Voetballer wordt wielrenner
Tristian Scherpenberg in een mum van tijd in de Limburgse top vijf
Hasselaar Tristan Scherpenbergh was tot enkele geleden een nobele onbekende in het wielermilieu. Daar is intussen verandering in gekomen. Begin april behaalde hij in Mal zijn eerste zege en vorig weekend finishte hij in de eerste manche van de Beker van België voor juniores als zesde. Daarmee was hij de enige Limburger in de top dertig. “Waar ik al die tijd gezeten heb?”, herhaalt Tristan Scherpenbergh de hamvraag. “Op het voetbalveld van RC Hades (lacht). Daar vertoefde ik tot vorig jaar april. Ik ambieerde er een plaats in het eerste elftal. Maar ik kreeg helaas de kans niet. Dat deed me besluiten om mijn voetbalschoenen aan de haak te hangen. De stap naar wielrennen was voor mij niet zo groot. Mijn neef Dominique Scherpenbergh koerst al een hele tijd. Maar ook mijn vader heeft destijds gekoerst. Met hem ging ik vaak mee naar de wedstrijden. Ik fietste trouwens regelmatig en ik deed het graag. Sommigen zeiden zelfs dat ik het goed kon en coureur moest worden”, lacht hij. Vorig jaar april deed hij dat dan ook. “Het begin was zeker niet makkelijk. Koersen is veel meer dan hard met de fiets rijden. Je moet in een peloton kunnen rijden, snel bochten pakken, weten wanneer je welke versnelling moet trappen,... Allemaal dingen die de meeste renners hebben geleerd bij de aspiranten of bij de nieuwelingen. Niet verwonderlijk dat ik in mijn eerste koers meteen gelost werd. De volgende wedstrijd werd ik in Dilsen al dertiende. Weliswaar in een wedstrijd met slechts 25 deelnemers, maar het gaf me extra moed. Nadien ging het altijd maar beter en beter. Zo goed zelfs, dat ik in augustus van mijn club Sport en Steun al eens mocht proeven van het grotere werk. Iets waarvoor ik heel dankbaar ben.” Knap dat Tristan Scherpenbergh na amper één leerjaar nu al tot de Limburgse top vijf van zijn lichting hoort. Iets wat in de recente Ster van Zuid-Limburg na dag één met de leiderstrui van beste Limburger werd gehonoreerd. “Ondanks het feit dat ik tijdens die eerste rit ten val was gekomen”, benadrukt hij. “De dag nadien moest ik de trui afgeven aan Bjorn Vandebeek. Dat vond ik jammer. Ik had me veel voorgesteld van die Ster. Het werd uiteindelijk niet wat ik had gehoopt. Misschien lagen mijn verwachten te hoog. Zo’n meerdaagse op zo’n hoog niveau is nog wat anders dan een gewone wedstrijd.” Volgend weekend is er in Hamont het provinciaal kampioenschap voor juniores. Uiteraard heeft hij daar een kans. Het parcours is vlak en met zijn snelle benen moet hij hoog kunnen scoren. “Bombardeer mij alstublieft niet tot topfavoriet”, smeekt Scherpenberg. “Dat zijn in mijn ogen vooral Bjorn Vandebeek en Kamiel Bonneu. Uiteraard heb ik een kans en natuurlijk zou ik heel blij zijn met de titel. Maar ik ga het als een gewone wedstrijd proberen aan te vatten. En mocht ik een ploegmaat aan de titel kunnen helpen, dan zou ik ook al heel tevreden zijn.”