“Basisinkomen moet fundament van onze sociale zekerheid worden”
SINT-TRUIDEN - “Onze sociale zekerheid is de beste uitvinding van de laatste eeuw, omdat het de welvaart herverdeelt. Dat zorgt dan weer voor sociale cohesie. Maar nu is het een huis met vele koterijen waar men nog moeilijk zijn weg in vindt en dat misbru
Roland Duchâtelet is een beetje een speciale man. Na zijn studies werkte hij als ingenieur en manager voor verschillende bedrijven in eigen land en buitenland. Toen hij in Duitsland zat en zijn gezin miste, besliste hij terug te keren. De snelste weg om dat te doen was om met een aantal partners zelf een bedrijf te beginnen. Nu is hij mede-eigenaar van meerdere bedrijven die samen zo’n 7.000 mensen tewerkstellen. Kort samengevat, Roland Duchâtelete is een geslaagd zakenman. Van zo’n mensen verwacht je al snel dat ze strak in het pak zitten, een duur horloge om de pols dragen en met een snelle dan wel heel grote auto rondrijden. U kent het plaatje. Niets daarvan bij Roland Duchâtelet. Wel een geruit hemd, geen horloge en een enigszins achterhaalde iPhone (in een beetje kapotte beschermhoes), omdat hij die eindelijk helemaal onder de knie heeft.
“Waarom zou ik dat allemaal moeten hebben? Ik ben wie ik ben. En ik probeer vooral die dingen te doen die ik graag doe”, zegt hij. Wel, als er iets is wat hij heel erg graag doet, dan is het een mening hebben en die daarna met hand en tand verdedigen en uitdragen. Zo heeft hij nu bijvoorbeeld ook een uitgesproken mening over de voorbije 1-meivieringen en de verkiezingen in Frankrijk.
“Toen ik op televisie al die 1-mei-optochten van de socialistische beweging zag, dacht ik: dit lijkt eerder op een optocht van oorlogsveteranen. De tijd van de sociale mobilisatie is duidelijk voorbij. De doctrines uit het verleden zijn passé. Dat zie je ook terug bij de Franse presidentsverkiezingen. Zowel Emmanuel Macron als Marine Le Pen, de twee resterende kandidaten, zijn anti-systeemkandidaten. Ze zetten zich af tegen wat er was, tegen het verleden, tegen de klassieke doctrines. Men kan gerust spreken van een systeemcrisis.”
Hoe komt dat?
“Omdat we nog altijd denken dat betaalde arbeid en kapitaal de voornaamste productiefactoren zijn, dat die zorgen voor toenemende productiviteit, economische groei en welvaart. Alle politici denken dat, het is eenheidsdenken. Maar wat zien we? China is erin geslaagd om economische groei te creëren zonder kapitaal, maar met krediet en geldschepping. En nu zijn er fabrieken waar als gevolg van de automatisering en robotisering nog amper arbeiders werken. Logisch dat de productiviteit van de laatste werknemers gigantisch is toegenomen. Maar waar zitten de anderen? Anders gezegd, het zijn nu de machines en robots, de computers en de communicatiecapaciteit die er voor zorgen dat er nog economische groei is. Het gevolg hiervan is dat de jobs die nog overblijven, geen belasting meer verdragen.”
Dat verstaan we niet goed.
“Ik zal het uitleggen met een voorbeeld uit de zorgeconomie. Verpleegsters worden via allerlei omwegen betaald door de overheid. Wanneer die verpleegster belastingen moet betalen, gaat het in feite om een vestzakbroekzakoperatie in hoofde van de staat. De staat geeft eerst geld aan de verpleegster, want de gezondheidszorgen zijn gesubsidieerd, en neemt daar-
Onze sociale zekerheid is één grote koterij, met veel regels en nog veel meer uitzonderingen op die regels. We moeten het huis niet renoveren, maar afbreken en terug opbouwen
na een deel terug. Nu wordt al 45 procent van de werknemers rechtstreeks of onrechtstreeks door onze overheden betaald.”
De productiviteitsstijgingen hebben wel gezorgd voor economische groei en ook voor meer sociale zekerheid.
“Onze sociale zekerheid is de beste uitvinding van de laatste eeuw, omdat het de welvaart herverdeelt. Dat zorgt dan weer voor sociale cohesie. Helaas zitten er ook twee constructiefouten in onze sociale zekerheid.”
Welke?
“De financiering van de SZ en het betuttelende karakter ervan.”
Laten we beginnen met de financiering van de sociale zekerheid.
