Binnen drie jaar”
150.000 euro al een heel eind in het vrouwenwielrennen, maar dan was er van professionele omkadering amper sprake. Dat budget is door de jaren heen opgetrokken tot 2.000.000 euro, meer dan een vertienvoudiging. Dat moet ook wel, want onze dames zijn fulltime profs die ook de best mogelijke fietsen, kledij en begeleiding krijgen.”
Hoppers: “Zo kwam
Boels
in beeld als medesponsor. Het vrouwenwielrennen was niet alleen een groeiende markt, maar bovendien ook een sympathieke en maatschappelijk verantwoorde investering. Eerst moet je enkele jaren bouwen aan een visie en een team, maar de laatste twee jaar staan we waar we wilden staan: aan de top.”
Janssen: “We worden wel eens vergeleken met Team Sky bij de mannen. Die vergelijking gaat deels wel en deels niet op. We streven een vergelijkbare professionalisering na en laten niets aan het toeval over, dat klopt. Het budget van Sky is wel om en bij de 25.000.000 euro, dus nog eens tien keer meer. Aan de andere kant is Sky een bijzonder dominant team dat de voorbije jaren de Tour de France helemaal heeft lamgelegd. Zij maken de tegenstand geleidelijk af. Boels-Dolmans is daarentegen een heel aanvallend team, dat altijd koers wil maken. In dat opzicht verschillen we enorm.” Hoppers: “De voorbije jaren was Boels-Dolmans ook wel dominant in het aantal overwinningen, maar ook daarin komt stilaan verandering. De andere teams zijn zich op korte tijd aan het professionaliseren en dat merk je meteen aan hun resultaten. Vind ik erg goed, want op die manier dagen de dames en ploegen elkaar uit om een steeds hoger niveau te halen.” Janssen: “Het niveau is trouwens bijzonder hoog, hoor. Ik geef je een voorbeeld. Boels-Dolmans won de ploegentijdrit op het WK in Qatar vorig jaar. Onze dames moesten op de middag rijden, in verstikkende hitte op identiek hetzelfde parcours als de mannen. De mannen reden een stuk later, toen de temperatuur al tien graden gezakt was. Wel, de winnende tijd van Boels-Dolmans zou in de mannenploegtijdrit op de twaalfde plaats afgeklokt worden. We lieten maar liefst negen mannenploegen achter ons.”
Toekomst
voor wat de vrouwen presteren. En als rensters zich eigenlijk zelf aanbieden om voor je ploeg te willen rijden, dan weet je dat je iets op poten hebt gezet dat gewaardeerd wordt.”
Janssen: “Je voelt dat respect voor de vrouwen ook steeds meer in de verloning en het prijzengeld. De winnares van La Course krijgt 20.000 euro, wat erg mooi is natuurlijk (een ritwinnaar in de Tour krijgt 11.000 euro, nvdr.). Toch is dat niet overal zo. De winnaar van Luik-Bastenaken-Luik ontvangt 20.000 euro, de winnares amper 1.100 euro, zo groot kan het verschil zijn.” Hoppers: “Onze onderhandelingen met het ASO over een Tour voor vrouwen, hebben in eerste instantie al geleid tot een vrouwenversie van Luik-Bastenaken-Luik. Ook in de Amstel Gold Race en de Ronde van Vlaanderen mogen de dames meedoen, dus er beweegt heel veel.”
Janssen: “En vooral die exposure is bijzonder aantrekkelijk natuurlijk voor sponsors. De media hebben steeds meer interesse in de prestaties van de vrouwen en spenderen er meer aandacht aan. Als je weet dat veel Tourploegen al tevreden zijn dat hun renner de tv-uitzending haalt, betekent dat dat meer media-aandacht ook meer sponsors genereert. Dat is wat het vrouwenpeloton nodig heeft om te kunnen groeien.”
Erwin JANSSEN manager Boels-Dolmans De toekomst voor het vrouwenwielrennen oogt mooi, nu steeds meer teams en sponsors de publicitaire waarde ervan hebben ontdekt.
Hoppers: “Er wordt inderdaad niet meer neergekeken op de vrouwen. Er bestaat diep respect
Je voelt dat respect voor de vrouwen ook steeds meer in de verloning en het prijzengeld. De winnares van La Course krijgt bijvoorbeeld 20.000 euro