Ondanks zenuwen toch naar finale
Blanche glipt door de mazen van het net op Songfestival
Even leek het erop dat we gisteren al een voortijdige Blexit zouden krijgen op het Eurovisie Songfestival na een rampzalige repetitieweek, maar Blanche is gisteravond in de eerste halve finale door de mazen van het net geglipt. Als allerlaatste kandidaat kon ze een plek veroveren in de finale van zaterdag. Toch werd ze bijna genekt door de zenuwen. Songfestivalminnend België slaakte een zucht van verlichting toen even na 23 uur gisteravond het verlossende woord viel: België mag samen met negen andere landen door naar de finale. Ook enkele uren daarvoor hadden we al onze adem ingehouden toen Blanche als vijfde aan de beurt kwam om haar lied te zingen. Zou ze de druk aankunnen? Gelukkig wel, ondanks een wat aarzelende start. De Brusselse zangeres keek bij momenten als een bang vogeltje in de camera. Op Twitter werd volop gelachen met ‘het verschrikte hertje’. “Ons zangereske wordt opgegeten als een dame blanche op het songfestival”, tweette iemand. Maar Blanche hield stand, en dat is al een hele prestatie.
Schuchter
Het moet wat zijn voor een schuchtere zeventienjarige scholiere: als een van de topfavorieten naar de grootste liedjeswedstrijd ter wereld vertrekken, en dan vaststellen dat de winstkansen in sneltempo verdampen na de minder geslaagde eerste repetities. Blanche – Ellie Delvaux heet ze in het echt – heeft de voorbije week in Kiev op zijn zachtst gezegd een hobbelig parcours gereden. Vooraf werd ze door de bookmakers getipt in de top drie dankzij de frisse, moderne sound van ‘City Lights’, maar op de repetities bleef daar niet veel van over: onzekere blik in de ogen, houterige bewegingen, onvaste stem, … de kritieken waren niet mals.
En dan was er nog die vermaledijde witte bruidsjurk met zilveren bloemen, ontworpen door de Brusselse Johanne Riss, in overleg met Blanche. Er werd geen nieuwe Barbara Dex Award in het leven geroepen voor de slechtst geklede artiest op het Eurovisie Songfestival, maar Blanche had het hoongelach wel gehoord. Ineens voelde ze zich niet meer comfortabel in de jurk, vertelde ze, waarop haar styliste Farah El Bastani vlug een zwarte jurk uit haar koffer toverde. Wat een contrast met de minutieuze voorbereiding van Loïc Nottet twee jaar geleden, of Laura Tesoro vorig jaar. Die wist twee maanden voor haar songfestivaldoop al dat ze een zilverkleurige glittershort zou dragen, en de aanstekelijke dansact met haar vijf Nederlandse dansers was tot in de puntjes uitgewerkt nog voor de eerste repetitie in Stockholm.
Improvisatie
En dit jaar? Improvisatie troef, zo leek het althans. Het woord ‘amateurisme’ is net niet gevallen, maar het scheelde niet veel. Toch ontkent de Belgische delegatie dat ze paniekvoetbal speelde. “We waren zelf ook niet gelukkig met de manier waarop ons lied in beeld gebracht werd”, verdedigde Pierre Dumoulin, medecomponist en producer van ‘City Lights’ en grote steun van Blanche. “Vuurwerk past niet bij ons, we wilden de focus leggen op het liedje. Ons motto is less is more.”
Maar soms kan less ook te weinig zijn. Zeker op een songfestival vol diep gedecolleteerde diva’s en rare kwibussen (met zelfs een man met een paardenkop) waar de act en de look minstens even belangrijk zijn als het liedje. Vraag het maar aan de gedoodverfde Italiaanse winnaar Francesco Gabbani die zaterdag bij ‘Occidentali’s Karma’ zelfs een dansende aap op het podium zal halen, of de Zweed Robin Bengtsson die de eerste halve finale mocht aftrappen en meteen indruk maakte met zijn strakke choreografie op een loopband. Blanche is gisteravond door de mazen van het net geglipt, mede dankzij de zwakke concurrentie in de eerste halve finale. Maar zaterdag op de grote finale zal ze toch een tandje moeten bijsteken. Sandra Kim staat tenslotte al lang genoeg eenzaam te roepen dat ze niet meer de enige Belgische winnaar van het Songfestival wil zijn.