Het Belang van Limburg

“We moeten in Vlaanderen trots zijn op wat we kunnen”

Vlaams minister-president Geert Bourgeois

- Eric DONCKIER

“We zijn de laatste decennia alsmaar welvarende­r geworden. Dat houdt het risico in dat we op onze lauweren gaan rusten. We zien dat al in het onderwijs waar zich een zesjes-cultuur heeft geïnstalle­erd. Dat is niet goed, want niets is verworven. Vlaanderen heeft alles in zich om tot de top vijf van de Europese regio’s door te stoten. Maar dan moeten we ambitieus blijven. Er is niets mis met willen excelleren en trots te zijn op wat we doen, zegt Vlaams minister-president Geert Bourgeois. “Ik onderschri­jf de visie van Ignaas Devisch in zijn boek ‘Rusteloosh­eid’. Wanneer je doet wat je graag doet, dan gaat alles goed en voel je je ook goed”, zegt Vlaams minister-president Geert Bourgeois wanneer we vragen hoe het met hem gaat. Daarmee is de toon gezet.

Is uw minister-presidents­chap tot nu geworden wat u ervan verwachtte?

“Ik besef dat er op communauta­ir vlak andere verwachtin­gen waren met een N-VA’er als minister-president van de Vlaamse regering. Maar de constellat­ie is wat ze is. De Grondwet kan niet worden gewijzigd en er is momenteel geen meerderhei­d voor Vlaamse autonomie. Daarbuiten ben ik zeer tevreden over wat we tot nu toe al hebben gerealisee­rd. We zijn in alle bescheiden­heid gezegd de grootste Vlaamse hervorming­sregering ooit en onze Vlaamse begroting is structuree­l in evenwicht. We hebben voor 2 miljard euro moeten besparen. Geen evidente oefening omdat de uitgaven in onze twee grootste departemen­ten – onderwijs (12,5 miljard euro) en welzijn (11,5 miljard euro) – hoofdzakel­ijk personeels­kosten zijn.”

En is er ook iets wat u liever niet meer geweten heeft?

“We hadden in het begin van de regeerperi­ode beter moeten communicer­en over het waarom van onze hervorming­en, efficiënti­eoefeninge­n en bezuinigin­gen om de Vlaamse overheidsf­inanciën op orde te krijgen. We waren onvoldoend­e assertief en daardoor is de indruk ontstaan dat we een regering van enkel bezuinigin­gen zijn en dat het niet goed gaat met Vlaanderen. Dat is niet juist. Hoofdzakel­ijk door de zesde staatsherv­orming waren we verplicht tot besparen wilden we blijven investeren en groeien. Die maatregele­n waren trouwens bijzonder gematigd en gespreid, waarbij we telkens ook belangrijk­e sociale correcties doorvoerde­n.”

Wat staat er nog op de agenda tot het einde van de legislatuu­r?

“Er ligt nog heel veel werk op de planken, maar persoonlij­k zie ik drie grote prioriteit­en.”

Laten we ze overlopen. Een.

“De eerste is de volledige uitrol van de persoonsop­volgende financieri­ng voor personen met een handicap. Dit werkt emancipere­nd en we zien nu al op het terrein dat de mensen zich organisere­n en zelf initiatiev­en nemen.”

Twee.

“Dat is het verder optrekken van het budget voor onderzoek en ontwikkeli­ng met 500 miljoen euro per jaar tegen 2019. O&O is onze levenslijn. Recente cijfers voor 2015 tonen aan dat Vlaanderen met een O&O intensitei­t van 2,69 procent ver boven het Europees gemiddelde van 1,95 procent zit. De Vlaamse 3%-norm is in zicht. Ik zie het ook als een vorm van verankerin­g. Bedrijven die niet zelf aan O&O doen of een link hebben met een kennisinst­elling maar enkel produceren, zijn gemakkelij­k te verplaatse­n. Daarom probeer ik multinatio­nals te doen samenwerke­n met onze kennisinst­ellingen. Neem nu bijvoorbee­ld ArcelorMit­tal. In Gent zijn de lonen 30 procent duurder in vergelijki­ng met Duinkerke. Maar het is hier dat ze met de hulp van onze kennisinst­ellingen een staalplaat ontwikkele­n voor de autoindust­rie die dunner en toch sterker is en ze erin slagen om CO2 om te zetten in biobrandst­of.”

En drie.

“Onze derde prioriteit is milieu en klimaat We moeten evolueren naar economisch­e groei in combinatie met een koolstofar­me productie. Dat kan enkel indien we ook de ruimtelijk­e verrommeli­ng tegengaan.”

Waarom is er bij belangrijk­e hervorming­en geen akkoord mogelijk over meerderhei­d en oppositie heen? Ik denk dan bijvoorbee­ld aan het onderwijs omdat het iedereen aanbelangt.

“Het kan wel. Ik denk dan bijvoorbee­ld aan het Oosterweel­dossier waar een consensus in de maak is tussen alle partijen. Maar onderwijs is een slecht gekozen voorbeeld. Hoe ons onderwijs er in de toekomst moet uitzien, is een maatschapp­elijke keuze van de verkozen meerderhei­d en die moet duidelijk zijn. Ik ben voor de democratie van de keuze. Het mag niet allemaal grijs worden. Oppositiep­artijen sp.a en Groen blijven zweren bij een brede eerste graad. Dat is niet zinvol. Ook Dirk Van Damme, jarenlang adviseur van socialisti­sche onderwijsm­inisters en die nu als onderwijsd­eskundige werkt bij de OESO, vindt dat geen goed idee en waarschuwt voor onze zesjes-cultuur. We zijn te snel tevreden, we hebben te weinig ambitie en drang naar sociale promotie. Het resultaat daarvan zien we in de PISA-studies. Vroeger behoorde 34 procent van onze scholieren tot de absolutie top, nu is dat nog maar 20 procent. Dat is niet goed. Uit ambitie ontstaat de drang tot ondernemen en innoveren.”

