“Ja, ik denk dat België over 25 jaar nog zal bestaan”
BRUSSEL - “Ja, ik denk wel degelijk dat België over 25 jaar nog zal bestaan”, zegt eerste minister Charles Michel. In het interview geeft hij ook duidelijk aan dat niet het communautaire maar het verderzetten van het sociaaleconomische hervormingsbeleid de inzet van de verkiezingen in 2019 moet zijn. “Ik denk dat ook de mensen dat willen”, zegt de premier. “Ze weten nu dat bij communautair onderhandelingen het 541 dagen kan duren voor er een regering wordt gevormd. Dat is niet goed voor het land en niet goed voor de mensen.”
Een eerste minister heeft meer verantwoordelijkheid dan welke andere minister ook. Hij moet ook constant alert blijven en voor een minimale eenheid binnen zijn regeringsploeg zorgen. Iets wat niet altijd even evident is wanneer er dossiers op tafel komen waarover ook regeringspartijen ideologisch van mening kunnen verschillen. Nu, dat wist Charles Michel al allemaal toen hij eerste minister werd. Hij had eerder immers al ervaring opgedaan als minister, partijvoorzitter en regeringsonderhandelaar en derhalve zaken gedaan met toenmalige premiers. En toch waren er ook verrassingen, zegt hij wanneer hij terugkijkt op zijn eerste drie jaren als eerste minister.
Aan wat denkt u dan?
“Als eerste minister word je constant geconfronteerd met onverwachte zaken die je dan moet beheersen. Het meest uitgesproken voorbeeld daarvan is natuurlijk de aanslagen van 22 maart vorig jaar in Brussel. Het was een delicate en moeilijke uitdaging waar niemand echt op voorbereid is. Ik heb ook snel begrepen dat politiek niet enkel ratio maar ook emotie is, soms meer emotie dan ratio. Dat zorgt voor perceptie. En voor een premier is het niet evident om vast te stellen dat perceptie en realiteit op eenzelfde niveau staan, al helemaal niet wanneer je weet dat die perceptie in feite haaks staat op de realiteit.”
Maar uzelf blijft wel altijd rustig.
“Ik denk inderdaad te mogen zeggen dat ik rustig en koelbloedig ben. Wat men niet mag verwarren met een gebrek aan vastberadenheid. Want ik kan wel degelijk heel offensief zijn. Maar als premier moet ik opletten. Ik ben niet langer de vertegenwoordiger van een partij of een landsdeel, ik ben er nu voor het hele land. Ik wil de eerste minister van alle Belgen zijn. Ik probeer ook altijd het finale objectief in het oog te houden waarvoor we deze regering hebben gevormd.”
U is erg populair in Vlaanderen.
“Wanneer de peilingen goed zijn, dan ben ik uiteraard tevreden. Maar scoren in de peilingen is niet mijn motivatie. Wat me wel bezig houdt, is de vraag of we moedig genoeg zijn om de maatregelen te nemen die nodig zijn om dit land op een hoger niveau te tillen. Ik wil op het einde van de legislatuur die vraag met een onomwonden ‘ja’ kunnen beantwoorden. Maatregelen nemen is niet altijd even populair.”
Ook met onpopulaire maatregelen kan men verkiezingen winnen. Jean-Luc Dehaene heeft dat bewezen.
“Ja, omdat hij het aandurfde de maatregelen te nemen die zich toen opdrongen. Wij doen hetzelfde. Ik ben overtuigd dat de sociaal gecorrigeerde indexsprong en de taks shift absoluut nodig waren om de competitiviteit van onze bedrijven te vergroten en zo te komen tot meer tewerkstelling. Jobs, jobs en nog eens jobs zijn het mantra van deze regering. Er was veel kritiek, soms ook persoonlijk. Maar we hebben koers gehouden en nu plukken we daar de vruchten van met nu al 130.000 bijkomende jobs, vooral in de privésector. Volgens de Nationale Bank gaan we naar meer dan 215.000 bijkomende banen tijdens deze regeerperiode.”
Ook in de ons omringende landen zijn er meer jobs.
“Ik ga niet ontkennen dat de economische conjunctuur ons helpt. Maar studies van de OESO en de Europese Commissie tonen duidelijk aan dat de toename van de tewerkstelling in ons land vooral een gevolg is van de regeringsmaatregelen. Het is inderdaad zo dat de tewerkstelling in Duitsland en Nederland nog iets sneller toeneemt. Omdat zij eerder al de nodige structurele hervormingen doorvoerden. Daar plukken ze nu de vruchten van. Daarom ook moeten we nu doorzetten en nog meer hervormingen doorvoeren. In Frankrijk hebben ze dat allemaal niet gedaan. Daar neemt de tewerkstelling niet toe. Misschien dat het daar nu gaat veranderen.”
Economisch gesproken gaat het beter met het land. Maar er is nog altijd kritiek.
“Vooral in het begin was er veel kritiek. Ook ad hominem. Men verweet me de handelsreiziger te zijn van de Vlamingen en van het VBO. Er waren betogingen en stakingen. Dat raakt een mens. Op dat moment komt het erop aan koers te houden en door te zetten. Ook de pers was heel kritisch, in het bijzonder de Franstalige pers. De relatie tussen politici en journalisten is er een van “Je t’aime, moi non plus”. Politici hebben journalisten nodig om de mensen te bereiken en hun argumenten te verdedigen. Journalisten hebben politici nodig om informatie te krijgen voor hun artikels en achtergrondinformatie voor hun analyses. Dat is een moeilijke relatie die voor veel wederzijdse frustraties kan zorgen. Als premier moet je jaar boven staan.”
Ook de relatie van de regering met de sociale partners is er een van je t’aime, moi non plus.
“Ook voor de sociale partners is er een belangrijke rol weggelegd. De grote vraag is of de sociale partners voldoende bereid zijn om mee te werken aan de aanpassing van ons land in een snel veranderende wereld. Zijn we samen in staat om de evoluties te gebruiken om onze welvaart te bestendigen zen zelfs te versterken. Met de doorbraak van de artificiële intelligentie staan we immers voor grote uitdagingen. We moeten de evoluties niet ondergaan maar ze zien als opportuniteiten. We moeten de ambitie hebben om in de cockpit van Europa te zitten. Indien de sociale partners dat niet kunnen, dan moet de regering haar verantwoordelijkheid nemen. Zoals ze dat deed met de pensioenhervormingen en de indexsprong.”
Wanneer we even terugkijken, wat vindt u dat uw regering goed heeft gedaan?
“Ik vind dat we het veiligheidsdossier goed hebben aangepakt. We hebben de logica omgekeerd. Tot deze regering ging het altijd om besparingen op capaciteit en werkingsmiddelen. Deze regering heeft de veiligheidsdiensten meer financiële en juridische middelen gegeven zonder dat we afbreuk doen aan de fundamentele individuele vrijheden. We zijn er ook in geslaagd om ons mantra van jobs, jobs, jobs waar te maken. Daar hadden we het al over.”
“Ik denk ook te mogen zeggen dat ik erin geslaagd ben om de eenheid binnen de regeringsploeg te bewaren. Dat was niet altijd even evident. Ik vind dat er ook binnen een meerderheid ruimte moet zijn voor politiek debat. Maar het mag niet persoonlijk worden. Daarom dat ik tijdens de paasvakantie ben tussengekomen en Zuhal Demir op haar plichten heb gewezen. Over het algemeen ben ik dus best tevreden. 2014 was het jaar van de pensioenhervormingen, 2015 dat van de taks shift, 2016 het jaar van de veiligheid en de hervorming van de arbeidsmarkt en ook 2017 zal een goed jaar zijn met nieuwe structurele maatregelen.”
Met dat laatste komen we uit bij de fameuze drie dossiers die nu op tafel liggen: hervorming van de vennootschapsbelasting, invoering van een meerwaardebelasting en fiscale activering van het spaargeld. Voor wanneer is dat?
“Als premier moet ik de beleidsbeslissingen managen en zien wanneer de tijd rijp is om beslissingen te nemen. Daarom heb ik beslist om drie bijzondere ministerraden te organiseren over veiligheid en justitie, over sociale cohesie en strijd tegen de armoede en over economische ontwikkelingen en jobcreatie. Om een balans op te maken, om te evalueren wat positief en negatief is en om na te gaan wat we nog moeten doen. Om meer concreet op uw vraag over de drie dossiers te antwoorden, ik heb hierover al vele gesprekken gehad met deskundigen, de meerderheidspartijen en de sociale partners. Ik heb een duidelijk beeld van wat de beslissingen zouden kunnen zijn. Ik moet alleen nog een aantal zaken finetunen. Deze zomer moeten we landen. Ze maken deel uit van een groter geheel.”
Ik wil deze zomer landen met de dossiers over de vennootschapsbelasting, de meerwaardebelasting en de fiscale activering van het spaargeld Charles MICHEL Eerste minister
Wat bedoelt u hiermee?
“Ik heb een duidelijk visie over hoe het verder moet tot het einde van deze regeerperiode. We moeten de sanering van de overheidsfinanciën onverminderd voortzetten. Dat is moeilijker dan gedacht omdat we af te rekenen hadden met de aanslagen en een nieuwe vluchtelingenstroom en omdat we de fiscale druk op de mensen met 3,5 miljard euro hebben verminderd. Toch slagen we erin om het begrotingstekort stelselmatig te verkleinen. Daarnaast willen we ook een investeringsregering zijn. Daarom mijn investeringspact voor een bedrag van 30 miljard euro dat we nu moeten uitrollen.”
“We moeten ook nieuwe fiscale maatregelen nemen om onze economie verder te versterken. Die maatregelen moeten zorgen voor een meer efficiënte en tegelijk ook meer rechtvaardige fiscaliteit. Dan komen we uit bij de hervorming van de vennootschapsbelasting en de meerwaardebelasting. Het finale objectief blijft altijd jobs, jobs, jobs. Dat is goed voor de koopkracht, voor de strijd tegen de armoede en voor een betere financiering van de sociale zekerheid.”
Had u dit niet beter bij het begin van de legislatuur gedaan. Nu wordt het misschien moeilijker om dit allemaal te beslissen omdat we kort voor verkiezingen staan.
“Het was niet realistisch om meer te doen bij het begin van de legislatuur. De commentaren toen waren dat we te snel gingen. Toen nog meer doen had voor grote stakingen kunnen zorgen die het land verlamden. Dat zou voor economische instabiliteit hebben gezorgd.”
De hervorming van de vennootschapsbelasting is een belangrijke hervorming die ook door de volgende regeringen zal moeten uitgerold worden. Die hebben misschien een andere samen-
stelling. En dan vraag ik me af of het niet beter is om hierover een akkoord te sluiten over alle partijen heen, dus ook met de oppositie.
“Dan spreekt men over pacten. Over veiligheid zou dat in principe moeten kunnen. Maar wat stel ik dan vast? Er is met de oppositie zelfs geen akkoord mogelijk over de verlenging van de aanhoudingstermijn in terreurzaken tot 72 uren. Een akkoord over de hervorming van de fiscaliteit zit er helemaal niet in, want er is een duidelijke ideologische grens tussen links en rechts. Ik heb er trouwens ook geen behoefte aan om zaken te doen met de PS nu die pleit v oor de invoering van de 30-urenweek met behoud van loon. De PS loopt achter de PTB aan. Dat geeft geloofwaardigheid aan de PTB.”
Ik vroeg de ministers-presidenten Geert Bourgeois en Paul Magnette een SWOT -analyse te maken van Vlaanderen en Wallonië. Maak er eens een van België.
“Een van onze grootste sterktes is onze traditie van openheid en bereidheid om compromissen te sluiten. Het feit dat we op het kruispunt van culturen liggen, is daar niet vreemd aan. Ook onze kennisinstellingen zijn een troef. Een zwakte is onze te grote bescheidenheid die soms de vorm van masochisme aanneemt. Men onderschat onze geloofwaardigheid in het buitenland, men heeft daar meer respect voor ons land dan we durven vermoeden. Daarom ook dat we in alle internationale instellingen diplomaten op het hoogste niveau hebben.” “Een mogelijke bedreiging is de toekomst van Europa. Het lijkt terug de goede richting uit te gaan. Zet zich dit door, dan is dit goed voor ons land. We zijn zeer afhankelijk van Europa. Waar we naar moeten streven, is naar een goed evenwicht tussen enerzijds de belangen van de lidstaten en anderzijds een gemeenschappelijke communautaire visie.”
