“De titel mág, maar moét niet”
KRC Genk-voorzitter Croonen wil zeker in top drie eindigen
Zaterdagavond is het zover. Voor KRC Genk, voor Peter Croonen. De 47-jarige Genkenaar start tegen Waasland-Beveren aan zijn allereerste seizoen als preses bij KRC. Het vertrouwen is groot, de ambitie nog groter. “Wij leggen ons de druk op om ambitieus te zijn, maar niet om de titel te pakken. Anderlecht, AA Gent en Club Brugge moéten kampioen worden, wij mógen kampioen worden”, vertelde Peter Croonen ons tijdens het persdiner in restaurant De Kristalijn.
Goedenavond, voorzitter.
Croonen: “Goedenavond.”
Bent u het al gewoon om aangesproken te worden als ‘voorzitter’?
“(grijnst) Ach, eigenlijk heb ik veel liever dat mensen gewoon Peter zeggen, dat is toch persoonlijker.”
En bent u al gewoon geworden aan de functie?
“Het was niet gepland dat ik voorzitter zou worden, ik ben er voor gevraagd en ik voel me er klaar voor. Of de resultaten zullen volgen, zal echter niet alleen van mij afhangen.”
Kriebelt het nu nog iets feller, nu u het seizoen start als voorzitter?
“De intensiteit van betrokkenheid is anders, maar de kriebels zijn dezelfde. Ik ben zelden nerveus voor een wedstrijd, ons werk is achter de rug als de spelers het terrein oplopen. Wel leef ik tijdens de match fel mee, dat was voorheen ook al zo.”
Het is al vaker gezegd: KRC Genk wil dit seizoen in de top drie eindigen.
“KRC Genk moet de ambitie hebben om elk jaar play-off 1 te spelen en mee te doen voor een Europees ticket. Maar we kunnen op dit moment nog niet ambieren om élk seizoen al in de top drie te eindigen. Het recente verleden heeft bewezen dat dit niet zo eenvoudig is, maar hopelijk slagen we er ooit wel in. Dit seizoen spreken we die ambitie alvast uit, top drie moet mogelijk zijn, ondanks de sterke tegenstand. Vele clubs hebben zich verstrekt, wij echter ook. Nooit eerder gaven we zoveel uit aan transfers, we spendeerden in de geschiedenis van de club nooit meer euro’s. We hebben ook de duurste transfer ooit verricht (naar verluidt circa vijf miljoen euro voor Ingvartsen, nvdr), maar dat is geen garantie op succes. Het toont wel aan dat we ambitieus zijn. Want bovendien zijn we erin geslaagd om de kern zo goed als samen te houden. Een veelvoud van het bedrag dat we besteed hebben aan inkomende transfers hebben we geweigerd aan uitgaande transfers. We doen dus een heuse investering.”
Wordt het toch nog bibberen in de maand augustus, de vrees voor een bod dat niet te weigeren valt?
“Bibberen helpt niet, dus dat doen we ook niet.”
Wordt Genk steeds meer de topclub die ze wil zijn?
“Wat is een topclub? Dat label kan je niet op je eigen club plakken, de buitenwereld moet dat doen. Ik draai nu acht jaar mee, er is veel vooruitgang geboekt in de werking van de club. Op dat vlak horen we echt wel bij de besten van de klas. Chapeau voor het management, de technische staf en de jeugdopleiding. Op heel veel vlakken horen we dus bij die top, op vlak van trofeeën moeten we bescheiden blijven. Ons palmares is best goed, maar er is nog plaats in de trofeeënkast.”
Bij die uitgesproken ambitie hoort ook de nodige druk.
“Dat klopt, maar druk is iets wat je jezelf oplegt. En wij leggen ons de druk op om ambitieus te zijn, maar niet om de titel te pakken. Anderlecht, AA Gent en Club Brugge moéten kampioen worden, wij mógen kampioen worden. Dat is een groot verschil.”
Laatste vraagje: zal de voorzitter zaterdag voor de competitiestart een speech geven in de kleedkamer?
“De voorzitter zal dit seizoen alleen een speech geven als de trainer zou vragen om een speech te geven. Ik ga er niet van uit dat dit zal gebeuren (lacht).”