“In het begin stortten werknemers een bepaald percentage van hun loon aan de vakbonden. Dat systeem van solidariteit is daarna door de overheid overgenomen en geïnstitutionaliseerd en na de Tweede Wereldoorlog fors uitgebreid. Het maakt dat de SZ-bijdragen van werkgevers en werknemers, afgerond, nu goed zijn voor een derde van alle overheidsinkomsten. Ook de belastingen en de inkomsten uit btw en accijnzen zijn elk bijna goed voor een derde van de inkomsten. Het betekent dat de lasten op arbeid, SZbijdragen en belastingen op inkomen uit werk, zeer hoog zijn. Dat is een probleem wanneer machines en computers het werk overnemen van de mensen. Het maakt dat nog maar 8 procent van de bevolking in productieve sectoren werkt. We hebben het dan over landbouw, industrie en bouw. Er is geen ruimte meer om arbeid te belasten. Ik vind dat men tot 2.000 euro inkomen per maand, inclusief sociale uitkeringen, geen belastingen zou moeten betalen. Bruto zou netto moeten worden. Het inkomen boven 2.000 euro kan wel worden belast.”
Indien de overheid arbeid minder moet belasten, dan moet ze op andere manieren aan geld raken. Want we vragen veel van onze overheden.
“Er zijn veel alternatieve financieringsmogelijkheden om de verlaging van lasten op arbeid te compenseren. Zo kan men een belasting heffen op de grondstoffen die we invoeren. Ik denk dan in het bijzonder aan olie en gas. Dat hoeft niet noodzakelijk te leiden tot prijsverhogingen voor de consument. De uitvoerende landen zullen onder druk staan om hun prijzen te verlagen, omdat we altijd ook alternatieven hebben voor hun grondstoffen. Ik vind ook dat de overheden moeten proberen om meerwaarde te halen uit hun activa. Waarom ontwikkelen ze niet zelf hun gronden die ze nu verkopen aan projectontwikkelaars, die daar grote winsten mee maken? Overheden kunnen ook participeren in alternatieve energiewinning zoals windmolenparken. Ik heb dat gedaan in Sint-Truiden en dat is heel winstgevend voor de stad. Steden zouden ook altijd zelf de parkings in hun stad moeten uitbaten, daar is veel geld mee te verdienen. Nog een zeer belangrijke mogelijkheid is een bijkomende belasting op producten die door robots hier en elders in de wereld worden gemaakt. Ik heb het wel degelijk over de producten en niet de robots zelf, want dat laatste zou delokalisatie als gevolg hebben. Het zijn allemaal mogelijkheden om onze sociale zekerheid overeind te houden.”
U zegt ook dat onze sociale zekerheid te betuttelend is.
“Onze sociale zekerheid is een oud huis dat 70 jaar geleden werd gebouwd en waar vervolgens heel veel verbouwingen aan zijn gebeurd. Het is één
grote koterij met heel veel regels en nog meer uitzonderingen op die regels. Het gevolg is dat men een specialist moet zijn om nog zijn weg te vinden in onze sociale zekerheid en dat veel misbruiken mogelijk zijn. Wat we ook op het terrein kunnen vaststellen. Wordt de werkloosheid strenger gereglementeerd, dan zien we ineens meer burn-outs en langdurig zieken. Het zijn net communicerende vaten. Dat klopt niet. Die misbruiken ondermijnen de solidariteit. Indien we onze SZ niet op een andere manier financieren en het stelsel op orde zetten, zal onze sociale zekerheid verminderen. Onze politici beseffen dat nog te weinig. De mensen wel, ze voelen dat aan. Daarom hun afkeer voor de politieke klasse. Om goed te doen zouden we het huis niet langer moeten renoveren, maar gewoon afbreken en terug opbouwen.”
En hoe gaan we dat dan doen?
“Dan zitten we bij het basisinkomen.”
Hoe ziet u dat basisinkomen?
“Ik stel een basisinkomen voor van 200 euro netto per maand en per persoon voor jongeren tot 18 jaar. Van 550 euro voor 18- tot 25-jarigen, van 750 euro voor 26- tot 65-jarigen en van 1.300 euro voor 65-plussers. Voor de 11,15 miljoen Belgen samen geeft dat op jaarbasis een bedrag van 94,5 miljard euro. Daarbovenop trekken we nog eens 14,5 miljard euro uit voor wie meer nodig heeft, zoals bijvoorbeeld gehandicapten, en voor de financiering van opgebouwde pensioenrechten boven de 1.300 euro per maand. In het totaal gaat het dan om 109 miljard euro.”
