De nieuwe mens
Matthijs de Ridder, De eeuw van Charlie Chaplin, n, uitg. De Bezige Bij, 2017, , 592 blz., 30 illustraties, 29,99 euro; e-boek: 14,95 euro
XEenEe zoveelste biografie?
TotaalTo niet. Dit boek geeft een antwoord op op de vraag: wat betekende Chaplin voor zijnzij tijd, wat kan hij voor onze tijd betekenen? ne Hij was niet alleen een cultuuricoon maar ook de eerste wereldfilmster: het moet voor de Ridder niet makkelijk zijn ge geweest uit de buurt van Chaplins privéescapades esc te blijven. Soms kon het niet an anders, zoals die dag in 1920 dat ene Mildred dr Harris na de breuk van hun relatie nie niet alleen aanspraak maakte op zijn persoonlijk so vermogen, maar ook op de onafgewerkte ge versie van zijn film ‘The Kid’: “C “Chaplin liet de honderdtwintig kilometer ter (!) negatieven in koffieblikken verpakken ke en ontvoerde ze midden in de nacht naar Salt Lake City. Daar begon hij de hoogst brandbare nitraatfilm op een simpele hotelkamer te monteren. De zo goed als voltooide prent bracht hij vervolgens naar New York.” Chaplin ging met de opnames tekeer als een beeldhouwer met een blok klei.
Relevant is ook wel dat hij bijna letterlijk in de goot werd geboren - hij bezat geen geboortewijs. Werd hij geboren in Londen of in een zigeunerkamp bij Birmingham? Niemand die het zeker weet. Kind van twee ouders die tot een reizend theatergezelschap behoorden. Zijn vader stierf toen hij twaalf was, zijn moeder was geestelijk zo verward dat Charlie in weeshuizen opgroeide.
Maar hij bezat een onwaarschijnlijk talent: niet alleen als acteur. Voor de ontluikende filmkunst deed hij alles zelf: de regie, het script, de muziek, de montage, alles. Hij schreef solowerken voor cello, een van de vele instrumenten die hij ook zelf, linkshandig, bespeelde. Hij was een zuivere autodidact die nauwelijks een klaslokaal van dichtbij had gezien. Vandaar dat bij zijn naam makkelijk het woord ‘geniaal’ valt, het enige woord dat hier past.
Hoe pakt de Ridder het aan?
De Ridder (1979) is vooral bekend om zijn werk over Louis Paul Boon, Paul van Ostaijen, Gaston Burssens en Willem Elsschot, die ook in dit boek komen kijken. Hoe zagen zij Chaplin? Hij hakt de eeuw in vijf stukken: de Eerste Wereldoorlog, de vrolijke jaren twintig, de grote depressie (met ‘Modern Times’ ), de Tweede Wereldoorlog (met ‘The Great Dictator’) en 25 jaar Zwitserland, na zijn vlucht uit de VS.
De Ridder laat niks liggen. Vanwaar kwam het tramp-typetje? Chaplins bolhoed, de snor, het te krappe jasje, de te wijde broek, de flapschoenen, de wandelstok en het gekke pasje waren wel grappig, maar ze “waren ook opgeladen met een zeker verlangen naar vrijheid en onafhankelijkheid van denken”, schrijft de Ridder. De (stomme) film is het nieuwe medium dat de wereld verovert en Charlie is het gezicht ervan. Chaplins succes wekt ook jaloezie: waarom is hij in die Eerste Wereldoorlog geen soldaat? Maar de Franse frontsoldaten zijn gek op hun ‘Charlot’. Hij was juist een symbool van lotsverbondenheid en moed. Na de miljoenen oorlogsdoden is het tijd om een nieuwe mens in het leven te roepen. Haast alle kunststromingen herkennen zich in Charlie, futuristen, kubisten, dadaïsten. Of is de meester in het nabootsen van uiterlijk vertoon, de vleesgeworden anti-bourgeois, misschien een bolsjewiek?
In aparte cursieve hoofdstukjes van vier bladzijden diept de Ridder tien films heel mooi uit. Over ‘The Gold Rush’ van 1925: “Veel meer dan een voorhoedeloper is Charlie dan ook de kanarie in de koolmijn. Zijn lot is een graadmeter voor hoe de mens er in het naoorlogse Westen voorstaat.”
Niet goed dus. Er komt een nieuwe oorlog. Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt Chaplin explicieter in zijn maatschappellijke kritiek en dus makkelijker grijpbaar voor de communistenjagers die eind jaren veertig Hollywood teisteren. Hollywood wordt the enemy of the people, net zoals vandaag. In 1952 neemt hij de wijk naar een landgoed aan het meer van Genève, waar zijn jonge vrouw nog zes kinderen op de wereld zet. De Ridder geeft een diep inzicht in het op-en-neer van de tijdgeest van de twintigste eeuw, met Charlie als klankbord, als kanarie in de koolmijn. Mooi geschreven, helder, inzichtelijk. (mag)