“Hopen in toekomst de kans op overleving te kunnen bepalen”
UHasselt en ZOL bestuderen staat van de hersenen bij hartstilstand
Hoe meer zuurstofrijk bloed er in de hersenen terechtkomt, hoe hoger de overlevingskansen bij een hartstilstand. Dat blijkt uit de doctoraatstudie van urgentiearts in opleiding Cornelia Genbrugge (32) van UHasselt. Zij werkte samen met MUG-artsen van zes Vlaamse ziekenhuizen om bij 329 patiënten met een hartstilstand het zuurstofgehalte in de hersenen te meten tijdens de reanimatie.
GENK -
Dagelijks worden in ons land 30 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een plotse hartstilstand. “Bij ongeveer de helft kunnen we het hart via reanimatie hartmassage en beademing - weer opstarten”, zegt Cornelia Genbrugge. Deze patiënten worden overgebracht naar het ziekenhuis, waar uiteindelijk slechts drie van die 15 patiënten de hartstilstand zullen overleven, de rest sterft alsnog in het ziekenhuis. In concrete cijfers: van de 329 onderzochte patiënten hebben 29 mensen het zonder lichamelijke gevolgen overleefd. Eén patiënt is maanden in coma geweest, maar is uiteindelijk ook overleden. “Bij een hartstilstand en reanimatie vloeit er geen zuurstofrijk bloed naar de hersenen. Dat kan leiden tot grote hersenschade. Sommige gereanimeerde patiënten ontwaken vaak niet meer uit coma.” Genbrugge wilde in haar doctoraatsstudie onderzoeken of het mogelijk was om die hoeveelheid zuurstof in de hersenen al tijdens de reanimatie te meten. “Ik heb daarvoor de hulp gekregen van zes Vlaamse ziekenhuizen, waaronder ZOL in Genk. Indien mogelijk hebben MUG-artsen de patiënt tijdens de reanimatie een sensor op het hoofd gekleefd die het zuurstofgehalte in de hersenen meet. Zo’n sensoren worden al gebruikt in de operatiezaal bij zware hartingrepen, om te kijken wat de gevolgen zijn voor de hersenen.”
Volgende fase
In Japan en in New York lopen gelijkaardige onderzoeken, maar die beperken zich tot zuurstofmetingen in het ziekenhuis. “Wij zijn de enige onderzoeksgroep die de meting buitenshuis doen”, zegt Genbrugge. Zij hoopt dat deze metingen op termijn kunnen voorspellen wat de overlevingskans is voor de patiënt. “We hebben een verschil gemeten tussen patiënten die een hartstilstand hebben overleefd en patiënten die overleden zijn. Het valt op dat hoe meer zuurstof in de hersenen werd gemeten, hoe groter de kans op overleving zonder hersenschade. In een volgende fase willen we onderzoeken of er manieren zijn om meer zuurstof naar de hersenen te krijgen. Bijvoorbeeld door aangepaste medicatie of andere hartmassagetechnieken.”