Bas Heijne?
Bibliofiel Marcel Grauls tipt elke week een boek waar u slimmer van wordt. Bas Heijne, Onbehagen, Nieuw licht op de beschaafde mens, uitg. Ambo/Anthos, 2017 (tiende druk), 94 blz., 10 euro; e-boek: 4,99 euro.
Bas Heijne, Staat van Nederland, een pleidooi, uitg. Prometheus, 2017, 84 blz., 7,99 euro; e-boek: 5,99 euro. (Inclusief een gesprek met de auteur)
XXWat is dit?
‘Nieuw Licht’. Een filosofische pamfletserie bij uitgeverij Ambo/Anthos waarin een oude denktraditie wordt getoetst aan het denken van onze tijd. Boekjes van 80 à 100 bladzijden, kostprijs 10 euro, die de denkende mens moeten helpen zich in de verwarde wereld van vandaag te oriënteren. Tegelijk verschenen: ‘Nieuw Licht’ op verzet, op het feminisme, op journalistiek en op de beschaafde mens. Bas Heijne bijt met ‘Nieuw licht op de beschaafde mens’ de spits af, met als achtergrond een passage uit ‘Het onbehagen in de cultuur’ van Sigmund Freud. Heijne kreeg een paar weken geleden nog de P.C. Hooftprijs, de grote prijs van de Nederlandse letteren, ter waarde van 60.000 euro. Hij heeft in de 34 jaar van zijn schrijverschap alles en nog wat gepubliceerd, zowel romans, verhalen als reisverhalen, maar hoofdzakelijk essays. In Nederland is hij vooral bekend geworden met een wekelijkse actualiteitscolumn in NRC Handelsblad, de ‘humus’ van de essays, al zestien jaar lang. Dat zijn er zo’n achthonderd. “Op zaterdagochtend denkt een deel van Nederland: er is weer van alles gebeurd, maar wat vindt Bas Heijne er eigenlijk van?”, schreef een krant ooit.
Hard samengevat zeggen zijn columns: de besturende klasse dient vooral zichzelf, de kloof tussen de burger en overheid/bedrijfsleven wordt groter, links en liberaal hebben niet de visie om die kloof te overbruggen en in de gapende leegte heeft het populisme, de Witte Huis-trol, vrij spel.
In de praktijk mept hij er niet zo rechtlijnig op los. In zijn dankwoord zei hij in mei: “De journalistiek spreekt vanuit een wij, de poëzie vanuit een ik. De essayist, althans deze, beweegt zich, tastend en zoekend, ergens daartussen.” Vandaar de uitdrukkingen ‘deels’, ‘ten dele’ en ‘het lijkt alsof’ die in zijn betoog vaak voorkomen. Vandaar ook zo snel de tiende druk van dit boekje.
Waarover gaat het?
Voor Freud zijn er binnen ons ‘psychisch gebeuren’ twee krachten actief: het lustprincipe en het realiteitsprincipe: die twee moeten elkaar in balans houden. Het onbehagen ontstaat als dit niet zo is. Vandaag verstoort de snelle behoeftebevrediging, deels (!) door nieuwe technologieën, het evenwicht. De technologie heeft de mens meetbaar gemaakt. Hij is van subject naar object geëvolueerd. De biologie vertelt hem dat de evolutie hem geprogrammeerd heeft, dat hij niet aan zijn genen kan ontsnappen.
Het vroegere denken, het verlichtingsdenken, drukte uit hoe de mens zou willen zijn. De contraverlichting van vandaag doet “een instinctief beroep op hoe de mens van nature is”. Ze legt de nadruk op ongelijkheid, op afkomst, op de eigen groep, op de natiestaat. Heijne: “Wie zegt: de economie trekt aan, je zult zien, mensen worden weer tevreden. Die heeft er niks van begrepen.”
Wat deed zijn denken kantelen?
De Charlie Hebdo-aanslagen in Parijs, waar hij woont. “De aanslagen in Parijs bevestigden bij mij een in de loop der jaren langzaam gegroeide gewaarwording, namelijk dat het wereldbeeld waarmee ik opgroeide, fundamenteel achterhaald is.” Hoe was dat wereldbeeld uit de jaren zeventig en tachtig? De mens zou zich langzaam maar zeker losmaken van zijn eigen benauwde groepsgeest en zich verenigen met anderen op basis van gedeelde menselijkheid. Mannen en vrouwen zouden meer en meer gelijk worden. Minderheden werden geaccepteerd als gelijken. Nationalisme en andere vormen van agressieve groepsgeest zouden hopeloos gedateerd raken, net als religieus fanatisme. Grote problemen als honger, ziekte en armoede zouden stap voor stap de wereld uit geholpen worden. Heijne: “Dat was geen grote ideologische overtuiging. Het sprak gewoon vanzelf.”
De wetenschap heeft de relatie van de twee principes van Freud verstoord. Het onbehagen is destructief. Kennis geeft geen betekenis aan ons bestaan, zo luidt Heijnes betoog.
Heijne wil, zo zegt hij aan het slot van zijn dankrede, de grote woorden in de politiek of in de media terugbrengen tot menselijke proporties. “Het is mijn taak om die grote woorden persoonlijk te maken, in te bedden in de menselijke ervaring.”