De snelste man op aarde
Usain Bolt, de beste en best verdienende atleet aller tijden
Hij is de snelste mens op aarde. Hij is de grootste sprinter die de atletiek ooit gekend heeft. 38,5 miljoen euro per jaar verdient hij door spurtjes van 100 of 200 meter te trekken. Als u hem nog één keer aan het werk wil zien, moet u als de bliksem naar Londen, want daar vindt volgende week het WK plaats. Na afloop bolt Usain Bolt (30) het af. Voorgoed. De beste sprinters ter wereld worden geboren in Jamaica. Boeken zijn volgeschreven om uit te leggen waarom zoveel hazewinden afkomstige zijn van een eiland met nog geen 3 miljoen inwoners. Allereerst is er een genetische verklaring: alleen gezonde Afrikanen werden als slaven naar Amerika gevaren en alleen de sterksten overleefden de tocht. Natuurlijke selectie, zeg maar. Daarnaast is ook het klimaat op het Caribische eiland ideaal voor sprinters, net als de diepgewortelde atletiekcultuur en het unieke scholensysteem, waarin elke leerling leert lopen, willen of niet.
Rimboe als speelterrein
De beste van al die Jamaicaanse spurtbommen is Usain Bolt. Alle verklaringen voor de dominantie van de reaggae-sprinters komen samen in zijn persoon. Genetisch klopt het plaatje, want Usain heeft het van geen vreemden: vader Wellesley en moeder Jennifer liepen de 200 en 400 meter. Usain St. Leo Bolt groeide op in Coxheath, een gehucht van Sherwood Content, Trelawny. Nu ligt er stromend water, maar dat kwam er pas met de centen van Bolt na zijn eerste olympische titel in Peking 2008. Tot dan moest je voor water te voet afdalen naar de bron, beneden in de straat.
Vader Wellesley: “Waar denk je dat Usains spieren vandaan komen? Een fitnesszaal vind je hier niet. Als kind moest Usain elke dag 48 emmers water gaan halen. Na verloop van tijd pakte hij ze per twee, zodat hij maar 24 keer moest lopen. Die natuurlijke training heeft hem sterk gemaakt.” De ondoordringbare brousse in het Jamaicaanse binnenland is de ideale voedingsbodem voor een sprinter. De streek mag dan wel arm zijn, honger is er niet. Het fruit aan de bomen is het beste dieet voor een topsporter.
“De rimboe van Jamaica is een paradijs voor
sprinters”, vertelt Bolt zelf. “In mijn jeugd waren er geen computers. We speelden buiten tikkertje. We renden door het bos, sprongen op blote voeten over de struiken. Als mijn vader me beval om thuis te blijven, ging ik stiekem toch de bossen in om kattenkwaad uit te halen. Zodra ik Brownie hoorde blaffen, wist ik dat papa thuiskwam en moest ik rennen om tijdig thuis te zijn. Die hond was mijn eerste coach.”
Ook de loopcultuur van Jamaica heeft Bolt gemaakt tot de grootste naam uit de atletiekgeschiedenis. De kleine Usain werd op de lagere school ontdekt door pastoor Devere Nugent. Eigenlijk was zijn schoolrapport niet goed genoeg voor William Knibb Memorial High School, de prestigieuze middelbare school in Falmouth, maar hij werd er toegelaten op basis van zijn sportprestaties. Alle topscholen hebben topcoaches, en via de scholencompetities kwam Bolt in de nationale selecties terecht. De rest is geschiedenis. Hoewel hij technisch ver van perfect liep, brak Bolt door op de 200m, van nature zijn beste nummer. Voor de 100m is hij eigenlijk iets te groot, waardoor hij te langzaam overeind komt en meestal terrein moet goedmaken in de laatste decameters. Maar op zijn hoogtepunt was hij zó goed, dat hij kon uitbollen naar een gouden medaille.
De triple treble
Een bloemlezing van zijn palmares zegt alles. Bolt realiseerde de triple treble: drie gouden medailles (100m, 200m en 4x100m) op drie opeenvolgende Olympische Spelen (Peking 2008, Londen 2012 en Rio 2016). Zijn estafettemedaille van Peking moest hij begin dit jaar wel inleveren na een positieve hercontrole van het urinestaal van teammaat Nesta Carter. Zelf is Bolt nooit in opspraak gekomen in dopingdossiers. Naast het olympische eremetaal won hij elf wereldtitels. Zijn 9.58 en 19.19 uit het WK in Berlijn in 2009 zijn nog steeds wereldrecords.
Maar hoe indrukwekkend zijn medaille-oogst ook is, Usain Bolt is nog groter dan zijn pure prestaties. Waar hij binnenkomt, vult hij de kamer. In volle stadions wordt hij een entertainer, die voor en na zijn sprintjes een grootste show opvoert. Zijn bliksemschicht is daarbij zijn handelsmerk. Het Engels voor bliksem is lightning bolt, en dat werd ook zijn bijnaam. Vandaar die pose.
Zijn laatste kunstje
Buiten competitie wil Bolt de bloemetjes al eens buitenzetten in het nachtleven. Dan ziet hij de zon vaak opkomen, ya man. Het kattenkwaad uit zijn kindertijd is nooit helemaal verdwenen. Hij houdt van dansen en dancings, omringt zich steevast door rondborstig vrouwelijk schoon en houdt van snelle auto’s. Er is vaak gezegd en geschreven dat hij op het verkeerde pad liep, maar op het moment van de waarheid stond Bolt er altijd weer. “Als ze klein zijn, kan je ze in de hand houden. Maar op latere leeftijd nemen ze hun eigen beslissingen. Blijkbaar werkt deze levensstijl voor hem”, stelt vader Wellesley vast.
Over tien dagen probeert Bolt nog één keer zijn kunstjes te tonen, op het WK in Londen. De voorbereiding werd verstoord door de dood van zijn vriend, hoogspringer Germaine Mason, die met een motorfiets verongelukte in Kingston. Bolt liet de trainingen drie weken schieten. Bij zijn afscheid van zijn thuispubliek in Kingston won hij een demonstratierace in 10.03. Vorige week in Monaco dook hij voor het eerst dit jaar onder de 10 seconden. In Londen zal meer nodig zijn.
Wat Bolt na zijn afscheid zal doen, blijft onduidelijk. Ooit zei hij dat hij dan voor Manchester United wou voetballen. “Dat zou een droom zijn.”
Maar of dat nu lukt of niet, Bob Marley zal nooit meer alleen het gezicht van Jamaica zijn.