“Ik word gelukkig als ik kan helpen”
Emma Ribbens (23) uit Antwerpen stelt zich als productdesigner helemaal ten dienste van anderen. Na een bezoek van een maand aan het vluchtelingenkamp in Duinkerke, ontwikkelde ze duurzame speelmodules voor kinderen ter plekke. Unicef en Het Rode Kruis willen meer.
GENK -
Dat sociale heeft altijd in haar gezeten. Ze trok al eens naar Vietnam om daar te helpen in weeshuizen bijvoorbeeld. “Maar daar was ik beter op voorbereid”, zegt ze. “Dat je ook op anderhalf uur rijden van hier - in onze beschaafde Westerse wereld - met zo’n ellende geconfronteerd kon worden, was heel aangrijpend”, vertelt ze. Een maand lang trok ze naar het ondertussen afgebrande vluchtelingenkamp in Duinkerke. “Het was ronduit extreem om te zien hoe mensen als beesten worden behandeld. Als ik ’s avonds om 18 uur het kamp verliet, had ik het gehad. Het werd me soms te veel. Het is een enorm agressieve omgeving. De kinderen pissen op elkaar, ze vechten, ze gooien met afval... Ik voelde me machteloos.” Het was op de kinderen dat ze focuste met haar project Nomadlab. “Ik word gelukkig als ik kan helpen. Een mooie stoel ontwerpen, dat is... ja, saai. Ik wil dat design terecht-komt bij mensen die het echt nodig hebben. Ik wilde er mee voor zorgen dat deze generatie niet verloren zou gaan.” Ze bedacht bouwpakketten met duurzaam materiaal: afval dat overal beschikbaar is. Stukjes fietsband, oude zeildoeken en bamboestokken. “Als je daar mee gaat knutselen, kan je allerlei speelruimtes creëren voor kinderen.” Ze toont onder andere een vliegtuig, een hutje, een bootje. “Zodra de kinderen bezig waren, stopten de ruzies. Ook de ouders kwamen helpen. De relatie tussen ouders en kinderen staat door hun vluchtelingenbestaan zwaar onder druk. Met het spelen was er weer een soort van toenadering.” Haar project kan ondertussen rekenen op de belangstelling van het Rode Kruis en Unicef.