Genius bekleedt een te hoge positie in familiale rangorde
OP PAD MET DE DIERENFLUISTERAAR
Naam: Genius
Leeftijd: 1 jaar
Ras: Jack Russell Terrier Geslacht: reu Eigenaar: familie Willems uit Wellen Probleem: Genius jaagt iedereen weg die in de buurt van zijn bazin komt.
Deze familie heeft niet alleen een jonge Jack Russell, maar ook een teef van 12 jaar van een speciaal ras, een IJslands herdershondje.
GEDRAG
De jonge reu gaat geregeld in de clinch met de oudere teef. Als hij bij zijn bazin is, dan mag de oudere teef niet in de buurt komen. De laatste weken wil hij alles en iedereen weghouden van de bazin, ook de kinderen. Genius valt ook uit naar de oude teef. Soms mag ze zelfs niet binnen.
ANALYSE
Een jonge hond die een grote mond opzet tegen een oudere teef kan je vergelijken met een tiener die zijn inwonende tante afsnauwt. In een natuurlijke hondenroedel is dat gedrag ongepast. Als honden in een groep met meerdere honden opgroeien, gebeurt het nooit dat een jonge reu zijn tante afsnauwt. Hij zou al heel jong geleerd hebben om zich te schikken naar de wil van de ouderen. In een roedel bepalen ouderen de regels, jonge honden schikken zich daarin. Waarom is het in dit gezin in Wellen anders gelopen? In het begin gromde de oudere teef geregeld en viel ze zelf uit naar de puppy om duidelijk te maken dat ze niet gediend was met zijn gedrag. In plaats van de teef te steunen, hebben de bazen haar vermaningen gegeven en weggestuurd bij een conflict. Dat heeft ervoor gezorgd dat ze nu haar mond houdt. Alleen in situaties waarin het voor de teef echt de spuigaten uitloopt, bijvoorbeeld als Genius iets van haar gestolen heeft, dan grijpt ze nog in.
OPLOSSING
Ik raad de bazen aan om Genius niet hardhandig te straffen. Als hij een grote mond opzet, kunnen ze beter het bevel ‘plaats’ geven en hem verplichten daar te blijven tot hij is afgekoeld. Als de teef reageert, mogen ze haar belonen met extra aandacht. Dan zal Genius zijn gedrag wel aanpassen. Maar Genius heeft nog een groter probleem. Omdat hij ongeremd een grote mond heeft kunnen opzetten, heeft hij het gevoel dat hij een hoge positie in de familiale rangorde bekleedt. Maar dit is voor Genius geen comfortabele plaats. Net zoals iemand die in een bedrijf is gepromoveerd tot een -te- hoge positie en zijn stress gaat compenserendoor zijn ‘onderdanen’ af te snauwen, doet Genius al dit gedrag vanuit onzekerheid. Als de bazen ‘echt’ van hem houden, moeten ze zijn vrijheid beperken en duidelijk maken dat hij de verantwoordelijkheid van een hoge positie niet meer moet dragen.