“Volgende week naar FC Barcelona”
Leonie Geukens, het nieuwe hoofd van het medisch departement, draait week mee in Camp Nou
Een vrouw in het mannenbastion dat voetbal is, het blijft de uitzondering op de regel. Leonie Geukens, een prille dertiger uit het Tongerse, is zo’n uitzondering. Zij is de kersverse verantwoordelijke voor het hele medische departement bij Genk. “Ik ben blij dat ze kijken naar de kwaliteit en niet naar het geslacht.” Ze was al in dienst bij Genk. Als arts in de jeugdacademie. Een functie waarin ze op dagelijkse basis samenwerkte met clubdokter Stijn Indeherberge, intussen naar PSV vertrokken. “Die samenwerking verliep uitstekend”, aldus Leonie. “Stijn heeft hier prima werk geleverd. Maar met de komst van Patrick Janssens is meer het accent komen te liggen op structuur en organisatie. In de werking van het medische apparaat waren er hier en daar wat hiaten. Bijvoorbeeld de medische opvolging van de beloften die doorstromen naar de A-kern. Die lacunes moet ik nu opvullen. Het aansturen van alle parameters, eventuele vragen van de kinesisten naar materiaal, inhoudelijke procedures, de medische screenings van inkomende transfers, de wekelijkse opvolgvergaderingen van de geblesseerden, dat wordt mijn werkterrein. Ik ben dus niet de ploegarts van de A-kern, daarvoor is Philip Thys aangetrokken. Johan Jespers is ploegarts van de beloften en neemt af en toe ook een wedstrijd van de A-kern voor zijn rekening.”
Jij komt dus niet in de kleedkamer van de A-ploeg?
“Neen, het is niet de bedoeling dat ik mijn neus binnensteek in een kleedkamer vol mannen. Al hoeft dat tegenwoordig geen issue meer te zijn, vind ik. Maar Philip Thys is gewoon beter geplaatst om die job uit te oefenen. Hij heeft vier jaar praktijkervaring opgedaan in Westerlo. Ik zou dat trouwens allemaal niet ingepland krijgen in mijn agenda. De afspraak is dat ik het inhoudelijke stuur en dat ernstigere letsels ook bij mij terechtkomen. Maar ik ga dus niet mee naar stages en wedstrijden.”
Wat die agenda betreft: je werkt in drie verschillende ziekenhuizen.
“Dat lukt allemaal door goed time management. Mijn hoofdactiviteit ligt in het revalidatiecentrum van het ziekenhuis in Tongeren. Daarnaast werk ik op de dienst orthopedie van het ZOL in Genk. Met professor Bellemans en dokter Truijen (die onlangs net naast een zitje in de raad van bestuur van de club greep, nvdr.). Ten slotte ben ik een halve dag per week bezig in het UZ Leuven. Dat is handig. In mijn activiteiten voor KRC Genk kan ik terugkoppelen naar het ZOL, in die voor de Yellow Tigers naar het UZ in Leuven.”
Je haalt het zelf aan: je bent ook verantwoordelijke arts bij de Yellow Tigers, de nationale vrouwenvolleybalploeg.
“Dat slorpt me drie, vier weken per jaar op. Tijdens de EK- en WK-kwalificaties. Dat is haalbaar. De overige vijftig weken gaan naar het voetbal. Die sport heeft de grootste impact op mijn sociaal leven.”
Vanwaar die passie voor sport?
“Ik ben zelf ook sportief ingesteld. In het verleden heb ik veel getennist. Ik was zelfs Belgisch kampioen bij de 12- en 14-jarigen. De Beker de Borman. Op een bepaald moment heb ik zelfs de keuze moeten maken: ofwel alles op het tennis zetten ofwel studeren. Het is dat laatste geworden. Ondanks mijn drukke agenda probeer ik ook nu nog een keer of twee, drie per week een uurtje een balletje te slaan. Vorige zondag nog heb ik de finale gespeeld van het BK interclub voor +25-jarigen. Op recreatief niveau, wel te verstaan.”
Vrouwen in het mannenvoetbal, het blijft uitzonderlijk.
“Ik zie inderdaad weinig vrouwen in de raden van bestuur of de directies van voetbalclubs. Ook niet in de medische departementen. Al begint die mentaliteit toch te veranderen. De Red
Flames, de nationale vrouwenvoetbalploeg, heeft met
Elke Van den Steen een vrouwelijke arts.
Zij is ook hoofd van het medisch departement in de jeugdacademie van
Club Brugge. Ik ben blij dat ze mij in Genk deze functie toevertrouwen, dat ze daar eerst naar de kwaliteit kijken en niet naar het geslacht.”
Op foto’s van de Yellow Tigers zie ik een gepassioneerd meelevende Leonie Geukens. De gebalde vuist.
“Ik heb een groot sporthart. Ik ben zelf competitief ingesteld en kan me dus inleven in de emoties van topsporters. Soms wordt de spanning me zelfs te veel en gaan mijn handen voor mijn ogen.”
Slotvraag: heb je nog tijd voor vakantie?
“Ik werk graag, mijn werk is voor mij soms vakantie. Om een voorbeeld te geven: nu zondag vertrek ik naar FC Barcelona. Daar ga ik een week meedraaien in het medisch departement. Ik zie dat als vakantie.”