Limburgse horecazaken zijn de properste van België
Limburgse horecazaken scoren opvallend beter dan het Belgische gemiddelde bij controles van het FAVV, het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid. Dat controleerde vorig jaar onaangekondigd meer dan duizend horecazaken in Limburg. Acht op de tien daarvan waren in orde met voorschriften voor voedselveiligheid en hygiëne, in de rest van België was dat maar zes op de tien. In frituren en pitazaken ken zijn zijn er er het het vaakst vaakst overtre overtredingen. ngen.
Bij 42,1 procent van de Limburgse pitazaken werden overtredingen vastgesteld, bij de frituren was dat een kwart
Katrien STRAGIER, woordvoerster FAVV
Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) heeft vorig jaar in Limburg 1.092 horecazaken en 218 grootkeukens gecontroleerd. Van de horecazaken bleek 22,2 procent niet in orde, bij de grootkeukens was dat 8,3 procent. Vooral frituren en pitazaken scoren slecht als het op voedselveiligheid aankomt. Al doen Limburgse zaken het wel opvallend beter dan het Belgische gemiddelde.
Eerst het goede nieuws: bijna 8 op de 10 gecontroleerde horecazaken waren in orde met de voorschriften. Daarmee doet Limburg het in alle segmenten van de horeca, behalve de ambulante markthandel, beter op het vlak van voedselveiligheid dan het Belgische gemiddelde.
In totaal kregen horecazaken in Limburg 201 waarschuwingen en 67 processen-verbaal. Opvallend: geen enkel Limburgs café was vorig jaar in overtreding. Ook eetgelegenheden doen het opvallend beter dan in de rest van het land: 20,9 procent zondigde tegen de regels in Limburg, terwijl dat percentage in de rest van het land dubbel zo hoog ligt. Ook traiteurs scoren goed met 13,9 procent ongunstige inspecties, terwijl het nationale gemiddelde op bijna 30 procent ligt. Frituren en pitazaken blijven de slechtste leerlingen van de klas. “Dat is traditioneel zo”, zegt Katrien Stragier, woordvoerster bij het FAVV. Bij 42,1 procent van de Limburgse pitazaken werden overtredingen vastgesteld, bij de frituren was een kwart in overtreding. Maar ook hier doet Limburg het beter, want in heel het land was maar 41,2 procent van de pitazaken helemaal in orde. Voor frituren lag dat cijfer op 65,7 procent.
Frequentie
“De controles gebeuren onaangekondigd en volgens een bepaalde frequentie”, legt Stragier uit. “Zo gaan we bij een horecazaak één keer om de drie jaar langs, in grootkeukens die zelf eten bereiden is dat één keer om de twee jaar. De controles gebeuren op basis van een checklist. Daarmee wordt onder andere vastgesteld hoe het met de infrastructuur gesteld is en met de hygiëne van het personeel. Is het resultaat van een controle ongunstig, dan blijft het FAVV langsgaan voor nieuwe controles tot alles in orde is.”
Grootkeukens
Van de grootkeukens die het FAVV in Limburg inspecteerde was ruim 9 op de 10 helemaal in orde. Ook dat is beter dan het nationale gemiddelde. Er werden in Limburg in totaal amper 22 waarschuwingen en 2 pv’s uitgeschreven in grootkeukens. Die twee processen-verbaal waren wel allebei gericht tegen kinderdagverblijven. “Van een algemeen probleem in crèches is echter geen sprake”, zegt Stragier. “Kinderdagverblijven doen het over het algemeen zeer goed. In het algemeen hadden de zwaarste non-conformiteiten bij de gecontroleerde grootkeukens in België vorig jaar te maken met de temperatuur van levensmiddelen, onvoldoende netheid van oppervlakken die in contact komen met levensmiddelen en gebrekkige persoonlijke hygiëne van het personeel.”
“En als er uiteindelijk een procesverbaal wordt opgemaakt, wil dat zeggen dat er belangrijke non-conformiteiten zijn, maar geen direct en onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid”, zegt Stragier. “Eenmaal er zo een pv is uitgeschreven, beslist de commissaris administratieve boetes over de financiële sancties voor de betrokken zaken. Over die boetes heeft het FAVV niets te beslissen.”