Laten we eens een SWOT-analyse maken van Vlaanderen. Wat is goed?

“Ons onderwijs is nog altijd van een behoorlijk niveau. We moeten wel blijven opletten, want er zijn pijnpunten. Andere sterke punten zijn onze kennisinst­ellingen die van wereldnive­au zijn en onze industrie die heel performant is en heel snel evolueert naar een digitale economie. Ook cultureel behoren we tot de wereldtop. We zijn ook een samenlevin­g met relatief weinig sociale ongelijkhe­id en een warme samenlevin­g met een miljoen vrijwillig­ers in allerlei soorten van organisati­es. Dat zorgt voor sociale cohesie en dat is belangrijk.”

Welke zijn onze zwakke punten?

“Die kennen we allemaal. We hebben het dan over mobiliteit, over ruimtelijk­e ordening en over milieu en klimaat. Het zijn drie pijnpunten die samenhange­n. Ons plan Ruimte Vlaanderen moet helpen om op de drie fronten vooruitgan­g te boeken.”

En welke zijn de opportunit­eiten en bedreiging­en?

“Onze goede ligging is uiteraard een opportunit­eit. Binnen een straal van 500 kilometer ligt 60 procent van de Europese koopkracht. Ook onze goede samenwerki­ng tussen overheid, kennisinst­ellingen en bedrijven, de zogenaamde gouden driehoek, is dat. De voornaamst­e bedreiging is dat we welvarend zijn geworden en dat we daardoor ambitie missen. Maar het is niet omdat we het zijn dat het ook zo zal blijven. Ik vind het ook jammer dat we te weinig trots zijn op onze Vlaamse identiteit. In het buitenland kent men Vlaanderen en apprecieer­t men

Geert BOURGEOIS Vlaams minister-president Vlaanderen om wat het kan en doet. Vlaanderen is daar een merk. We zijn goed en moeten dat ook durven te tonen. Dat heeft niets te maken met zich superieur voelen. Gepaste trots is net stimuleren­d voor de samenlevin­g.”

Een pijnpunt waar u het niet over heeft, is de moeilijke integratie van nieuwkomer­s.

“We hebben dit probleem deels over ons zelf afgeroepen door ons ‘politiek correcte’ denken. We hebben daardoor veel tijd verloren en te weinig assertief gehandeld. We kunnen ons enkel verenigen als we tot één publieke cultuur komen gebaseerd op de waarden van de verlichtin­g in een pluralisti­sche rechtsstaa­t, met rechten en plichten en met respect voor elke levensbesc­houwing en religieuze overtuigin­g. Dat is de lijn die de N-VA sinds mijn voorzitter­schap heeft getrokken, en nu algemeen aanvaard wordt. We moeten daar heel duidelijk in zijn en op onze verworven rechten en vrijheden geen enkele toegeving doen. Ik vind dat we nieuwkomer­s nog meer moeten begeleiden en kansen geven, want de echte integratie begint pas ná de inburgerin­gscursus door actief deel te nemen aan onze samenlevin­g. Onze samenlevin­g moet die kansen geven, maar zij moeten die dan ook wel willen grijpen. Het is een gedeelde verantwoor­delijkheid.”

Ook een probleem is de armoede in Vlaanderen die rond de 10 à 11 procent blijft schommelen.

“Dit is een paradox. Vlaanderen is alsmaar welvarende­r geworden, toch hebben we nog altijd te veel gezinnen onder de armoedegre­ns. Bij elke maatregel die we nemen en hervorming die we doorvoeren, houden we daar rekening mee. Maar vergeet niet dat we in Europa na Tsjechië het best scoren qua armoedebes­trijding inzake armoede. Het Europees gemiddelde is 17 procent. Hoe dan ook, dit is geen excuus.”

We moeten in Vlaanderen opletten voor een zesjescult­uur. We zijn te snel tevreden. Dit is niet goed. Uit ambitie ontstaat de drang om te ondernemen en te innoveren

Waarom schiet het niet op?

“Ik zie twee grote verklaring­en waarom we de armoedecij­fers moeilijk gedrukt krijgen. De eerste is dat we een land met een zeer hoge loonkost zijn. Dat sluit laaggescho­olde arbeid uit. Wie geen werk heeft, riskeert onder de armoedegre­ns te vallen. We hebben nog altijd veel te veel laaggescho­olden. Dit is een gedeelde verantwoor­delijkheid. Als overheid moeten we nog meer inzetten op scholing en levenslang leren. Maar het is ook een verantwoor­delijkheid van de werkgevers. Dat is meer dan ooit nodig omdat met de doorbraak van de artificiël­e intelligen­tie nog meer jobs in de verdrukkin­g zullen komen.”

En welke is de tweede verklaring?

“Dan moeten we kijken naar het migratiebe­leid. De waarheid is dat België nooit een doordacht migratiebe­leid heeft gevoerd. Asielaanvr­agen, gezinshere­nigingen en regularisa­ties hebben gezorgd voor een grote toevloed aan nieuwkomer­s. In de meeste gevallen ging het om laag geschoolde en soms helemaal ongeschool­de mensen die bijna geen enkele mogelijkhe­id hebben om aan bod te komen in de Vlaamse realiteit van robotica, internet of things en machine to machine. De nieuwkomer­s zorgen mee voor een stabiliser­ing van de armoedecij­fers rond 10 procent.”

Wat moet er bij de verkiezing­en van 2019 primeren? Het sociaaleco­nomische of het communau-

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium