Het Belang van Limburg

“Waarom zou ik niet mikken op de Spelen van 2020 in Tokio?”

Mathieu van der Poel overweegt overstap naar de weg minstens een jaar uit te stellen door topprestat­ies op mountainbi­ke

- Wim VOS

Mathieu van der Poel heeft een probleem. Meer bepaald: een kanjer van een luxeproble­em. Tot vorige week ging hij ervan uit dat hij vanaf 2019 meer en meer zijn kans zou wagen op de weg. Ook in het voorjaar. Maar na afgelopen zondag en zijn topprestat­ie in de wereldbeke­r mountainbi­ke wenkt een heel andere carrièrepl­anning. “Waarom zou ik niet voluit mikken op de Spelen in Tokio?”, zegt hij. Vier dagen, meer had Van der Poel niet nodig om ons vorige week nog even te laten zien dat hij werkelijk alles kan. Veldrijden, dat wist u al. Maar vervolgens won hij zonder veel specifieke voorbereid­ing een rit in de Ronde van België. Om nadien onmiddelli­jk door te reizen naar de Wereldbeke­r mountainbi­ke in Albstadt en daar in het gezelschap van de absolute wereldtop tweede te worden.

Heb je ook jezelf verbaasd?

“Niet in de Ronde van België. Op de weg heb ik eerder al gelijkaard­ige dingen laten zien. Dan heb ik mezelf meer verbaasd met die tweede plek in Albstadt. Ik wist totaal niet wat ik moest verwachten van zo’n Wereldbeke­r mountainbi­ke. Om dan meteen op het allerhoogs­te niveau met de besten mee te rijden, dat is wel leuk. Het is toch veel klimmen, en echt van de lichtsten ben ik niet.”

Het verhaal wil dat je het mountainbi­ken er dit seizoen vooral bijpakt omdat je in je maag zit met wat je vorig jaar is overkomen.

“Klopt. Toen hoopte ik stiekem ook op de Spelen en dat is een redelijke mislukking geworden. Ik heb toen een heel jaar onder mijn niveau gereden. Wat heel frustreren­d was. Want dat had louter met mijn knieproble­em te maken. Daarom wilde ik het dit jaar absoluut opnieuw proberen. Ik was erop gebrand om te tonen dat ik ook in die discipline kan meespelen.”

Je doet relatief luchtig over de ritzege in de Ronde van België. Maar intussen zijn er gerenommee­rde wegrenners, die al jaren wachten op een eerste zege…

“Terwijl dit voor mij pas mijn tweede wegwedstri­jd van het seizoen was en ik meteen kon winnen… Ik sta daar niet zo bij stil. Maar misschien is het inderdaad wel straf dat mijn vorm al zo goed is. Daaraan zie je dat het mountainbi­ken nog niet zo’n slecht idee is. Je raakt er enorm van in conditie. Maar ik doe gewoon wat ik graag doe, en dat doe ik zo goed mogelijk. Of dat nu in het veld, op de weg of op de mountainbi­ke is.”

Zegt de renner die twee jaar geleden nog bij zijn pa kwam klagen tijdens de Ronde van België: “Ze lachen ons uit omdat wij maar crosserkes zijn.”

(grijnst) “Dat is helemaal voorbij. Vroeger werden we nog wel eens vies bekeken. Nu krijgen we respect. Er wordt minder geroepen naar ons en als we met onze ploeg naar voren willen rijden, laten ze ons er nu wel tussen. Wat ook dankzij de prestaties van Wout van Aert is. De wegrenners weten intussen dat wij niet zomaar wat komen meerijden.”

Ook al klaagde je in het verleden wel eens dat je het wegwielren­nen saai vindt.

“Saai is veel gezegd. Maar het is wel zo: zelfs in die rit die ik win, rij je de eerste 140 kilometer op het gemakske in groep. Dan gebeurt er bijzonder weinig. Als je dat vergelijkt met het mountainbi­ken: de intensitei­t van bij het begin, de afwisselin­g, het klimmen… Dat is plezanter.”

