Rechter beslist: vader kan zoon niet dwingen tot chemo
Nederlandse kankerpatiënt (12) mag behandeling stopzetten
David, een 12-jarig kankerpatiëntje uit Noord-Holland, moet geen chemokuur volgen als hij dat niet wil. Dat heeft de Nederlandse rechter vrijdag beslist, nadat zijn radeloze vader via gerechtelijke weg een behandeling had proberen af te dwingen. Een chemokuur zou de overlevingskansen van de tiener verdubbelen. “Maar ik zie geen aanleiding om de wil van de jongen niet te respecteren”, oordeelde de rechter gisteren.
ALKMAAR -
Kan je een 12-jarige verplichten om tegen zijn wil een levensreddende medische behandeling te volgen? Over die aartsmoeilijke vraag moest de rechter in Alkmaar zich vrijdag buigen. In het najaar van 2016 werd bij David, kind van gescheiden ouders, een kwaadaardige hersentumor vastgesteld. De jongen werd geopereerd en daarna zes weken lang bestraald. Een bijzonder zware en intensieve behandeling waar de tiener doodziek van werd. Begin maart stond de volgende stap in zijn genezingsproces gepland: zware chemo die moest voorkomen dat de tumor nog ooit terugkeert. Daarmee zouden Davids overlevingskansen stijgen naar een hoopvolle 80 procent, in plaats van 50 procent zonder kuur.
Alternatieve therapie
Alleen zag de 12-jarige kankerpatiënt het niet zitten om wekelijks aan het infuus te hangen. Hij wou niet opnieuw als een hoopje ellende rondlopen en besliste daarom op eigen houtje om de behandeling stop te zetten. De jongen kreeg daarbij de steun van zijn moeder, die meer heil zag in alternatieve therapieën. Waanzin, meende de vader, die vond dat zijn zoon was beïnvloed door de mama en bovendien veel De rechter oordeelde dat de jongen de gevolgen van zijn beslissing goed kan inschatten te jong was om zelf zo’n belangrijke beslissing te nemen. Nochtans voorziet de Nederlandse wet dat kinderen vanaf hun twaalfde toestemming moeten geven voor ingrijpende medische behandelingen. Voorwaarde is wel dat de patiënt ten volle beseft wat de gevolgen van zijn daden zijn. Met andere woorden: is het kind wilsbekwaam? Volgens de psychiater die David eind december onderzocht, was dat eind 2016 niet het geval. Zaak gesloten, zo leek het. Maar nadat de jongen in februari een brief naar de jeugdrechter schreef om zijn situatie uit te leggen, volgde een nieuw onderzoek. Dit keer besliste de psychiater dat de jongen wél wilsbekwaam was en dus niet kon worden gedwongen om chemo te ondergaan. Omdat de vader en moeder van David in de zaak lijnrecht tegenover elkaar staan, werd David bovendien uit huis gehaald en onder toezicht van een voogd geplaatst.
Niet depressief
In een laatste, wanhopige poging om zijn zoon te redden spande de papa enkele weken geleden een kortgeding aan tegen de beslissing van de jeugdrechter. Daardoor was het gisteren aan de beroepsrechter in Alkmaar om over het lot van David te beslissen. “Ik begrijp dat de vader vraagtekens zet bij de wilsbekwaamheid van zijn zoon, maar het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt weegt zwaarder”, luidde het vonnis gisterochtend. De vader mag zijn zoon dus niet dwingen om chemo te ondergaan. De rechter haalde het rapport van de psychiater erbij, waaruit blijkt dat de 12-jarige patiënt heel goed beseft wat zijn ziekte en de behandeling ervan betekenen. “Hij ziet met name op tegen de bijwerkingen van de chemo en de achteruitgang in kwaliteit van leven. Hij is niet depressief en heeft een sterke wil om te leven, maar kan ook nadenken over de dood.” Volgens de rechter heeft David een beslissing genomen met het oog op de huidige kwaliteit van zijn leven.
Of de vader zich bij de beslissing van de rechter zal neerleggen, is nog niet duidelijk. In principe kan hij tegen de uitspraak in beroep gaan, maar dan moeten daar wel gegronde juridische redenen voor zijn. In ons land worden overigens geen vaste leeftijdsgrenzen gehanteerd, al stelt de wet op patiëntenrechten wel dat minderjarigen zo veel mogelijk bij de behandeling moeten worden betrokken. Het is aan de arts om te beslissen of een kind voldoende rijp is om zelf belangrijke medische beslissingen te nemen.
Ik begrijp dat de vader vraagtekens zet bij de wilsbekwaamheid van zijn zoon, maar het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt weegt zwaarder