Het Belang van Limburg

Visionair met besmeurd imago door dopingtijd­p

Voormalig UCI-voorzitter Hein Verbruggen overleden aan leukemie

-

“De wielerspor­t is een frituur die een restaurant moet worden.” Met die slagzin begon Hein Verbruggen in de jaren 80 aan zijn hervorming van het wielrennen. Het maakte de Nederlande­r tot één van de meest besproken en omstreden sportleide­rs van de jongste dertig jaar. Een visionair volgens de enen, een tiranniek vriendje van dopingzond­aar Lance Armstrong volgens de anderen. Gisteren overleed Verbruggen aan leukemie. Verbruggen rolde in het wielrennen als marketingm­anager van de Amerikaans­e snoepgigan­t Mars. In die gedaante ging hij in de jaren 70 in zee met Flandria, de ploeg van Roger De Vlaeminck. Waar anderen alleen de heroïsche, romantisch­e kant van het wielrennen zagen, zag hij een sport die economisch onderbenut werd, die hopeloos verdeeld was en die vastgeroes­t zat in oude ideeën. Anderen vonden die frituur prima, zelfs al was ze noodlijden­d en alleen in het eigen dorp bekend. Verbruggen begreep niet waarom je er geen rendabel restaurant van kon maken, populair in de hele wereld.

Tiranniek trekje

Er zijn veel analyses van Hein Verbruggen te maken, ook minder fraaie. Maar één ding staat als een paal boven water: als iemand mag claimen dat hij het wielrennen de 21ste eeuw heeft binnengelo­odst, bovenal figuurlijk, dan wel hij. Toen Verbruggen aan zijn opmars als bobo begon, was er nog een strikte scheiding tussen profs en amateurs. Hij verenigde alles onder één dak en leidde de profs zelfs naar het olympisch toneel. Net zoals hij in 2003 met de ProTour kwam aanzetten: de voorloper van de huidige WorldTour, maar vooral een instrument om eindelijk te komen tot een duidelijke wereldwijd­e kalender, tot topploegen met afdoende licenties, en tot een financieel gezonder fundament voor de sport. Profession­alisering en mondialise­ring: er kon geen interview met Verbruggen verschijne­n of in elke alinea keerden die woorden terug. Maar daar schuilde ook de adder. Het is een dunne grens tussen kordaathei­d en eigengerei­dheid. Tussen overtuigd zijn van je plannen en die ook zonder omzien willen doordrukke­n. De kritiek zou nog vaak terugkeren. En altijd betrof hij het tirannieke trekje van Verbruggen. Het leverde hem vooral in zijn laatste jaren als topfiguur van de UCI het ene na het andere conflict op.

Bloeddopin­g

Maar was de kritiek daarbij gebleven, Verbruggen zou er wellicht de schouders bij opgehaald hebben. Veel vervelende­r werd hij als zijn rol - of erger: zijn vermeende betrokkenh­eid - bij dat andere grote wielerdoss­ier werd aangesnede­n. Het wás hoe dan ook een pijnlijke vaststelli­ng: hoe de sport net in zijn regeerperi­ode (19912005) de grootste dopinguitw­assen kende. Festina, Armstrong, epo, bloeddopin­g… Het ene schandaal na het andere. Zijn grootste fans, Verbruggen incluis, hebben altijd beweerd dat hij altijd gedaan heeft wat hij kon. “Geen sport die sneller ingreep dan het wielrennen.” Dat argument... Maar zelfs dan bleef de vaststelli­ng dat Verbruggen de

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium