Zaterdag mag ik sowieso al niet meer rijden in La Course
Momenteel zit ik in Italië, in de buurt van Turijn. Dat lijkt ver, maar eigenlijk zitten we dicht bij het strijdtoneel van gisteren en vandaag: de Galibier en de Izoard.
Ik kijk enorm uit naar La Course, ook al ben ik geen klimster. Wat vrouwenwielrennen betreft maken we een historisch moment mee, want het is de eerste keer dat La Course eens buiten de lijntjes kleurt met een tweedaagse koers. Donderdag doen we een rit van 60 kilometer naar de top van de Izoard. Vooral dat is spannend: een lange televisieuitzending tussen rijen van mensen die er eigenlijk al staan voor de mannenkoers. Op zich lijkt het vreemd dat ik met mijn beperkte klimcapaciteiten toch ben geselecteerd bij Lotto Soudal Ladies. Dat heeft alles te maken met een reeks geblesseerden en zieken in onze ploeg, waardoor we zelfs maar met vier meisjes starten. Zelf heb ik ook een blessure en een buikgriepje achter de rug, dus ook dat kruipt in het lichaam. Zaterdag is er dan een achtervolgingskoers, maar daar kan ik weinig begrip voor opbrengen. Enkel de rensters die aankomen binnen de 5 minuten van de winnares op de Izoard, mogen zaterdag meedoen. Ik voorspel je dat er dat niet veel gaan zijn. Ik geef mezelf 99% kans dat ik… zaterdag alweer thuis zit. Ik heb niet veel affiniteit met klimmen. De zwaarste col die ik tot nu toe heb gedaan is La Planche des Belles Filles. Behoorlijk pittig maar uiteraard een stuk korter dan de Izoard.
Ter voorbereiding van La Course ben ik wel een aantal keren gaan trainen in de Ardennen, maar ik vrees dat het onvoldoende gaat zijn.
Ik doe bij deze een oproep aan alle Limburgers en bij uitbreiding alle Belgen om mij - letterlijk een duwtje in de rug te geven op de col, want ik zal het kunnen gebruiken. Supporteren voor het rugnummer 62 in het rode shirt dus.