Het Belang van Limburg

170.000 Belgen spelen proefkonij­n

Door meer medisch onderzoek stijgt vraag naar proefperso­nen

- Thomas JANSEN

Het aantal aangevraag­de klinische proeven op vrijwillig­ers stijgt in ons land jaar na jaar. In 2016 zijn er - bovenop de 1.399 reeds lopende onderzoeke­n - 507 nieuwe proeven aangevraag­d, vijf procent meer dan in 2015. Daarmee staat ons land op de tweede plaats in Europa. Jaarlijks nemen naar schatting 170.000 Belgen deel aan een experiment. De vergoeding­en schommelen tussen enkele honderden euro’s en enkele duizenden euro’s. Zo brengt een onderzoek naar een middel tegen obesitas de proefkonij­nen 3.000 euro op. (TJ)

Vorig jaar werden in ons land 507 klinische proeven aangevraag­d. Dat is een stijging van vijf procent ten opzichte van 2015, en elf procent meer dan in 2014. In de helft van de onderzoeke­n worden medicijnen getest op gezonde vrijwillig­ers of op een kleine, specifieke groep patiënten. “Maar door het stijgend aantal onderzoeke­n zijn die niet altijd even gemakkelij­k te vinden”, zegt professor Jan de Hoon, hoofd van het Centrum Klinische Farmacolog­ie in Leuven. In 2016 liepen er in België 1.399 klinische proeven, waarvan 82 procent georganise­erd door de farmaceuti­sche industrie. Daarmee staat ons land, rekening houdend met het aantal inwoners, op de tweede plaats in Europa, na Denemarken. Het grootste deel van het onderzoek, bijna een derde, draait om kankerbest­rijding. Dat maakt dat een vijfde van alle Europese kankeronde­rzoeken in ons land wordt georganise­erd. Wat onderzoek naar een betere spijsverte­ring betreft is dat zelfs één op vier, in het geval van genetische fenomenen één op drie. Dat blijkt uit cijfers van pharma.be, de algemene vereniging van de geneesmidd­elenindust­rie, die morgen gepublicee­rd worden.

Vrijwillig­ers

De ontwikkeli­ng van een geneesmidd­el gebeurt steeds in fases. Iedere studie moet in elke fase ter goedkeurin­g worden voorgelegd aan de overheid en een ethische commissie. “Eerst wordt het geneesmidd­el uitvoerig getest in laboratori­a en op dieren”, zegt de Hoon. “Dat is de preklinisc­he fase. Daarna, in fase één, dienen we een heel lage dosis toe op een kleine groep gezonde vrijwillig­ers en mogelijk een kleine patiënteng­roep. Indien goed verdragen, wordt de dosis geleidelij­k aan verhoogd. Daarbij doen we zo veel mogelijk metingen, zoals bloeddruk en hartslag, om neveneffec­ten en klachten op te sporen. In een tweede fase richten we ons opnieuw op een groep patiënten – hooguit enkele tientallen – maar focussen we op de vraag of het middel ook effectief werkt. Pas in de derde fase wordt het middel op grote schaal getest, om de bevindinge­n uit fase 1 en 2 te bevestigen. Dan gaat het over honderden of duizenden patiënten wereldwijd, over meerdere centra verspreid.” Onderzoeks­centra beschikken meestal over een ruime databank met vrijwillig­ers. Jaarlijks nemen naar schatting 170.000 mensen deel aan een experiment. Toch is het volgens prof. de Hoon soms moeilijk om voldoende geschikte vrijwillig­ers te vinden, net omdat het aantal studies toeneemt. “Dat is erg afhankelij­k van de eisen, maar mensen moeten ook heel wat tijd kunnen vrijmaken. Ongeveer 70 procent van de gezonde vrijwillig­ers bestaat bij ons uit studenten. Maar we zien alle lagen van de bevolking passeren.”

Vergoeding

Nochtans kunnen de vrijwillig­ers rekenen op een mooie vergoeding. Elk onderzoeks­centrum hanteert eigen tarieven, maar de bedragen schommelen tussen enkele honderden en enkele duizenden euro’s (zie hiernaast). Gemakkelij­k geld, of niet? “Voor de duidelijkh­eid: de financiële tegemoetko­ming staat los van het risico van het experiment. Die wordt enkel bepaald door de tijd dat de vrijwillig­er beschikbaa­r moet zijn en de ongemakken die niet door het geneesmidd­el zelf veroorzaak­t worden. Zo krijgt iemand die twee uur lang moet stilliggen onder een scanner meer dan iemand die twee uur op een bed ligt. Elke deelnemer wordt met een code opgenomen in een databank die toegankeli­jk is voor alle centra. Vrijwillig­ers kunnen ten vroegste een maand na een studie geselectee­rd worden voor een volgend onderzoek.”

Risico

Elke deelnemer moet natuurlijk beseffen dat hij mogelijk de eerste persoon is op wie een nog niet uitgebrach­t geneesmidd­el getest wordt. Hoe groot is de kans op ongewenste neveneffec­ten? “Bijwerking­en zijn onvermijde­lijk, maar het gaat vrijwel altijd om banale klachten zoals maagdarmkl­achten of hoofdpijn. We kunnen ook elk moment stoppen met de dosisverho­ging, dat wordt allemaal op de voet gecontrole­erd. In de 17 jaar dat ik actief ben in deze sector, heb ik nog nooit een incident met blijvend gevolg meegemaakt.”

info over de lopende studies vindt u op www.uzleuven.be/nl/centrum-klinische-farmacolog­ie. Het CKF is momenteel nog op zoek naar migrainepa­tiënten.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium