“Niet anti-mode, maar het moet anders”
Hij liep eerder al een stage bij Raf Simons, maar in zijn masterproef ‘Mirrored’ is de Lokerse student productdesign Ronald Clays (25) opvallend kritisch voor de mode-industrie. “De modeindustrie heeft vaak een utopische schijn. Die wou ik doorprikken.”
GENK -
Wie Clays’ kruisbestuiving tussen multimediale installatie en barok stilleven gadeslaat, weet eerst niet goed waar kijken: drie projectieschermen tonen beelden van drie personages - de ontwerper, de maker en de gebruiker -, gekleed met zijn ontwerpen en omgeven door allerhande artefacten. Die liggen keurig uitgestald voor de schermen: zo ligt er een waarschuwingsbord voor het portret van de maker waarop gevaren voor de publieke gezondheid aangegeven staan. Het opvallendste voorwerp bij de gebruiker? Het doosje Xanax - een antidepressivum - van het hippe merk Supreme. “Jongeren schuiven soms dagenlang voor de winkels aan voor de wekelijkse release van hun nieuwste hebbedingen. Als je die jongeren - die daar een deel van hun identiteit uit halen - dwingt tot zulke massaconsumptieommeetezijn,ishetnietabnormaal dat steeds meer tieners worstelen met angststoornissen.” Een opvallend kritisch werk dus, zeker voor iemand die al stage mocht lopen bij een andere oud-student van de Genkse academie: Raf Simons. “Het moment dat het eerste model over de catwalk liep tijdens de show van Raf was zo emotioneel ontladend”, blikt Clays met voldoening terug. “Maar als je er achteraf bij stilstaat welke impact de modeindustrie heeft op onze samenleving en hoe onze kledij tot stand komt, begin je je vragen te stellen of die twee nog in balans zijn.” Clays noemt zijn installatie een antiutopie. Is Clays dan anti-mode? “Niet per se anti-mode, maar ik wil naar een mode die anders is: maatschappelijk en milieubewuster. Studenten in de modeopleiding krijgen vaak volledige artistieke vrijheid, bijvoorbeeld als ze bont willen gebruiken in hun ontwerpen. Mode is echter geen kunst, het blijft een commercieel product. Dat betekent dat je je maatschappelijke verantwoordelijkheid moet nemen.” Of hij tot slot zelf nog aan de slag wil in de sector?“Daargaikeensgoedovermoeten nadenken.”