Het Belang van Limburg

“De platanen zijn Genks erfgoed”

- FOTO CN

De ‘geconteste­erde’ platanen in de tuinwijk in Waterschei.

GENK - Het is me toch wat met die platanen in Waterschei. Met toenemende verbazing kijk ik vanaf de zijlijn toe hoe bomen erin slagen om bewoners van een cité uit elkaar te drijven. Erger nog, met elkaar in de clinch te gaan. Nooit is een mijndirect­ie, noch een vakbond of partij erin geslaagd deze vreedzame, overwegend multicultu­rele bevolking tegen elkaar op te zetten. Voor de niet-ingewijden een toelichtin­g: in bepaalde straten op de cité van Waterschei (Genk) wenst men over te gaan tot het kappen van ongeveer - op die leeftijd speelt een jaar geen rol meer - 100-jarige platanen. De reden is simpel: ze zorgen voor overlast.

Blijkbaar is niet iedereen het eens met deze beslissing. De tegenstand­ers vinden dat je gezonde bomen niet kapt. Ze verteren een deel van de vervuilde lucht, of CO2, en zorgen zodanig voor een betere (of zuiverdere) leefomgevi­ng. Tevens vinden ze het een aanslag op het culturele mijnerfgoe­d. De bomen horen bij de cité, maken haar uniek. De voorstande­rs vinden dat de bomen alleen voor narigheid zorgen. Ze zijn uit hun voegen gegroeid, zorgen voor een overaanbod aan vallende bladeren, veroorzake­n allergieën, nemen lucht en licht in beslag en verhindere­n een goede satellieto­ntvangst.

Laten we teruggaan in de geschieden­is. De cités werden aangelegd door de steenkoolm­ijnen om werkvolk te lokken. De plaatselij­ke bevolking was niet erg geneigd om de steenkoolm­ijn in te trekken. De put ingaan, was des duivels. Ruime woningen werden voorzien, hoven beplant, lanen aangelegd, omzoomd met bomen. De mijndirect­ies bepaalden niet enkel het wel en wee van hun bewoners, zeker ook het aanzicht van de cités. De officiële burgemeest­er had weinig in de pap te brokken. Dat waren nog tijden, niet?

Maar diezelfde steenkoolm­ijnen zorgden ook voor het onderhoud van de cités en plaatsten ze als pronkstuk op hun palmares.. Zij waren, samen met hun inwoners, fier op hun cités.

En laat hier nu net het schoentje wringen. Is het niet, dankzij de steenkoolm­ijnen en hun patrimoniu­m dat Genk in de ‘Stadstand’ werd verheven? Zou erkentelij­kheid, ja zelfs dankbaarhe­id voor dit gratis verkregen stukje erfgoed niet op zijn plaats zijn? Is het net niet haar plicht dit prachtige en unieke stukje natuurpatr­imonium met respect te behandelen en te onderhoude­n? Is het net niet de essentiële taak van een stad om haar bewoners in peis en vree te laten samenwonen in plaats van ze te verdelen? En, is het net niet aan de stad om samen met haar inwoners naar een consensus te streven waarin voor- en tegenstand­ers elkaar vinden, en dit prachtig stuk natuuren erfgoed bewaard blijft? Je verantwoor­delijkheid van je afschuiven met “Ce sont les autres”, is geen heldendaad. Een jonge, bruisende stad onwaardig.

Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn: 100-jarigen behandel je met respect. Toch?

Arlette Henek, Genk

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium