
Statuut voor slachtoffers
Belangrijk is ook dat er een nieuw statuut voor slachtoffers van terreuraanslagen komt. Dat wetsontwerp moet wel nog door de commissie Sociale Zaken worden geloodst. Bedoeling is dat slachtoffers een ‘slachtofferkaart’ krijgen, waardoor ze zich overal eenvoudig kenbaar kunnen maken. Ze hebben recht op een vergoedingspensioen, terugbetaling van medische en psychologische kosten en gratis openbaar vervoer. Niet alleen mensen die gewond geraakt of nabestaanden van overledenen kunnen dit aanvragen. Ook getuigen die geconfronteerd werden met vreselijke taferelen en daar mentaal onder lijden, hebben recht op het statuut. Buitenlandse slachtoffers worden evenwaardig vergoed, maar zullen geen aanspraak kunnen maken op het pensioen omdat die tegemoetkoming aan de sociale zekerheid is gekoppeld. De slachtofferverenigingen worden officieel erkend en krijgen financiële ondersteuning.
Tot slot komt er een permanente Cel Slachtoffers binnen het gerecht die zich over hen moet ontfermen. Als slachtoffers geen rechtsbijstand hebben, moet de staat hun advocaat betalen.