Hasselt enige Limburgse gemeente met “uitgesproken meer” leefloners dan gemiddeld
Uit cijfers die minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus (MR) gisteren publiceerde blijkt dat Hasselt en Genk procentueel de meeste leefloners hebben in Limburg. Ook Maasmechelen en Tongeren zitten boven de Belgische mediaan, al is de provinciehoofdstad de enig Limburgse gemeente die uitgesproken boven de mediaan zit. De betrokken OCMW-voorzitters nuanceren: “In vergelijking met andere centrumsteden doen we het goed.” Minister Borsus zette gisteren de ‘Barometer van de Maatschappelijke Integratie’ online. Dat instrument toont verschillende cijfers over leefloners in 2016. Een kaart laat bijvoorbeeld zien hoeveel leefloners er per gemeente zijn in verhouding tot de Belgische mediaan.
De drie Limburgse gemeentes die het hoogste scoren zijn Hasselt, Genk en Tongeren. De leefloners in die steden maakten vorig jaar respectievelijk 1 procent, 0,9 procent en 0,8 procent van de bevolking uit. Ook Maasmechelen valt boven de mediaan, al is het heel erg nipt. De Vlaamse mediaan ligt op 0,729 procent, het percentage leefloners in Maasmechelen bedraagt op 0,730 procent.
Centrumsteden
“Maar we moeten geen appelen met peren vergelijken”, reageert Peter Vanaken (sp.a) van het OCMW in Hasselt. “We zijn inderdaad als centrumstad een historische koploper in Limburg, maar in vergelijking met andere centrumsteden zoals Oostende of Leuven (respectievelijk 25 en 21 procent, nvdr.) doen wij het goed. Desalniettemin zien we het aantal leefloners de laatste jaren stijgen. Dat is volgens ons te wijten aan de verhuis van erkende asielzoekers richting Hasselt.”
Ria Grondelaers (CD&V), voorzitster van het OCMW in Genk, geeft een gelijkaardige uitleg. “Als we onze cijfers vergelijken met die van andere centrumsteden, blijken die nog wel mee te vallen. Maar ook bij ons neemt het aantal leefloners toe.”
“We zien ook dat het aantal alleenstaande ouders gestegen is”, luidt het bij het OCMW van Tongeren. Na een echtscheiding of sterfgeval komen die vaak zonder inkomen te zitten. Ten slotte zijn er ook steeds meer jonge leefloners.”
Streng
Riemst, Nieuwerkerken, Lummen en Gingelom hebben – Herstappe even buiten beschouwing gelaten – procentueel gezien de minste leefloners in Limburg. In die vier gemeentes leeft slechts 0,2 procent van de bevolking van een minimuminkomen. De sleutel is volgens de gemeentes de combinatie van een goede begeleiding en de nodige strengheid. “Wij helpen mensen zeer intensief om snel werk te vinden, maar als ze zich niet aan de afspraken houden wordt hun leefloon geschorst”, zegt Annick Princen (sp.a-Goesting), OCMW-voorzitter van Gingelom. Een (tijdelijke) schorsing van leefloon is een administratieve sanctie die het OCMW mag toepassen in wettelijk bepaalde gevallen.
Het OCMW van Riemst doet naar eigen zeggen aan ‘buddywerking’ om leefloners te begeleiden. “Vrijwilligers gaan mee op pad met de leefloners en zorgen voor de communicatie tussen hen en de maatschappelijk assistenten.”
Ook in Riemst nuanceren ze de cijfers van minister Borsus: “Een plattelandsgemeente als de onze is natuurlijk nog iets anders dan een grootstad.”
Limburgse cijfers vindt u op hbvl.be