Zal België over pakweg 25 jaar nog bestaan?
“Ja, ik denk het wel. Soms denken we dat we het enige land met problemen zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Alle landen hebben hun institutionele problemen. Ons land is veel stabieler dan men denkt. Ik weet het, regeringsvormingen kunnen hier soms lang duren. Maar ook dat is niet uniek. Kijk maar naar Nederland waar ze nu ook problemen hebben om een regering te vormen.”
Nu u het over regeringsvormingen heeft, in 2019 kan het ook opnieuw heel moeilijk worden indien Vlaanderen rechts en Wallonië links stemt.
“Ik kan moeilijk op het verkiezingsresultaat vooruitlopen. Ik heb maar een overtuiging. En dat is dat we ons economisch model verder moeten versterken om onze sociale zekerheid veilig te stellen. Belangrijk daarbij is dat de economische verschillen tussen de regio’s verkleinen. Want dat zorgt nu voor spanningen.”
Anders gezegd, voor u is de inzet van de verkiezingen in 2019 het sociaaleconomische en niet het communautaire.
“De verschillende politieke partijen moeten voor de verkiezingen duidelijk aangeven waar ze voor staan en welke hun prioriteiten zijn. Daarna is het aan de burger om te beslissen. Indien de kiezers vinden dat er communautaire hervormingen moeten komen, dan is dat hun keuze en moeten we daar rekening mee houden. Maar het is niet mijn aanvoelen. Nog nooit heeft iemand me gevraagd wanneer we een nieuwe staatshervor- ming krijgen. Wel wat de regering gaat doen voor de KMO’s, om de armoede te bestrijden of de veiligheid te versterken. Bovendien is er de ervaring dat communautaire onderhandelingen heel lang duren, soms tot 541 dagen voor er een nieuwe regering is. Dat betekent chaos. Willen de kiezers dat? Ik denk het niet. Vorige keer wisten ze dat nog niet, nu weten ze het wel.”
Is er ruimte voor een zevende staatshervorming? Of gaan we meteen naar confederalisme?
“Dat zijn allemaal interessante discussies. Mijn voorkeur is verder hervormen om ons economisch model te versterken. Ik zal kort voor de verkiezingen en in persoonlijke naam aangeven hoe dat kan. Meer kan ik daar nu niet over zeggen.”
Is een federale regering met enkel de MR als Franstalige partij voor herhaling vatbaar?
“De MR is inderdaad de enige Franstalige partij in deze regering en dat maakt dat de sfeer onder de Franstalige meerderheidspartijen uitstekend is. Maar nu ernstig. Deze regering is niet legitiem voor institutionele hervormingen, ze is het wel voor alle andere zaken. Deze regering heeft een meerderheid en in die meerderheid heeft de MR een belangrijke rol te spelen. Die rol willen we na de verkiezingen van 2019 ook in de Waalse en de Brusselse regering spelen.” “We weten waar we voor staan. Indien in 2019 de PTB de grote winnaar is in Wallonië en Vlaanderen rechts kiest, dan riskeren we chaos en een langdurige politieke impasse. Daarom is de rol die de MR in Franstalig België te spelen heeft meer dan ooit belangrijk. De Waalse kiezers hebben de keuze. Of ze kiezen voor de PTB en de PS. Dan is er een grote kans op chaos en nieuwe langdurige institutionele onderhandelingen. Of ze kiezen voor de MR, stabiliteit en meer jobs.” Uiteraard vroegen we de premier ook wat hij vindt van de spectaculaire politieke ontwikkelingen in Franstalig België waar het cdH niet langer met de PS wil regeren in Brussel en Wallonië. Maar daar wilde Charles Michel niet op reageren. Tenzij dat de nieuwe evoluties geen impact zullen hebben op de federale regering. “We zijn met vier partijen en blijven met vier partijen om het beleid verder te zetten”, aldus de premier.