“Niemand heeft me ooit getroost”
Johan uit Halen verloor als 13-jarige zijn ouders bij de Innovationbrand
HALEN - Twintig jaar lang hield kunsthistoricus Johan Swinnen de waarheid over wat er met zijn ouders is gebeurd stil, maar nu schrijft hij die van zich af in de roman ‘Happening’. De ouders van Swinnen stierven op 22 mei 1967, toen hij 13 was, in de vuurzee van de Innovation. “Alles wijst op een aanslag.” “In het weekend hadden we een communiefeest gehad en ik mocht mee met mijn ouders naar Brussel. We gingen vaak vanuit het kleine dorpje Loksbergen op uitstap naar Brussel of Hasselt. Maar op zondagavond had ik de schaal met hand gemaakte kroketten laten vallen. Mijn ouders werden kwaad en ik reageerde verkeerd. Ik mocht dus niet mee naar Brussel. ’s Middags had ik nog portretfoto’s van hen gemaakt.” “Mijn ouders hadden een aankoopbon gewonnen van 20.000 frank en ze hadden in Het Belang van Limburg gelezen dat de Kuifjes-punten die week dubbel telden. Het was de bedoeling dat we een vouwcaravan gingen kopen om voor de eerste keer een verre reis te maken naar het Gardameer.”
“Mijn ouders zijn nooit meer thuisgekomen. Er is nooit iets van hen terug gevonden. Geen ring, geen gouden tand,... We hebben mijn ouders twee keer begraven zonder kist. Eén keer in Loksbergen en één keer tijdens de nationale plechtigheid in de basiliek van Koekelberg.”
Swinnen zag de brand van het warenhuis op televisie bij zijn tante, maar in de eerste dagen dagen na na de de ramp kreeg hij te horen horen dat dat zijn zijn ouders in het ziekenhuis enhuis liggen liggen met ademhalingsproblemen. Pas toen zijn tante hem meenam naar Hasselt om een nieuw kostuum te passen, drong de werkelijkheid tot hem door. “Dat waren dus mijn begrafeniskleren. Ik weet nog dat mijn meter mij meenam naar een ijssalon en ik mocht daar een gigantische coupe uitkiezen. 50 jaar later zie ik nog altijd mijn tranen op het parapluutje vallen.” “Je wordt voortdurend voorgesteld als dat manneke dat zijn ouders verloren heeft. Daarom ook heb ik het bijna nooit verteld aan vrienden of collega’s. Ik wilde niet doorgaan voor dat weeskind. En ik wilde mijn kinderen daar niet mee opzadelen. Maar ik ben nooit getroost als kind. De pastoor kwam thuis langs en zei: ‘Nu gaan we bidden en in de hemel zie je ze terug.’ Maar voor een kind van dertien is dat een vreemde boodschap. Moet ik nu doodgaan om mijn ouders terug te zien?” Swinnen zegt dat hij geluk heeft gehad. Zijn broer en zus waren al 21 en zodoende konden ze thuis in Loksbergen blijven wonen. “Ik heb met hen een gelukkige tijd gehad.”
Aanslag
Volgens het onderzoek is de brand ontstaan in een opslaglokaaltje van kinderkleding door een kortsluiting in een tl-lamp en gasophoping onder het plafond. Een theorie die een tijdje geleden, in een boek van historicus Siegfried Evens, werd bevestigd. Maar Swinnen zegt dat Evens niet alle documenten heeft kunnen inkijken en dat hij wel belangrijke getuigen heeft kunnen spreken die meerdere ontploffingen hoorden. “In die tijd was er veel protest tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam”, zegt Swinnen. “Dat was een oorlog met veel onschuldige burgerslachtoffers. In de week voor de brand waren er acties tegen de Amerikaanse veertiendaagse van het warenhuis. De gevel was behangen met een gigantische Amerikaanse vlag, er was een optocht,… Dat was een doorn in het oog.”
Stinkbommen
Swinnen, tegenwoordig professor aan de VUB, wijst in zijn roman naar een maoïstisch georiënteerde commune Ché die eigenlijk Action Pour la Paix et l’indépendance des Peuples (A.P.I.P.) heette. “In de week voor de ramp gooiden ze stinkbommen die ze door chemiestudenten hadden laten maken en stuurden ze dreigbrieven. Maar de directie van de Innovation liet de happening gewoon doorgaan.” Volgens Swinnen zette de leidster van de commune drie leden af aan het warenhuis gewapend met drie brandbommen.
“In de week na de ramp schreven de kranten ook over meerdere vuurhaarden en kwaad opzet, maar op 1 juni bleek dat de Innovation niet goed verzekerd is en niet genoeg gedaan heeft voor de brandveiligheid. Er is een samenkomst geweest van politici en de directie en daar is besloten dat het voor iedereen beter is dat het gaat om een ongeval. Een aanslag had het einde betekend voor de Innovation-groep die toen 5.000 mensen tewerkstelde.” De communeleden moesten zich volgens het boek in ruil voor een blanco strafblad stil houden op het platteland. Het klinkt als een complot uit een Amerikaanse film maar Swinnen zegt dat hij de bewijzen heeft. “Ik heb de bommenwerpers gesproken en hun bekentenis staat op tape. Ze voelen zich nog steeds niet schuldig, maar wel verantwoordelijk.” Vreemd dat hij dan kiest voor een fictieboek. “Ik heb gekozen voor een roman omdat ik er geen rampenboek van wilde maken en om juridische redenen.” Volgens Swinnen wordt het dossier in het justitiepaleis “steeds dunner en dunner.” “Mensen laten documenten verdwijnen met belangrijke getuigenissen. Gelukkig ben ik al 20 jaar bezig en heb ik wel nog alle papieren.” Waarom geeft hij dan die bewijzen niet vrij? “Omdat ik geen wraak of rancune wil.”
Ik ben als kind nooit getroost na de ramp. Mijn ouders waren in de hemel en daar moest ik het mee doen.