Cel Lokale Economie Je
zou zowaar denken dat men op het gemeentehuis een ‘cachot’ voorzien heeft om onze geliefde zelfstandigen in te steken. Maar niets is minder waar. Het gemeentebestuur heeft een jaar geleden deze cel opgericht om de gemeente als handelscentrum op te waarderen. Voorzitter Jacques Vanwyck en Jos Jorissen namen enkele ondernemers en zelfstandigen op sleeptouw. Kortessem ligt strategisch erg goed. Tussen steden Hasselt, Tongeren, Genk en Sint-Truiden. Een eerste opdracht was de wekelijks markt opwaarderen. En wonderlijk zien we telkens meer foorkramers opdagen. Regelmatig zijn er ook acties zoals gratis proevertjes, Kortessems bier, Radio Ariane, Confrerie, fietsgraveringen enz. Dit lokt volk naar het centrum en ook de aanpalende winkeliers en horeca varen er wel bij. Daarenboven ontmoeten dorpsgenoten elkaar wat dan weer het fundament is van ons sociaal weefsel. Een ander initiatief was op regelmatige tijdstippen de ondernemers samenbrengen zodat ze elkaars activiteiten konden leren kennen, ideeën konden uitwisselen en aan netwerking konden doen. Ook dat gebeurde. Zo werden bedrijven als KSmetaalwerken en Gielen Recyclage en containerservice bezocht . Onlangs waren er meetings met gastprekers als Grete Remen van Damhert Nutricion en Bart Lodewycks van Unizo. Boeiende sprekers over lokale economie. We stellen vast dat de groep geïnteresseerde Kortessemse ondernemers, alsmaar groter wordt. Dit netwerken leidt uiteraard ook tot onderlinge samenwerking en stimuleert zo de Kortessemse middenstand. In Kortessem zijn meer dan 120 commerciële panden. We zien er nog steeds bijkomen. Onze handelaars voelen natuurlijk ook de concurrentie van het online shoppen. 70 % van de Belgen shopt online, goed voor 1.250 euro per jaar. Wellicht zal dit nog stijgen. Maar als we allemaal meer lokaal gaan kopen zal dit zeker een boost geven aan onze dorpseconomie. Wie twijfelt er nog aan dat producten van onze eigen winkels, onze zelfstandigen, onze streekproducten veel beter en verser zijn dan elders? Sommige dorpsgenoten rijden kilometers ver om dan misschien nog goederen te kopen die de hele wereld hebben afgereisd. Is dit economisch of ecologisch? Is dit fairtrade? Daarenboven vind je in onze warenhuizen bijvoorbeeld appels van Australië of Zuid-Afrika, terwijl hier duizenden tonnen moeten vernietigd worden en toch nog blijven ze invoeren. Hoe moeten onze fruitkwekers zich hier bij voelen? In Guigoven komt dit jaar nog een warenhuis bij. Is dit OK? Is dit economisch nog verantwoord? Zij verkopen toch vele handelswaren die onze zelfstandige ook verkopen? Fruit, brood, vleeswaren, enz. Denkt men dat de mensen plots meer gaan kopen als er een supermarkt bijkomt? Misschien heeft men rekening gehouden met de tientallen sociale appartementen en woningen die er nog gaan bijkomen. Guigoven zal er hopelijk beter van worden. De Cel Lokale Economie gaat hier zeker over waken, maar die naam ‘cel’ is zo gesloten en verkoopt niet!