Zaterdag heel even aan opgeven gedacht
Zowel zaterdag als zondag zat ik meteen na de start mee in de ontsnapping. Zaterdag bleek mijn blitzstart te optimistisch van aard. Ik ging te onstuimig tekeer en ontplofte van zodra de weg ook maar iets omhoog wees. Gisteren verliep mijn aanhef heel wat beter. Daar zat het weer natuurlijk voor veel tussen: het was enkele graden koeler en bovendien regenachtig. Ik kan gewoonweg minder goed recupereren in de hitte, zoveel is duidelijk. Zaterdag moest ik het na mijn inspanningen tien kilometer lang rustig aan doen vooraleer ik weer op mijn à propos was. Gelukkig was ik niet de enige die een slechte dag kende want anders kan je in je eentje tegen de tijdslimiet vechten en ben je een vogel voor de kat. Heel even dacht ik dat we het niet zouden redden. We waren nog maar veertig kilometer ver in de rit. Daarbij heb ik ook heel even aan opgeven gedacht. Maar ja, dat doe je natuurlijk niet. Dan ben je als renner nog liever buiten tijd. Nadat Démare echter weer was komen aansluiten, begon het toch weer te draaien in ons groepje en wisten we ons vel al bij al nog comfortabel te redden. Dan verging het me gisteren heel wat beter. Op de steile flanken van de Col de la Biche moest ik mijn medemaats laten rijden en zocht ik onmiddellijk mijn eigen tempo. Het blijft hartverwarmend om te ervaren hoe de toeschouwers je vooruit schreeuwen tijdens de Tour. Op welke positie je ook rondfietst. Dat maak je maar eenmaal per seizoen mee. Juist, in de Ronde van Frankrijk. Wat de Tour eveneens onderscheidt van andere rittenkoersen is de strengheid van de jury. In de Tour worden er geen oogjes dichtgeknepen zoals bijvoorbeeld in de Giro. In Italië wordt een bidon collé nog oogluikend toegestaan. In Frankrijk niet. Nu ja, sinds de zaak Sagan moet de jury de harde lijn doortrekken. Volkomen terecht natuurlijk!
Tot morgen,
Tim