“Uitleg Schauvliege is anders dan wat in omzendbrief staat”
Confederatie Bouw en prof UHasselt dringen aan op aanpassing regelgeving rond bouwgrond, maar minister houdt voet bij stuk
Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) is niet van plan om haar omzendbrief die Vlaanderen indeelt in bebouwde en onbebouwde gebieden aan te passen, zoals de Confederatie Bouw vraagt. “De brief verandert niets aan de regelgeving, bouwgrond blijft bouwgrond”, reageert Schauvliege. Professor Stijn Verbist, professor ‘rechtsbescherming tegen de overheid’ aan de UHasselt, is het niet met haar eens. “De minister zegt iets anders dan er in haar omzendbrief staat. Maar de ambtenaren moeten die regels nu wel al toepassen.”
De omzendbrief dateert van 7 juli en Schauvliege heeft er op 11 juli zelf een persbericht over rondgestuurd. Dat kreeg weinig aandacht in de media, tot Vlaams Parlementslid Lydia Peeters (Open Vld), de Vlaamse Confederatie Bouw en deskundige Stijn Verbist de omzendbrief uitplozen, en concludeerden dat het gaat om “een boskaart bis”.
In de omzendbrief staat dat wie ruimte wil aansnijden in ‘niet bebouwd gebied’, dat moet kunnen motiveren met een studie. De definitie van ‘niet bebouwd gebied’ jaagt de bouwsector in de gordijnen, want – kort samengevat – is een bebouwd gebied een samenhangend geheel van gebouwen, zoals een stad en dorpskernen. Al de rest is ‘onbebouwd gebied’. En daar zit het probleem. Want ook in dat zogenaamde ‘onbebouwde gebied’ liggen dus bouwgronden. “Die blijven bebouw- baar”, verzekert minister Schauvliege. En wat dan met de studie waarmee je moet bewijzen dat je hier alleen mag bouwen als dit elders niet kan? Dat staat toch zo in haar omzendbrief ? “Die studie moet er alleen komen voor wie ruimte wil aansnijden in natuur- of landbouwgebied. Niet als het gaat om wat nu al bouwgrond is”, legt Schauvliege uit.
Rechtszaken
“De minister zegt daarmee iets anders dan er in haar omzendbrief staat”, zegt Stijn Verbist, professor ‘rechtsbescherming tegen de overheid’ (UHasselt). “Daarin staat immers niet dat dit alleen om landbouwen natuurgebieden gaat. Als dat wel zo is, dan moet ze de brief aanpassen. Want ambtenaren die vergunningen geven zijn verplicht om die brief te volgen en eigenaars zitten nu in de onzekerheid. Je kan dan nog wel bouwgrond hebben, maar mag je er ook bouwen? Het is alsof je wel een Rolls Royce mag hebben, maar er je garage niet mee mag uitrijden.”
Volgens Verbist is er bovendien al een wettelijk probleem met de brief aangezien die begrippen hanteert als ‘bebouwd’ en ‘niet bebouwd’ gebied, die in geen enkel decreet staan. “In elk geval kunnen ambtenaren van gemeenten niet anders dan bij het geven van vergunningen de regels in de brief te volgen.” “De uitleg van de minister is anders dan wat er in de omzendbrief staat”, vindt ook Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw. “Misschien kunnen de ambtenaren zich op haar uitleg baseren in plaats van op de brief? Als ze die omzendbrief niet aanpast, dan voorspel ik veel rechtszaken.”
Ik kan toch niet voor iedereen die er een andere interpretatie aan geeft de omzendbrief aanpassen? Joke SCHAUVLIEGE Minister van Omgeving Zolang de minister de brief niet aanpast, blijft bij eigenaars van bouwgrond onzekerheid of ze er mogen bouwen Professor Stijn VERBIST Universiteit Hasselt
Interpretatie
Volgens Schauvliege is de brief duidelijk genoeg en lezen Lydia Peeters, Stijn Verbist en de Confederatie Bouw de inhoud verkeerd. “Die brief is nagelezen door een leger aan eminente juristen. Ik kan toch niet voor iedereen die er nu een andere interpretatie aan geeft, de omzendbrief aanpassen? Die brief is ook meegedeeld aan de leden van de Vlaamse regering, onder wie partijgenoten van Lydia Peeters. Minister Tommelein (Open Vld) heeft gezegd dat hij er achter staat.
Mijn doel is om de zes hectare open ruimte die nog elke dag wordt aangesneden te doen dalen.
Bij die zes hectare zit nog altijd natuur- en landbouwgebied dat bouwgrond wordt.”