“Bij een aantal Waalse socialisten ruik ik de arrogantie”
Jan Peumans pleit morgen op Vlaamse feestdag voor meer macht voor regio’s in Europa
“De parlementen van de regio’s in Europa, zoals Catalonië, Baskenland en Wales, moeten mee kunnen praten op Europees niveau.” Die lans breekt Jan Peumans (N-VA) op de Vlaamse feestdag morgen. Tegelijkertijd is de Vlaamse parlementsvoorzitter hard voor de schandalen in Wallonië en Brussel. “Laurette Onkelinx en Elio Di Rupo hadden de eer al lang aan zichzelf moeten houden, maar bij veel Waalse socialisten ruik ik de arrogantie en een zekere vorm van dedain.”
Jan Peumans mag dan wel twintig minuten te laat aankomen, hij blijft zijn geestige zelve. We moeten zelfs geen vragen stellen. Dat doet Peumans zelf wel. “Vraag 1: hoe voelt u zich? Goed. Vraag 2?”
Wat zal uw boodschap zijn op de Vlaamse feestdag morgen?
“Dat Europa meer aandacht moet besteden aan de regio’s. De regionale parlementen van de Basken, de Catalanen, de Schotten, de Welshmen, de Vlamingen of die van de Länder in Duitsland moeten een meer uitgesproken rol spelen in Europa.”
Over wat voor rol heeft u het?
“Die parlementen moeten net zoals ons mee kunnen praten op Europees niveau. Het Vlaams Parlement is een uniek exemplaar in de Europese context, omdat wij internationale verdragen kunnen sluiten. Als het over onze eigen bevoegdheden gaat, participeren we zelfs in Europese ministerraden. Ik had vorige week een afvaardiging van het parlement van Wales op bezoek, die zetten grote ogen op. Die dachten dat wij een veredelde provincieraad waren. Niet dus.”
Inspraak van de regio’s, dat zullen landen als Spanje en
Duitsland nooit aanvaarden.
“Dat moeten zij weten, maar ik vind dat de regio’s een belangrijkere rol moeten spelen. Europa moet ook veel meer regionale cijfers publiceren. Spanje heeft 47 miljoen inwoners. Er zijn 7 miljoen Catalanen. Die leveren 20 procent van het bruto binnenlands product. Het is toch veel eerlijker als dat wordt gezegd. Dan kan je ook beter de solidariteit tussen armere en rijkere regio’s in beeld brengen. Duitsland is daar een mooi voorbeeld van met de Finanzausgleich, die laten tenminste de solidariteit tussen de rijkere en armere staten zien.”
Over solidariteit gesproken. Wat denkt u van de huidige situatie in Wallonië en Brussel?
“Het maakt mij heel triest. Wat er bij Samusocial gebeurde, zijn absoluut laakbare praktijken. In Vlaanderen zie ik dat niet meteen gebeuren. Hier zijn we niet zo zuiders ingesteld. De ontmoeting die ik met een aantal Waalse socialisten heb, ruikt trouwens heel sterk naar arrogantie en een zekere vorm van dedain. Ze zijn niet allemaal zo, maar de meesten hebben toch de indruk dat ze de macht hebben om te bepalen wat er gebeurt en niet gebeurt. Wat ik niet snap is dat mensen die de hoofd- verantwoordelijkheid dragen voor die schandalen, gewoon blijven zitten. Iemand als Laurette Onkelinx (PS) had al lang de eer aan zichzelf moeten houden. Net zoals partijvoorzitter Elio Di Rupo. Paul Magnette en Rudy Demotte niet, maar die twee wel. Want je kan mij niet wijsmaken dat ze al die verhalen niet kenden.”
De PTB profiteert in de peilingen. Ziet u de N-VA in 2019 al aan tafel zitten met de Waalse communisten?
“De stemmen voor de PTB zijn volgens mij tijdelijke proteststemmen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat één op de vijf Walen in één keer communist is geworden. Of die 20 procent die ze nu in peilingen halen dus de uitslag zal zijn van de volgende verkiezingen? Ik weet het niet. Maar zie jij al een PTB’er toetreden tot de regering? Ik niet.”
Dat de PS nu uit het bestuur ligt, doorkruist wel de N-VA-strategie om de PS uit te roken.
“Dat moet je aan de partijstrategen vragen. In welke situatie we in 2019 zullen terechtkomen, weet ik niet. Maar vergeet niet dat de grootste regionalisten in Wallonië nog altijd bij de PS zitten. JeanClaude Marcourt bijvoorbeeld
(minister van Economie in de
Waalse regering, red.), Magnette is dan weer veel minder. Die vindt alle nationalisten fascisten, maar hij vergeet dan wel dat de nationalisten in Wales, Schotland en elders vooral links zijn. In Vlaanderen hebben we er daar te weinig van, daar ben ik het wel mee eens.”
Al de schandalen van de afgelopen maanden stralen wel negatief af op de volledige politieke klasse.
“Dat klopt, maar ik vind wel dat men nu alles op één hoop gooit en doet alsof alle politici zakkenvullers zijn. Daar ben ik het niet mee eens. Ook niet in Wallonië.”
Hoe bestrijd je die perceptie?
“De eerste voorwaarde is dat volksvertegenwoordigers fier zijn dat ze gekozen zijn. Ik stel vast dat een aantal mensen met van alles en nog wat bezig is, maar niet met de fundamentele dingen waarvoor ze verkozen zijn. De manier waarop een aantal mensen bij ons in het halfrond betrokken is... ik vind dat echt triestig. Mensen luisteren zelfs niet meer naar elkaar. Ze zitten constant op hun smartphone of laptop te tokkelen. Er zijn er maar drie die altijd luisteren: Jan Peumans, Bruno Tobback en Björn Rzoska. Er zijn er ook in onze partij - en ik noem geen namen - die volgens mij zelfs niet weten dat de zitting bezig is. Daarom ben ik ook voorstander van de decumul. Een functie, een politicus. De eerste die mij kan aantonen dat parlementsleden die burgemeester zijn een meerwaarde hebben in het parlement, moet ik nog tegenkomen.”
En u zelf? U wil er na 2019 mee ophouden?
“Ik ben ter beschikking van de partij.”
Dus u stopt nog niet?
“Jawel ik stop, en ik zal u ook zeggen wat de reden is. Die is puur persoonlijk. Ik heb al 45 jaar een fantastische vrouw. Ik ben altijd heel veel weggeweest. Ik heb mijn kinderen en kleinkinderen veel te weinig gezien. Daarom sluit ik dit hoofdstuk af en ben ik ter beschikking van de partij.”
Dus u duwt de lijst?
“Ik denk dat, maar ik weet het niet. Misschien willen ze mij niet meer. Dan ga ik andere dingen doen. De jeugd moet het nu maar overnemen: Zuhal Demir, Jos Lantmeeters, Steven Vandeput. Ik ben in 2019 69 jaar. Ik ga niet meer op de laatste rij in het parlement zitten. Ik ben 18 jaar schepen geweest, 12 jaar burgemeester, 14 jaar provincieraadslid en 15 jaar parlementslid. Het is goed geweest. Het is tijd om andere dingen te doen. Naar het toneel gaan, concerten bijwonen, gaan rijden met de elektrische fiets die ik nu nog niet heb.”
Laurette Onkelinx en Elio Di Rupo hadden al lang de eer aan zichzelf moeten houden
Jan PEUMANS Voorzitter Vlaams Parlement