Het Belang van Limburg

Ik keer terug naar de Tour

-

Het werd dus niet Parijs. Halfweg de Montée de Naves d’Aubrac, een klim van eerste categorie, vond ik mijn Waterloo.

Ik had nochtans een goede nacht doorgemaak­t en hoopte dan ook dat het zondag beter zou gaan dan zaterdag. Helaas, ik merkte al snel dat dit niet het geval was en ik heb na iets meer dan twintig kilometer de handdoek in de ring moeten gooien met een infectie aan de bovenste luchtwegen. Normaal komt iemand van de organisati­e dan je rugnummer van de trui trekken, maar dat is gisteren niet gebeurd. Net zomin als ze gevraagd hebben of ik wel zeker was van mijn opgave. Daar ben ik niet rouwig om want op zulke momenten word ik liever niet aangeklamp­t.

Nadat ik had moeten lossen, kwam onze eerste ploegleide­rswagen me voorbijges­token. Marc Sergeant riep me meteen toe: ‘Dit heeft weinig zin, Tim! Stap af’. Waarop ik antwoordde: ‘Ik rij sowieso nog tot de top van de klim. Maar zelfs die heb ik dus niet gehaald. Ik stapte bij tweede ploegleide­r Frederik Willems in de wagen om vervolgens bij de bevoorradi­ng met de soigneurs van de ploeg naar de aankomst te karren. Het was stil in de wagens. Meteen na een opgave laat je een renner best met rust. Met de nodige gelatenhei­d heb ik de autorit uitgezeten. Ik ben sowieso iemand die zijn emoties niet graag toont.

Er is de voorbije dagen veel gezegd en geschreven over het warmteprob­leem waarmee ik kampte, maar daar heeft deze opgave dus niets mee te maken. Dat wil ik toch wel duidelijk stellen. Twee jaar na mijn eerste Tour draaide ook dit avontuur op een teleurstel­ling uit. Het zij zo. Dat wil niet zeggen dat ik de Tour in de toekomst zal mijden. Ik keer zeker nog terug. De Tour is één van de belangrijk­ste koersen van het jaar. Ik weiger ook te geloven dat ik in juli niet op mijn best kan zijn. Vorig jaar won ik immers de Ronde van Polen.

Tot ziens,

Tim

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium