“Goed voor de ploeg, maar ben zelf niet content”
JAN BAKELANTS (31) ZIET PLOEGMAAT POZZOVIVO RIT WINNEN EN LEIDER WORDEN
In Zwitserland bewijst Jan Bakelants dat hij klaar is voor de Tour. Zijn schouder voelt na een sleutelbeenbreuk nog altijd “voos” aan, maar in het klassement is hij op plaats zestien wel met voorsprong beste Belg. En had BMC “een klein beetje logisch nagedacht” dan droeg hij nu gewoon de gele leiderstrui: “Ze hebben zichzelf in de problemen gebracht.” Jan Bakelants (31) rijdt aan de bus in La Punt uit op de rollen. Ploegmaat Domenico Pozzovivo heeft net de rit gewonnen en de leiderstrui overgenomen in het klassement. Veel renners doen dan alsof ze blij zijn, Jan Bakelants niet: “Goed voor de ploeg, maar ik ben zelf niet content.”
Bakelants zal het niet verhullen: liever had hij zelf gewonnen. Daarom deed hij in het eerste uur zoveel moeite om mee te zijn met de vroege vlucht. Dat lukte uiteindelijk wel, maar nu heeft hij spijt. “Blijf ik gewoon in het peloton, dan rijd ik top tien. Makkelijk. Toen de groep van de favorieten me inhaalde gingen ze echt niet zo hard. En die mannen hadden zich de hele dag kunnen sparen.” Bakelants trapt nog wat harder op de rollen. Hij bedenkt zich. Misschien was die vroege vlucht toch een goed idee. Maar dan had de concurrentie wel een beetje met hem moeten mee denken. “BMC heeft zich kapot gereden om onze kopgroep dicht te houden. Dat zal wel door mij zijn geweest ( hij stond op 2’21” in het klassement, niemand in de kopgroep stond dichter, nvdr.) Maar zo hebben ze zichzelf in de problemen gebracht. Want stel dat ze een beetje logisch nadenken en de kopgroep laten rijden. Dat ze mij de rit gunnen of eventueel zelfs de leiderstrui. Dan hoeven zij in Sölden (vandaag) niet te werken en ben ik mijn trui sowieso weer kwijt. Zo’n lange, steile klim, dat ligt mij niet. Dat weten zij toch ook? Nu heeft BMC een veel groter probleem: Pozzovivo is leider en die klimt wel goed.”
Het zijn de typische teksten van Jan Bakelants: nooit clichés, nooit compleet uit de lucht gegrepen, altijd met de insteek dat wielrennen een individuele sport is. Laat het niet verhullen dat hij in Zwitserland wel degelijk uitstekend op dreef is. Zestiende staat hij nu in het klassement, knap omdat het na de Baloise Belgium Tour pas zijn tweede rittenkoers is nadat hij in maart zijn sleutelbeen brak. “De schouder voelt nog wat voos”, zegt hij. “Maar het is wat het is. Ik zit op schema.” Door zijn shirt heen vormt het bot een vreemde bobbel. “Of dat weggaat? Geen idee, vraag het eens aan de dokter.”
De zestiende plaats van Bakelants is ook knap omdat hij twee races tegelijk rijdt: ééntje om het klassement en daarnaast ook voor ritzeges in de tussenetappes. “De eerste dag in Cham heb ik het geprobeerd”, zegt Bakelants. “Ik finishte elfde, maar ik was veel beter dan die uitslag liet vermoeden. In Bern (9de) klom ik ook heel goed, maar kon ik niet meer opschuiven. Natuurlijk, in die etappes verbruikte ik veel meer energie dan de klassementsmannen. En dat betaalde ik in de bergen cash.”
Allrounder
Het is het lot van Jan Bakelants, een allrounder zonder echte specialisatie. Ook straks in de Tour zal het veel meer een vloek dan een zegen zijn. “Ik heb de etappes al eens bekeken”, zegt hij. “Ik zie vooral massasprinten en bergritten. Voor mij zit er niet veel tussen.” Bakelants zal ook niet onbeperkt de ruimte hebben om individuele doelen na te jagen. Binnen de ploeg rekenen ze erg op hem om kopman Romain Bardet heelhuids door de eerste, vlakke week te loodsen. “Dat wordt in de eerste plaats van Oli en ik verwacht”, zegt hij. “Van Oliver misschien nog zelfs iets meer. Hij is de grootste rouleur van de ploeg.” Het lijkt een taak met veel verantwoordelijkheid: binnen een Franse ploeg ervoor zorgen dat de grote Franse Tourhoop niks overkomt. Bakelants lacht het weg: “Veel druk op Bardet? En ik dan? Na Lucien Van Impe wachten jullie in België al dertig jaar op een nieuwe Tourwinnaar.”