En hoe gaan we dat financieren?
“Voor werknemers en zelfstandigen worden de eerste 750 euro die ze verdienen basisinkomen, het inkomen daarboven inkomen uit werk. Voor wie bijvoorbeeld 1.750 euro verdient, wordt dat 750 euro basisinkomen en 1.000 euro inkomen uit werk. Het betekent dat voor werknemers, werkgevers, zelfstandigen en overheid er financieel niets verandert. Voor alle werkenden samen gaat het dan om 41 miljard euro aan basisinkomens. Trekt men die 41 miljard euro af van de 109 miljard euro die we voorzien aan basisinkomen, dan rest er 68 miljard euro. Dat bedrag moet door de overheid gefinancierd worden. Maar dat is minder dan de 73 miljard euro die de overheid nu uitgeeft aan SZ-uitkeringen. Want die SZ-uitkeringen - rechtstreeks, via OCMW of via ziekenfonds - worden afgeschaft. Dat kan omdat het basisinkomen veelal in de buurt ligt van de meeste SZ-uitkeringen. Door dit te doen, kunnen we ook besparen op de administratie. En daarna blijft er nog 5 miljard euro over voor verdere correcties en eventueel aanvullende initiatieven.”
Mogen wij u een kritische man noemen?
“Neen. Ik probeer vooral goed na te denken.”
Hoe dan ook, u heeft nogal forse kritiek op het onderwijs.
“Geef toe, goed is het toch ook niet. In 1960 hadden we zo’n 150.000 leerkrachten. Nu zijn het er 400.000. En dat allemaal ondanks de introductie van computers en het internet. Het concept onderwijs is bijna niet geëvolueerd, men stelt zichzelf te weinig in vraag. Nu zijn heel andere leerprocessen mogelijk, die veel creatiever zijn. Het onderwijs denkt nog altijd dat het arbeidskrachten moet vormen. Neen, het onderwijs moet gaan over hoe mensen gelukkig kunnen zijn en zichzelf ontplooien.”
Uw kritiek op de federale regering is dat ze te weinig oog heeft voor het feit dat het inkomen van de mensen onder druk staat.
“Nuance. De federale regering-Michel is niet slechter dan vorige regeringen. Ik zou zelfs durven zeggen: beter. Maar ik vind dat ze nalaat op het vlak van de hervorming van onze sociale zekerheid. En dat ze nog onvoldoende inspeelt op de nieuwe tendensen in de wereld. En inderdaad, ik vind ook dat er onvoldoende aandacht is voor de koopkracht van de mensen. De internationale verlaging van de rentelasten betekende een besparing voor de regering. Maar het geld is niet gespaard, het is naar de sociale zekerheid gegaan en in het bijzonder naar de gezondheidszorgen. Ik wil dit nog als positief beschouwen. Wel een probleem is dat de overheidsuitgaven zijn blijven stijgen. Die werden betaald met hogere belastingen. Het gevolg is dat de koopkracht van de mensen de laatste 15 jaar niet is gestegen. In Frankrijk is die zelfs gedaald. Ook daarom dat de Fransen niet langer willen weten van de traditionele partijen.”
We kennen u nu vooral als opiniemaker. Maar bent u ook nog actief in uw bedrijven?
“Absoluut. Onlangs heb ik met mijn zakenpartner Rudi De Winter het Parijse bedrijf Altis met duizend werknemers overgenomen en X-FAB naar de beurs gebracht. Ik heb daarvoor een hele tijd in Parijs gezeten. We hebben nu meerdere bedrijven met samen zo’n 7.000 werknemers. Ik volg de zaken dus nog op de voet. Maar de algemene leiding zit bij Rudi De Winter, en Françoise Chombard kennen jullie uiteraard vooral als de baas bij Melexis.”
U heeft niet alleen bedrijven in uw portefeuille maar ook voetbalclubs.
“Het zijn vijf clubs. STVV, Charlton (3de klasse) in Engeland, ACA (2de klasse) in Madrid, Jena (4de klasse) in Duitsland en Ujpest (1ste klasse) in Hongarije. Ik ben eerder toevallig in de voetbalwereld beland als sponsor van STVV. Ik dacht dat ik synergieën kon ontwikkelen door tegelijk meerdere voetbalclubs in portefeuille te hebben. Het voornaamste probleem is dat de fans dat niet begrijpen. Eigenlijk is de voetbalwereld stukken moeilijker dan de zakenwereld.”
Ik vind dat elk inkomen tot 2.000 euro per maand niet belast zou mogen worden