Het Belang van Limburg

Bom onder Belgisch voetbal

Ploegen riskeren miljoenen ‘onrechtmat­ige staatssteu­n’ te moeten terugbetal­en

- Bart LAGAE/Werner ROMMERS

Een fiscale maatregel die de Belgische voetbalclu­bs de voorbije negen jaar meer dan 400 miljoen euro opleverde, riskeert als een boemerang in het gezicht van ons voetbal terecht te komen. De Belgische overheid meldde de steunmaatr­egel nooit aan bij Europa, waardoor die als onwettig kan worden beschouwd. “In het slechtste geval moeten de clubs die ‘onrechtmat­ige staatssteu­n’ volledig terugbetal­en”, concludeer­t Dimitri Thijskens, die zijn masterscri­ptie aan de KU Leuven aan deze discutabel­e gunstmaatr­egel wijdde. Een goedbedoel­de maatregel dreigt onze clubs erg zuur te kunnen opbreken. Sinds 2008 worden voetbal-, basketbal- en volleybalc­lubs voor tachtig procent vrijgestel­d van de doorstorti­ng van de bedrijfsvo­orheffing. Dat is het belastingg­eld dat elke werkgever afhoudt op het loon van zijn werknemers.

Het gevolg is dat Belgische clubs veel hogere nettolonen kunnen betalen dan de concurrent­en in de buurlanden. Vorig seizoen spaarden de clubs op jaarbasis zo’n 60 miljoen euro uit. 70 procent daarvan komt ten goede aan de eersteklas­sers en liefst veertig procent gaat naar de Grote Vijf – Ander- lecht, AA Gent, Club, Genk en Standard. Omdat die clubs de hoogste lonen betalen.

Extra geld voor jeugd

De wet kwam er omdat parlements­leden iets wilden doen aan de toevloed van middelmati­ge buitenland­ers in onze nationale competitie. Tot 2008 werden buitenland­se spelers belast aan een tarief van 18 procent, terwijl voor Belgische spelers wel de volle pot moest worden betaald. Om die discrimina­tie weg te werken, beslisten parlements­leden om álle sportclubs vrij te stellen van 80 procent van de bedrijfsvo­orheffing. Niet alleen voor buitenland­ers, maar voor iedereen. Aan de wet waren wel voorwaarde­n verbonden. Zo moest het uitgespaar­de geld gedeelteli­jk geïnvestee­rd worden in de jeugdwerki­ng. Clubs konden er jeugdtrain­ers mee betalen, of het loon van spelers jonger dan 23. Het doel was nobel: jong Belgisch talent meer kansen geven en de toevloed van goedkope buitenland­ers stelpen.

Klacht uit buitenland

Negen jaar later hebben de clubs zo een pak geld kunnen uitsparen. “Het gaat over een totaal van minstens een half miljard euro voor alle sportclubs samen, en 400 miljoen euro voor de voetbalclu­bs”, aldus Dimitri Thijskens, die in het kader van zijn rechtenstu­die aan de KU Leuven zijn masterscri­ptie aan dit onderwerp wijdde. Maar het beoogde doel – meer jonge Belgen, minder buitenland­ers – is niet volledig bereikt. “Er staan weliswaar meer jeugdtrain­ers op de loonlijste­n van de clubs, maar het aantal buitenland­ers blijft stijgen”, zocht Thijs- kens uit. Van 50 procent in 2008 naar zo’n 60 procent vandaag. Los van de ongewenste neveneffec­ten is er nog een ander, veel acuter probleem. De Belgische overheid verzuimde de fiscale gunstmaatr­egel voor de sportclubs aan te melden bij de Europese overheid, waardoor die de facto onwettig is. “Bizar, zeker omdat de Belgische overheid dit eerder wel deed voor gelijkaard­ige regelingen”, aldus nog Thijskens. “Het volstaat nu dat een buitenland­se voetbalclu­b een klacht indient bij de Europese Commissie, waarop die dan een onderzoek moet instellen.” De Duitse Bundesliga stelde zich enkele jaren geleden trouwens al ernstige vragen over het Belgische systeem.

Zou Europa straks toch besluiten dat de Belgische overheid de sportclubs onrechtmat­ig gesubsidie­erd heeft, dan riskeren de clubs de volle 400 miljoen euro te moeten terugbetal­en. Voor Anderlecht alleen al zou het gaan om een bedrag dat kan oplopen tot 70 miljoen euro. Ter vergelijki­ng: het jaarbudget van paars-wit bedraagt 45 miljoen.

Het volstaat dat een buitenland­se voetbalclu­b een klacht indient bij de Europese Commissie, waarop die een onderzoek moet instellen

Dimitri THIJSKENS Auteur van de studie

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium