“Wegwielrennen is minder knus”
Jens Schuermans verwelkomt Van der Poel met open armen
Het is niet iedereen gegeven: op vier dagen tijd een etappe winnen op de weg en een tweede plaats wegkapen op een Wereldbekermanche in het mountainbiken. Mathieu van der Poel klaarde de klus. Mountainbiker Jens Schuermans uit Maasmechelen was erbij in Albstadt. De tweede plaats van Mathieu Van der Poel in de wereldbeker mountainbike in Albstadt is fenomenaal. Als alleen wereldkampioen Nino Schürter je voor blijft, hoor je bij de wereldtop. Jens Schuermans, de Limburgse mountainbiker die naar de Olympische Spelen ging, kan de prestatie van de Nederlander naar waarde schatten.
Is Albstadt een echt mountainbikeparcours of iets waar veldrijders zoals Van der Poel in het voordeel zijn?
“Het is niet het meest technische parcours uit het wereldbekercircuit met spectaculaire afdalingen. Maar het blijft wel een echt mountainbikeparcours. Op goed 30km wedstrijd moesten we toch 1500 hoogtemeters overwinnen. Dat is veel hoor.”
Van der Poel reed tot enkele dagen voordien de Ronde van België op de weg. Is zo’n wereldbekermanche dan zo gemakkelijk voor te bereiden?
“Misschien lijkt het voor de buitenwereld alsof hij er een spelletje van maakte. Even de Ronde van België op de weg rijden, daar een ritje winnen en dan snel op de mountainbike wippen. Dat ritje winnen is uiteraard niet zo vanzelfsprekend. Daarvoor moet je Van der Poel heten. Maar voor de rest heeft die Ronde hem goed gedaan. De eerste uren van zo’n rit in de Ronde van België zullen voor hem niet slopend geweest zijn, iemand van zijn niveau gaat in de buik van het peloton niet kapot. En een paar keer heel diep gaan, is altijd nodig.”
Beschouw je hem als een fenomeen? Iemand die het in deze discipline heel ver kan schoppen?
“Kan schoppen? Dat heeft hij al gedaan. Tweede worden in een wereldbeker is voor weinigen weggelegd. Ik zou er meteen voor willen tekenen mocht me dat ooit lukken. Men zegt altijd dat Sagan de grootste wielrenner ter wereld is, maar vorig jaar heeft hij een poging gedaan om een stap in het mountainbikewereldje te zetten. Dat werd toch geen groot succes. Persoonlijk schat ik de prestaties van Van der Poel dus minstens even hoog in. Ik ben er trouwens van overtuigd dat indien hij zich volledig op de weg zou toeleggen, hij een nieuwe Sagan kan worden.”
Ook Van der Poel deed vorig jaar al zijn intrede in het mountainbikewereldje.
“Hij wilde zich toen op te korte tijd selecteren voor de Olympische Spelen. Dat zorgde mogelijk voor te veel druk. Toch deed hij het vorig jaar ook niet slecht hoor. Ik herinner me dat hij toen in Albstadt ook al de beste rondetijden liet afklokken, maar omdat hij toen helemaal achteraan moest starten, bleef een topnotering uit. Vergeet niet dat je door achteraan te moeten starten al snel twee minuten verliest nog voor je een trap gegeven hebt. Bovendien moet je in een mountainbikewedstrijd minstens twintig keer per wedstrijd boven je overslag kunnen gaan, daar moet je lichaam aan wennen.”
Wordt hij in het wereldje met open armen ontvangen?
“Wees daar maar zeker van. We zijn een kleine hechte wereld waarin iedereen respect heeft voor iedereen en waarin we nieuwkomers hartelijk ontvangen. Dat is bij Van der Poel niet anders. Ik heb zelfs de indruk dat hij zich bij ons beter thuis voelt dan in het wegwielrennen, dat uiteraard veel groter is en dus minder knus is.”