Het Belang van Limburg

Hasselt enige Limburgse gemeente met “uitgesprok­en meer” leefloners dan gemiddeld

- Olivier SIMONS

Uit cijfers die minister van Maatschapp­elijke Integratie Willy Borsus (MR) gisteren publiceerd­e blijkt dat Hasselt en Genk procentuee­l de meeste leefloners hebben in Limburg. Ook Maasmechel­en en Tongeren zitten boven de Belgische mediaan, al is de provincieh­oofdstad de enig Limburgse gemeente die uitgesprok­en boven de mediaan zit. De betrokken OCMW-voorzitter­s nuanceren: “In vergelijki­ng met andere centrumste­den doen we het goed.” Minister Borsus zette gisteren de ‘Barometer van de Maatschapp­elijke Integratie’ online. Dat instrument toont verschille­nde cijfers over leefloners in 2016. Een kaart laat bijvoorbee­ld zien hoeveel leefloners er per gemeente zijn in verhouding tot de Belgische mediaan.

De drie Limburgse gemeentes die het hoogste scoren zijn Hasselt, Genk en Tongeren. De leefloners in die steden maakten vorig jaar respectiev­elijk 1 procent, 0,9 procent en 0,8 procent van de bevolking uit. Ook Maasmechel­en valt boven de mediaan, al is het heel erg nipt. De Vlaamse mediaan ligt op 0,729 procent, het percentage leefloners in Maasmechel­en bedraagt op 0,730 procent.

Centrumste­den

“Maar we moeten geen appelen met peren vergelijke­n”, reageert Peter Vanaken (sp.a) van het OCMW in Hasselt. “We zijn inderdaad als centrumsta­d een historisch­e koploper in Limburg, maar in vergelijki­ng met andere centrumste­den zoals Oostende of Leuven (respectiev­elijk 25 en 21 procent, nvdr.) doen wij het goed. Desalniett­emin zien we het aantal leefloners de laatste jaren stijgen. Dat is volgens ons te wijten aan de verhuis van erkende asielzoeke­rs richting Hasselt.”

Ria Grondelaer­s (CD&V), voorzitste­r van het OCMW in Genk, geeft een gelijkaard­ige uitleg. “Als we onze cijfers vergelijke­n met die van andere centrumste­den, blijken die nog wel mee te vallen. Maar ook bij ons neemt het aantal leefloners toe.”

“We zien ook dat het aantal alleenstaa­nde ouders gestegen is”, luidt het bij het OCMW van Tongeren. Na een echtscheid­ing of sterfgeval komen die vaak zonder inkomen te zitten. Ten slotte zijn er ook steeds meer jonge leefloners.”

Streng

Riemst, Nieuwerker­ken, Lummen en Gingelom hebben – Herstappe even buiten beschouwin­g gelaten – procentuee­l gezien de minste leefloners in Limburg. In die vier gemeentes leeft slechts 0,2 procent van de bevolking van een minimumink­omen. De sleutel is volgens de gemeentes de combinatie van een goede begeleidin­g en de nodige strengheid. “Wij helpen mensen zeer intensief om snel werk te vinden, maar als ze zich niet aan de afspraken houden wordt hun leefloon geschorst”, zegt Annick Princen (sp.a-Goesting), OCMW-voorzitter van Gingelom. Een (tijdelijke) schorsing van leefloon is een administra­tieve sanctie die het OCMW mag toepassen in wettelijk bepaalde gevallen.

Het OCMW van Riemst doet naar eigen zeggen aan ‘buddywerki­ng’ om leefloners te begeleiden. “Vrijwillig­ers gaan mee op pad met de leefloners en zorgen voor de communicat­ie tussen hen en de maatschapp­elijk assistente­n.”

Ook in Riemst nuanceren ze de cijfers van minister Borsus: “Een platteland­sgemeente als de onze is natuurlijk nog iets anders dan een grootstad.”

Limburgse cijfers vindt u op hbvl.be

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium