Zelfrijdende bus kan snelheid aanpassen aan voetgangers
Nieuwe stap in ontwikkeling dankzij twee jaar durend onderzoek in Lommel
De zelfrijdende bus is nog niet voor morgen, maar de ontwikkeling ervan heeft opnieuw een belangrijke horde genomen. Na twee jaar onderzoek op de terreinen van Flanders Make in Lommel is een consortium van Vlaamse bedrijven en onderzoekers erin geslaagd een bus te ontwikkelen die zelf zijn snelheid aanpast aan de verkeersomgeving. Via infraroodcamera’s en een radar kan de bus zelf bepalen of er geremd of gestopt moet worden voor voetgangers of fietsers. “Tussen dit prototype en een bus die effectief op de openbare weg kan rijden, is er nog een hele weg af te leggen”, zegt Dirk Steenbeke van Flanders Make. Op de testsite in Lommel werd de afgelopen twee jaar uitvoerig geëxperimenteerd om de zelfrijdende bus opnieuw een stukje slimmer te maken. Dat gebeurde in samenwerking met een consortium van bedrijven zoals busbedrijf VDL, Siemens, TomTom en Tennco. Ook onderzoekers van Transport & Mobility Leuven en de UGent waren daarbij betrokken. In totaal kostte het project 5 miljoen euro, grotendeels bestaande uit Vlaamse subsidies (4,1 miljoen). “Ons onderzoek richtte zich op de collission avoidance, het vermijden van botsingen”, zegt Steenbeke. Datzelfde systeem zit nu voor een deel ook al in personenwagens, maar daar gaat het vooral om de reacties op auto’s die voor de eigen wagen rijden. “Ook als ze plots remmen bewegen deze voertuigen nog altijd in dezelfde richting als de eigen auto. In ons onderzoek hielden we ook rekening met voetgangers. Dat is fundamenteel anders, omdat voetgangers plots 360 graden kunnen draaien en een andere richting kunnen opgaan. Dankzij camera’s – waaronder infraroodcamera’s – en een radar kan onze zelfrijdende bus nu ook op zulke omstandigheden reageren. Door af te remmen om een aanrijding te vermijden, of door helemaal te stoppen als dat nodig is.”
Obstakels ontwijken
De volgende stap is het ontwijken van obstakels op de weg, door de bus zelf in een bepaalde richting te laten sturen. “Maar voor een zelfrijdende bus ook zijdelings kan bewegen, moet er nog heel wat onderzoek gebeuren”, zegt Steenbeke. “We weten nu wel dat de sensoren die we gebruikten deze reacties kunnen sturen. Maar al die informatie verwerken en vervolgens standaardiseren, zodat de bus op elk moment zelf weet welke beslissing hij moet nemen, daar ligt de uitdaging. Bovendien moet de software honderd procent ‘fail safe’ worden gemaakt. Software heeft nog al eens de eigenschap te crashen, maar in een zelfrijdend voertuig wil je dat uiteraard niet meemaken.”
Met het testvoertuig dat Flanders Make nu ontwikkelde, kan de industrie – busbedrijf VDL in het bijzonder – aan de slag voor verder onderzoek en optimalisatie. Maar wanneer zullen we effectief zelfrijdende bussen op onze wegen zien? “Er wordt gezegd dat autonoom rijden om de hoek ligt, maar het is wel nog een heel grote hoek. Er moet nog veel onderzoek gebeuren”, zegt Steenbeke. “Op de laatste Europese conferenties wordt 2022 als richtdatum genoemd voor de eerste toepassing in de praktijk. Tegen dan zal er ergens in Europa wellicht een zelfrijdende bus op de openbare weg rijden. In het Zweedse Göteborg loopt er nu al een proefproject in gemengd verkeer, in samenwerking met Volvo. En ook in Nederland en Oostenrijk wordt geexperimenteerd. Door samen te werken met onze buurlanden, kunnen we in Vlaanderen op gelijk niveau blijven. Want dit is zo’n complexe materie dat je er niet van uit mag gaan dat je alles zelf kan ontwikkelen.”