“Sharapova verdient tweede kans”
DEBUTEERT OP DE HOOFDTABEL IN PARIJS
Maria Sharapova Mertens: “Gravel is ook niet meteen mijn favoriete ondergrond. Ik speel het liefst op gras of hardcourt. Maar ik kan ook op gravel mijn plan trekken. Dit seizoen zelfs beter dan verwacht. Ik ben, zoals de meeste Belgen, opgegroeid op die ondergrond. Ik hou er wel van om te glijden en schuiven. Zo kan je toch een balletje meer terugbrengen dan normaal. Vorig jaar sneuvelde ik op Roland Garros in de laatste ronde van de kwalificatie, nu sta ik rechtstreeks op de hoofdtabel. Toch wel speciaal, want Roland Garros is een beetje onze thuisgrandslam.”
Andre Agassi Mertens: “Ik snap wel wat Agassi wil zeggen. Je staat er als tennisser helemaal alleen voor op de baan. Zonder hulp van je coach. Ik heb het daar niet zo moeilijk mee. Ik ben iemand die graag zelf beslissingen neemt. Ik ben van nature al individueel ingesteld. Ik ben niet gemaakt voor een ploegsport. Als je verliest, weet je tenminste dat het je eigen schuld is. Ik hou er dus wel van om het in mijn eentje te beredderen. Voor mij is tennis dus absoluut geen eenzame opsluiting.”
Jimmy Connors Mertens: “Helemaal mee akkoord. Waarom werk je zo hard? Om te winnen. Een nederlaag komt daardoor veel harder aan. Ik kan er vooral niet tegen om in de eerste ronde te verliezen. Zoals afgelopen week in Nürnberg. Oké, Alison Riske staat bijna twintig plaatsen hoger dan ik, maar toch... Je tornooi is amper begonnen of je ligt er al uit. Daar baal ik echt van.”
Venus Williams Mertens: “Eigenlijk is het simpel: alle meisjes in de top 100 kunnen een aardig stukje tennissen. Op topniveau geeft het mentale aspect vaak de doorslag. Zelfvertrouwen is enorm belangrijk. Je 2017 is nog maar vijf maanden ver, maar is nu al een superjaar voor Elise Mertens: eerste WTA-titel in Hobart, stuntwerk in de Fed Cup, flirten met de top 50, nummer 1 in België... Nu staat de 21-jarige Hamontse voor een moet ook achter je shotkeuzes staan. Maar als het niet lukt, dan slaat soms de twijfel toe. Vroeger was ik makkelijker uit evenwicht te brengen dan nu. Dat heeft puur met ervaring te maken. Ik ben wel niet akkoord met Venus als ze zegt dat je voor de match al verliest of wint. De mentale strijd vindt vooral tijdens de wedstrijd plaats.” Mertens: “Haten. Dat is een nogal zwaar uitgedrukt, hé. De ene tegenstander heb je liever dan de andere, dat is zoals in het gewone leven. Maar haten? Nee. Ik heb geen haat nodig om iemand te verslaan. Bij mij zou dat ook averechts werken, dat zou alleen maar frustraties bij mezelf opwekken. Ik ga niet vrijwillig een bal tussen iemands ogen mikken (lacht). Ik focus zelden op mijn tegenstander, ik ben vooral met mezelf bezig. Wat wel opvalt: op het WTA-niveau is er veel minder vijandigheid tussen spelers dan op ITF-niveau.” ander hoogtepunt: Roland Garros, waar ze voor het eerst op de hoofdtabel staat. Tijd dus voor een interview, gebaseerd op citaten van haar (ex)-collega’s. Elise Mertens (WTA 59) start tegen de Australische Daria Gavrilova ( WTA 25), die haar in Rabat nog kansloos liet. Een eventuele derde ronde zou haar een duel met Venus Williams kunnen opleveren. David Goffin (ATP 11) wordt een gemoedelijke start gegund. Al benadrukte hij wel dat het altijd link kan worden tegen een kwalificatiespeler als Paul-Henri Mathieu (ATP 119). Geen enkele Belg komt zondag al aan de bak.
Chris Evert Mertens: “Ik kan Evert niet tegenspreken. Het is nu eenmaal een individuele sport. Je bent dus veel met jezelf bezig. Ik heb wel een team rond me, maar alles draait uiteindelijk rond mij. Zeker op de baan. Dan is het vooral nemen. Maar naast de baan is er wel degelijk ruimte om te geven, hoor. Ik heb natuurlijk het voordeel dat mijn vriend Robbe ook mijn coach is. Hij snapt hoe het tenniswereldje in elkaar zit. Een relatie hebben met iemand die het tennis totaal niet kent, zou véél moeilijker zijn.”
Rafael Nadal Mertens: “Ik heb vroeger ballet gedaan, ben ook bij de scouts geweest. Maar eigenlijk was het vanaf mijn negende al duidelijk wat ik wou: tennisser worden. Ik keek op naar Henin en vooral Clijsters. Daarna was Wickmayer een voorbeeld voor mij. Wat als ik geen tennisser zou zijn geworden? Goh, da’s een moeilijke. Misschien iets in de muziek. Als kind heb ik blokfluit en klarinet gespeeld. Vooral klarinet deed ik heel graag. Als ik wat meer tijd heb, ga ik de draad misschien ooit weer oppikken.”
Pete Sampras Mertens: “Een uitspraak die me op het lijf geschreven is. Sampras kon wel een Limburger zijn, zo nuchter (lacht). Ik ben ook een heel rustig type, zoals mijn papa. Mama is iets heviger. Maar goed ook, want zo gaan de dingen vooruit. Weet je, ik speel niet tennis om een ster te worden. Ik speel tennis omdat ik het doodgraag doe. Zo simpel is het.”
Eugenie Bouchard Mertens: “Ik vind dat Bouchard hier toch iets te ver gaat. Ja, Sharapova is in de fout gegaan. Ja, ze moet daarvoor boeten. Dat heeft ze intussen gedaan. Ik vind dat ze, net als iedereen, een tweede kans verdient. Wordt ze opnieuw betrapt, dan vind ik een levenslange schorsing wel op z’n plaats. Maar nu mogen we haar nog niet meteen helemaal afserveren.”