“Genoeg pech gehad”
Wouter Leten pakt in Kortessem eerste podiumplaats van seizoen
Wouter Leten is (bijna) terug van weggeweest. De 23-jarige renner uit Kaulille pakte maandag in Kortessem zijn eerste podiumplaats van het seizoen. “Als ik nu van pech gespaard blijf, komt die eerste overwinning er wel”, reageert Leten, die dinsdag aan een opleiding van één jaar aan de politieschool in Genk begon. Leten maakte in Kortessem deel uit van de kopgroep van drie, die voor de zege spurtte. Daarin moest hij vrede nemen met de derde plaats, achter Rutger Wouters en Boris Dron. “Intrinsiek ben ik wellicht sneller dan Wouters”, reageert Wouter Leten. “Maar ik zat er op het einde compleet door. Onderweg had ik meermaals mijn kopbeurt moeten overslaan, waardoor ik voelde dat spurten voor de overwinning er niet in zat. Ik ben al blij met deze derde plaats. Als ik van pech gespaard blijf, komt die eerste zege er wel”, aldus Leten, die zijn portie pech al gehad heeft.
Ook dit jaar werd het talent uit Kaulille - die enkele moeilijke seizoenen achter de rug heeft - afgeremd door pech. “In november liep ik tijdens een sportstage een spierscheur op van acht centimeter lang en drie centimeter diep. Vooral die drie centimeter diepte zorgde ervoor dat het moeilijk genas. Meer dan twee maanden moest ik van de fiets blijven. Het was al Nieuwjaar voorbij, vooraleer ik de trainingen kon hervatten. En dan duurt het een tijd vóór je je draai vindt in de wedstrijden.” “Onlangs in Dilsen merkte ik de eerste tekenen van beterschap. Ik kon mee de koers maken en werd uiteindelijk zesde. Dat stemde me hoopvol. In de Scheldeprijs reed ik 70km in de aanval met een groep van tien. Pas op iets meer dan 5 km van de streep werden we gegrepen. En maandag in Kortessem dan voor het eerst op het podium.”
Wouters outstanding
De zege in Kortessem was andermaal voor Rutger Wouters. Hij boekte zijn vierde overwinning in vier wedstrijden.
“Deze keer had ik het echt niet verwacht”, reageert Rutger Wouters, die medevluchters Dron (die zes jaar prof was) en Leten op indrukwekkende wijze uit het wiel spurtte.
“Vooreerst omdat ik bij aanvang niet zo’n goed gevoel had. Na die drie overwinningen van vorige week en een paar zware trainingsweken, had ik het de afgelopen week wat kalmer aan gedaan. Ik ben een trainingsbeest en als ik dan een paar dagen niet veel gedaan heb, voel ik me daar schuldig om. Ook ging mijn hartslag in het begin van de wedstrijd iets hoger dan normaal. Al hoeft dat natuurlijk geen slecht tegen teken te zijn. Integendeel.” “Bovendien leek het erop dat deze wedstrijd op een massaspurt zou uitdraaien. En daarin heb ik meestal niet zoveel kans. Toch wilde ik in de slotfase wat proberen. En het lukte nog ook.”