“Wall Street is de eigenaar van dit land” Contractslaven
Amerikaanse historicus verklaart populariteit rijkej populisten
NEW YORK - Kijkt u nog steeds verbijsterd naar het fenomeen Trump in het Witte Huis? Kan u er nog steeds niet bij dat die schijnbaar vertrouwde Verenigde Staten dat soort politicus het hoogste ambt toevertrouwen? Dan helpt het om Howard Zinns ‘A people’s history of the United States’ te (her)lezen. Voor het eerst verschenen in 1980 en nu aangevuld en opnieuw in het Nederlands uitgegeven, blijft dit boek een eyeopener voor wie “het Amerikaanse volk” wil begrijpen. Want Trump is niet de eerste rijke populist die bevolkingsgroepen tegen mekaar opzet om er zelf profijt uit te halen.
“Wall Street is de eigenaar van dit land. Het land wordt niet langer geregeerd door het volk en voor het volk, maar door Wall Street en voor Wall Street (…). Onze wetten zijn het resultaat van een systeem dat schoften in staatsiemantels kleedteneerlijkemenseninlompen.”En:“Onze landgenotenzijnzodwaasalseendeurenzopassief als schapen (…). De vrijheid interesseert hen blijkbaar niet.” Neen, dit zijn geen uitspraken van Bernie Sanders tijdens de voorbije Democratische voorverkiezingen of commentaren van ontgoochelde liberals na de verkiezing van DonaldTrump.Deeerstekomtuitdemondvan MaryElizabethLease,rond1890de frontvrouw van de linkse Amerikaanse People’s Party. En de tweede komt nog honderd jaar vroeger uit de pen van Alexander Hamilton, de rijke rechterhand van generaal George Washington tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783). Vanaf het moment dat begin 17de eeuw een handvol blanke, Europese kolonisten een eerste hongerwinter op de Amerikaanse kust overleeft, zakenluiengrondeigenaarsverdrijvenindianen, importerenzwarteslaven,latenblankecontractslaven gratis werken, onderdrukken vrouwen en buiten pachters en arbeiders uit. Die nieuwe elite speelt de verschillende bevolkingsgroepen in de zich snel uitbreidende Engelse kolonies op de Noord-Amerikaanse oostkust handig tegen mekaar uit. Doel: vooral zelf de macht in handen houden of nog uitbreiden. Als de indianen of zwarte slaven geen item zijn, keren ze zich tegen andere, externe vijanden, zeker als er gebiedsuitbreiding mee gepaard kan gaan. In de 19de eeuw scoren Amerikaanse politici en generaals door gebieden van Mexico - onder meer Texas, Californië, Utah, New-Mexico, Nevada, Arizona - of Spanje - Cuba, Puerto Rico, de Fi- lippijnen - in te pikken.
Historicus, schrijver en activist Howard Zinn (1922-2010) duidt erudiet het oeroude recept van de Amerikaanse elites. In het hoofdstuk ‘De andere burgeroorlog’ belicht hij een minder bekende woedeuitbarsting in de VS, twee decennia voordat de échte burgeroorlog van 1861-1865 het landopzijngrondvestendoetdaveren.Eindjaren 1830 worstelen de VS met een economische crisis en in de staat New York staat het water duizenden pachters aan de lippen. Zij keren zich tegen het‘Hollandssysteem’datuitde17deeeuwstamt en hen een speelbal maakt in de handen van een kleine kring van steenrijke grootgrondbezitters. Aanvankelijk sturen die extra sheriffs op de protesterende boeren af. Als politiegeweld, arrestaties en veroordelingen de opstandelingen niet klein krijgen, tapt de politieke elite - één pot nat met de grootgrondbezitters - uit een ander vaatje. “De boeren hadden gevochten, maar werden door de wet verslagen. Hun strijd werd afgeleid naar de stembus. Het systeem kon zich opnieuw stabiliseren door de groep kleine landeigenaars uit te breiden. Aan de basisverhoudingen tussen arm en rijk werd echter niet getornd.”
