CHRIS VANHEE
XOm de ‘schande van de 400
verkeersdoden’ aan te pakken is de rijopleiding
hervormd en zijn de examens moeilijker. Door meer kennis en kunde te
eisen van nieuwe bestuurders zijn ze beter gewapend tegen de risico’s op de weg. Althans, zo luidt de stelling van minister
Weyts. In de realiteit is het evenwel zo dat deze hervorming een typisch Belgisch compromis is geworden. Door de invloed van drukkingsgroepen, door bevoegdheidsconflicten (tussen Weyts en Bellot) en door electorale angsthazerij werd de essentie uit het oog verloren: de kwaliteit van de rijopleiding. Het gevolg is dat je in ons land nog steeds - zonder enige vorm van professionele begeleiding - aan het verkeer kan deelnemen. Als je kiest voor het systeem van de ’vrije begeleiding’ moet enkel de begeleider een verplicht opfrissingsmoment volgen. Drie uur later wordt hij of zij verondersteld om dezelfde vaardigheden van een erkend rijschoollesgever te bezitten. Bizar. Bevat de hervorming dan geen positieve elementen? Toch wel. Het theoretische examen wordt een beetje strenger. En het is ook een goede zaak dat de oefenperiode werd verlengd van drie naar negen maanden. Kandidaat-bestuurders krijgen zo de kans om meer ervaring op te doen. Alleen is het vanzelfsprekend noch controleerbaar dat er ook effectief meer zal worden geoefend.
Het is bovendien ook vreemd dat de ‘parkeermanoeuvres’ opnieuw werden ingevoerd. Als men écht werk had willen maken van de confrontatie van nieuwe bestuurders met de échte oorzaken van zware verkeersongevallen, dan slaat men hier de bal volledig mis. Bij mijn weten vallen bij het parkeren bitter weinig slachtoffers.
Het is betreurenswaardig dat ‘de prijs’ veelal het voornaamste criterium is wanneer rijopleiding of rijexamen ter sprake komen. Ouders betalen jaarlijks met de glimlach enkele