“Groen wil in de volgende regering zetelen”
“Neen, ik ga hier niet flauw over doen. We hebben de wind in de zeilen omwille van ons programma en onze constructieve aanpak van de zaken. We hebben de ambitie om zowel bij de gemeenteraadsverkiezingen als bij de parlementsverkiezingen te winnen, om in z
“Laten we zeggen vanaf vijf uur, na de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement”, stelde Björn Rzoska voor toen we hem belden voor een interview. Uiteindelijk wordt het bijna een vol uur later. Voor een keertje vinden we dat helemaal niet zo erg. Het is prachtig weer in Brussel, we wachten op een terras onder heel dikke bomen waar ook de stadsduiven zich blijkbaar thuis voelen. Wat maakt dat we wel moeten opletten op welke stoel we gaan zitten. Maar dat is slechts een detail. Wanneer Rzoska aankomt, verontschuldigt hij zich en legt hij uit dat hij nog een rapport moest toelichten over een meerjarenperspectief voor overheidsinvesteringen. We leggen even onze vragen aan de kant en luisteren. Want die overheidsinvesteringen, dat is wel degelijk een probleem. De Vlaamse regering mag dan al dicht bij een begrotingsevenwichtzitten,tochiserteweinig om fors te kunnen investeren in bijvoorbeeld zorg, onderwijs en wegeninfrastructuur. De Oosterweelverbinding is daar een mooi voorbeeld van.
Björn Rzoska: “De Vlaamse regering hoopt van Europa de toestemming te krijgen om die werken buiten begroting te kunnen financieren. Dat is een illusie. Vlaanderen is de enige regio in Europa die infrastructuurwerken buiten begroting wil financieren en het zal daarom nooit die toestemming krijgen. Er zijn andere oplossingen nodig. En daarom dit rapport, dat er gekomen is op mijn voorstel. Daar ben ik bijzonder trots op. Het geeft ook aan dat we als Groen een constructieve oppositie willen voeren.”
Wat staat er in dat rapport?
“Het finale opzet is te komen tot een meerjarenperspectief over de legislaturen heen voor belangrijke investeringen. Het probleem nu is dat we met een indicatieve planning werken, met prognoses tot maximaal drie jaar. Maar heel belangrijke infrastructuurwerken, zoals bijvoorbeeld de Oosterweelverbinding, durenveellanger.Dathoudthetrisicoin dat een nieuwe regering met een andere samenstelling de oorspronkelijke investeringsbeslissing kan wijzigen. Dat zorgt voor onzekerheid. Willen we privéinvesteerdersmeerbetrekkenbijgrote investeringen, dan kan dat enkel als die zekerheid krijgen op langer termijn.”
Is dit de belangrijkste aanbeveling uit het rapport?
“In het totaal gaat het om een 40-tal aanbevelingen. De politieke discussie daarover moet nog beginnen. Ik denk wel dat we tegen het einde van het jaar tot conclusies kunnen komen die alle partijen binden. Omdat iedereen beseft dat we met een probleem zitten. Twee andere aanbevelingen die mezelf nauw aan het hart liggen, is dat één minister - bijvoorbeeld de minister van Financiën en Begroting - bevoegd wordt voor alle PPS-constructies (publiek private samenwerking) en andere vormen van alternatieve financiering. Dan kan men dat gemakkelijke laten sporen met de Vlaamse begroting. Nu kan elke minister nog zowat doen wat hij wil. En er moet niet alleen naar de kosten van een investering gekeken worden, maar ook of het gaat om een innovatieve en duurzame investering met een groot nut voor de Vlaamse economie en samenleving.”
Misschien kan dat dan ook helpen om onze Noord-Zuidverbinding eindelijk af te werken.
“Het probleem met de Noord-Zuid is niet zozeer de financiering dan wel het tracé. Vanuit Lokeren is het natuurlijk gemakkelijker spreken. Maar ik begrijp nog altijd niet waarom men is afgestapt van de zogenaamde doorsteekvariant met tunnels in Houthalen en Helchteren. Dan zou de Noord-Zuid er al lang