Ieren en socialisten
Kortom, de rijken breiden het stemrecht voor de middenklasse wat uit en zorgen dat die boeren zelf wat land in bezit krijgen zodat ze zich braafjes inschrijven in de kapitalistische orde. Een andere troefkaart is een sluwe migratiepolitiek. Als de mislukte aardappeloogsten van de jaren 1840 miljoenen hongerige Ieren naar de VS drijven, komt dat de politieke elites in de VS niet eens slecht uit. De boze, blanke protestantse onderklasse kijkt wantrouwig naar die katholieke hongerlijdersdievooreenappeleneeneielkejobaannemen. De Ierse immigranten, zelf arm en veracht, voelen weinig mededogen met de zwarte (ex-)slaven die net in die jaren steeds luidruchtiger voor hun rechten proberen op te komen. De volgende decennia gebruiken de Amerikaanse elites bewust de Ierse en Duitse immigratie om het land dominant blank en Engelstalig te houden. Want in de tweede helft van de 19de eeuw bedreigt de toenemende instroom van Latino’s, Joden en Slaven de positie van de WASP’s (White AngloSaxon Protestants). Aziaten en zwarten probeert men sowieso te weren, al lukt dat niet altijd. Begin 20ste eeuw vormen linkse activisten en vakbonderseensteedsgroterebedreigingvoorde machthebbers. Pachters in slechte doen, uitgebuite arbeiders en straatarme migranten vormen een gevaarlijke voedingsbodem voor - godbetert! - socialisme. Vakbonden steken al sinds midden 19deeeuwdekopop,maarwordentegengewerkt door een machtige coalitie van politici, rechters en bazen. Wie toch doorbijt, verdwijnt in de cel of wordt doodgeknuffeld met allerlei faveurtjes. In de aanloop naar WO I staat een nieuwe generatie radicale syndicalisten op. Die wordt op politiegeweld, stakingsbrekers en celstraffen getrakteerd. Als het sociaal protest na de Crash van Wall Street in 1929 niet meer in te dammen is, komt de - steenrijke - president F. D. Roosevelt met zijn New Deal. Zinn is meedogenloos: “Het kapitalisme bleef na de New Deal intact. De rijken controleerden nog altijd de rijkdom van het land, de wetten, de rechtbanken, de politie, de kranten, de kerken en de universiteiten. Voor miljoenen mensen was Roosevelt een held omdat hij net voldoende hulp had verleend aan net voldoende mensen.”
Proto-Trumps
De parallellen met de VS vandaag zijn telkens weer treffend. Rijke populisten exploiteren de woede bij de massa’s in hun eigen (politieke) voordeel, zonder ooit iets wezenlijks aan de structurele oorzaken - de ongelijkheid in de maatschappij - te doen. Al vroeg in de Amerikaanse geschiedenis staan de eerst protoTrumps op. Of wat te denken van Nathaniel Bacon die in 1676 in de kolonie Virginia een rebellie van arme blanke pioniers en zwarte slaven start tegen de gefortuneerde bovenklasse. Hoewel zelf een rijke landeigenaar predikt hij verzet tegen het establishment onder de arme blanken die in het westen van de staat grond van de indianen proberen in te pikken. Met een mix van populistische wrok tegen de rijken en haatgevoelens tegen de indianen doet hij Virginia beven, totdat hij ziek wordt en sterft. Zijn beweging valt uit mekaar. Bijna een eeuw later stapt in Massachusetts ene James Otis voor het voetlicht. De sluwe Otis is zich bewust van de groeiende ontevredenheid bij de bevolking over het Britse bestuur. Als lid van de rijke bovenlaag is hij vooral boos omdat hij geen politieke inspraak krijgt. Zinn: “Hier krijgen we al een voorsmaakje van wat later, in de langegeschiedenisvandeAmerikaansepolitiek, om de haverklap zal gebeuren: politici uit de betere kringen mobiliseren uit eigenbelang de energie van de lagere klasse. Van zuivere misleiding kan je ze niet beschuldigen, omdat ze ook oog hadden voor de echte grieven van het gewone volk.” Het had een definitie van president Trump kunnen zijn. En meteen begrijp je de huidige republikeinse partijbonzen Reince Priebus enPaulRyanbeter.Dezoveelstepopulistaanhalen is een kleine prijs voor nieuwe belastingverlagingen en andere voordelen voor de eigen achterban.