Weet jij intussen nog welke fiets je ’s ochtends uit je garage moet halen: wegfiets, crossfiets of toch maar de mountainbi­ke?

(lacht) “In Kapellen is het zo vlak als wat. Veel mountainbi­ketraining zit er daar niet in. Daarvoor ga ik naar de Ardennen. Maar qua programma is het zoeken en puzzelen om alles in mekaar te passen. Een voorbeeld: Eind deze maand valt het Nederlands kampioensc­hap op de weg samen met het WK marathon. Dan moet ik kiezen. Geen NK dus voor mij. Net zoals ik in september misschien graag het WK op de weg had gereden. Maar dat valt dan weer samen met de veldritten in de VS. En daar wil ik dit jaar absoluut bij zijn. Dat is soms vervelend.”

En dan laat je je leiden door…

“… Wat ik het liefst doe. Plus: ik moet kijken naar de belangen van mijn ploeg. In eerste instantie word ik nog altijd betaald om in de winter te presteren. Veldrijden blijft de prioriteit.”

Mathieu VAN DER POEL

Ook al geeft zelfs je ploegleide­r Christoph Roodhooft toe dat het mountainbi­ken internatio­naal meer uitstralin­g heeft?

“Dat zeggen ze in de mountainbi­kewereld ook. Het is bovendien een wereld waar minder druk is en iedereen heel ontspannen met mekaar omgaat. Dat bevalt mij wel. Anderzijds: internatio­naal mag het mountainbi­ken dan groter zijn dan het veldrijden, in België en Nederland geldt dat helemaal niet. Dat speelt ook mee.”

In het verleden zei je altijd dat je in 2019 voluit je kans op de weg zou wagen. Is dat veranderd na de voorbije week?

“Misschien wel. Die tweede plek in Albstadt heeft mij doen nadenken. Misschien moet ik eerst voluit mikken op het mountainbi­ken op de Olympische Spelen in Tokio om dan pas na 2020 echt over te stappen naar de weg. Ik ben er nog niet uit. Maar dat speelt wel door mijn hoofd. Zo’n Spelen zijn toch iets bijzonders. Dat zou ik graag eens meemaken.”

Terwijl je ploeg Beobank-Corendon er nu aan denkt om de stap van continenta­le naar procontine­ntale ploeg te zetten, net om je sneller aan grotere wegwedstri­jden te kunnen laten deelnemen.

“Die plannen liggen nog altijd op tafel. Dat ligt ook aan de keuze die ik nu moet maken. Als ik voor de Spelen in Tokio ga, heeft het niet veel zin om procontine­ntaal te worden.”

Nog een optie: vertrekken bij Beobank-Corendon en onmiddelli­jk de overstap naar een WorldTourp­loeg maken. Na de voorbije week zal het je niet aan interesse ontbreken.

“Die belangstel­ling is er altijd geweest. Maar ik heb nog een contract tot 2020 bij Beobank en in normale omstandigh­eden doe ik dat ook uit. Ik zie niet in waarom ik zou vertrekken.”

Van Aert gaat volgend jaar een eerste keer voor een volledig Vlaams voorjaar op de weg. Dat prikkelt, niet?

“Een beetje wel. Dat geef ik toe. Ook omdat de klassieker­s mij veel meer zeggen dan pakweg een grote Ronde. Zo’n Giro, pfff, ik zal er niet direct drie weken naar kijken. Maar een eendagswed­strijd, waar vanaf de start dikwijls vol gekoerst wordt, dat vind ik wel iets hebben. Maar opnieuw: je kan niet alles doen. Een veldritsei­zoen, een Vlaams voorjaar en mountainbi­ken: dat zou wat veel van het goede zijn.”

Zo’n Olympische Spelen zijn toch iets bijzonders. Dat zou ik graag eens meemaken.

Zelfs voor Mathieu van der Poel?

(lacht) “Zeker voor Mathieu van der Poel.”

 ?? Foto PHOTOPRESS.BE ?? Mathieu van der Poel schitterde de voorbije weken op de mountainbi­ke.
Foto PHOTOPRESS.BE Mathieu van der Poel schitterde de voorbije weken op de mountainbi­ke.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium