Geert Versnick opnieuw in opspraak
De Oost-Vlaamse gedeputeerde Geert Versnick (Open VLD) dient gepeperde hotelrekeningen en duurdere vliegtickets van zijn tussenstops in Bangkok in als onkosten bij de provincie. Nochtans maken die tussenstops geen deel uit van de economische missie waarvoor hij vier keer per jaar naar Zuid-Oost-Azië afreist. Zijn collega’s in de deputatie zeggen niet op de hoogte te zijn van de uitstapjes. Zelf verklaart Versnick dat hij in Bangkok onderzoekt “of er ook in Thailand een economische missie op te starten viel.” Al vijf jaar lang reist Geert Versnick (Open Vld) twee keer per jaar naar Vietnam om daar namens het Oost-Vlaamse provinciebestuur de bevoorrechte relaties te onderhouden. Ook China staat doorgaans twee keer per jaar op zijn programma. Oost-Vlaanderen onderhoudt al 25 jaar een nauwe band met Vietnam. Versnick wordt op zijn trips naar Vietnam en China meestal bijgestaan door twee mensen uit de administratie. Die vliegen vanuit Brussel via de Thaise hoofdstad Bangkok naar Vietnam. Ook Versnick neemt die route. Alleen vliegt hij meestal op een andere dag dan zijn ambtenaren en blijft hij ook bijna altijd een dagje hangen in Bangkok. “Waarom hij daar zo vaak moet zijn, is voor niemand duidelijk”, zegt provincieraadslid Riet Gillis, die zich verdiepte in de onkostenvergoedingen van Versnick. Ook de collega’s van Versnick in de deputatie zeggen daar niet van op de hoogte te zijn. Zij keuren elke keer de missie en het budget goed, maar daarin rept Versnick met geen woord over Bangkok.
Suite
In de onkostennota’s die hij indient bovenop de vaste dagvergoedingen voor buitenlandse missies, prijkt er echter wél telkens een rekening van Hotel Lebua. De goedkoopste kamers kosten daar 136 euro, maar Versnick boekt bijna altijd een suite met twee slaapkamers, ter waarde van ongeveer 320 euro. Nog op de rekening: taxikosten, maaltijden en andere roomservices. “Dat hij die rekeningen presenteert aan de provincie is volledig in strijd met het reglement rond dienstreizen”, zegt Gillis. “De provincie neemt enkel de verblijfskosten en ontbijtkosten op zich voor de duur van de missie. En vliegtuigreizen moeten per definitie in economy class.” Door zijn uitstapjes in Bangkok kosten de vliegtickets van Versnick ook een pak meer dan die van de ambtenaren. Wellicht omdat de korte trip van Bangkok naar Vietnam dan niet als een aansluiting, maar als een nieuwe vlucht moet worden geboekt, varieert de meerprijs tussen de 800 en de 1.500 euro. De heen- en terugvluchten van een ambtenaar kostten in mei 2015 bijvoorbeeld 2.800 euro, die van Versnick 3.600 euro. Op de hotelrekeningen die Versnick binnenbrengt bij de provincie staat meestal enkel zijn naam en adres. Maar in minstens één geval, voor zijn reis van december vorig jaar, staat de rekening op naam van de BVBA Clanco, een bedrijf waarvan behalve Versnick ook zijn dochter zaakvoerder is. “Waarom Versnick dat doet is niet duidelijk”, zegt Gillis. “Maar de kans bestaat dat hij die rekening ook nog eens indient als fiscale aftrekpost voor zijn bvba.”