Panfluiten, ABBA en uitschuivers
Arcade Fire slaat koppig eigen weg in op ‘Everything Now’
Grootse statements, bakken ABBA en alle genres van de regenboog: met ‘Everything Now’ betonneert Arcade Fire verder haar status als grootste indieband van het moment. Eentje die al swingend onze maatschappij onder vuur neemt én muzikaal de risico’s niet schuwt. Maar een grand cru kan je de vijfde langspeler van de Canadezen niet noemen. Voor wie er nog mocht aan twijfelen: Arcade Fire, het collectief uit het Canadese Montreal rond koppel Win Butler en Régine Chassagne, is de grootste indieband van de jaren 2000. Debuut ‘Funeral’ uit 2004 was een onverhoopte muzikale triomf, misschien wel het beste alternatieve album van de jaren 2000. Derde langspeler ‘The Suburbs’ (2010) - een melancholische ode aan het leven in de Amerikaanse buitenwijken - won tegen alle verwachtingen in de Grammy voor beste plaat van het jaar. Zalen werden arena’s en plaatsjes bovenaan de festivalaffiche, zoals vorige maand op Rock Werchter.
Fake news
De manier waarop Arcade Fire met die status én de bijbehorende kritiek (zeker na de matige uitstap richting dansvloer op voorganger ‘Reflektor’) omgaat, blijkt net zo contrair als hun kleurrijke muziek. De Canadezen zetten voor de release van deze plaat een immense marketingcampagne op poten waarin ze het internet overspoelden met eindeloos fake news over zichzelf. ‘Medewerkers’ van de band klaagden op valse nieuwssites over hun erbarmelijke werkomstandigheden, terwijl de single ‘Everything Now’ na een mysterieuze livestream op Facebook vanuit de Amerikaanse woestijn in Death Valley de wereld ingestraald werd. Een wat doorzichtige aanklacht over clickbait en opgedrongen consumptiegedrag die onze schermen overspoelt. De bandleden penden ook een premature ‘recensie’ over hun eigen plaat, waarin ze zichzelf op de hak nemen (en zich zo handig indekten tegen al te zurige recensenten die de band als pispaal willen gebruiken).“Het is waarschijnlijk dat we deze plaat ongunstig zullen vergelijken met ‘Funeral’ en ‘The Suburbs’, terwijl we het een bescheiden comeback na ‘Reflektor’ zullen noemen”, droop het sarcasme eraf.
Terminaal vrolijk
Soit, vriendelijk dat het zestal ons werk al voor ons wil doen, maar zo negatief hoeft het nu ook weer niet. Het is tenslotte moeilijk om bij de terminaal vrolijke panfluitdisco van opener ‘Everything Now’ - de onstuitbare oorwurm die al maanden de radiogolven gijzelt - nog zurig te doen.
Daarbij mogen de verwijzingen naar ABBA uit de platenkast getrokken worden: net als de Zweedse grootmeesters van de pop weet Win Butler zwartgalligheid en dieptrieste teksten al swingend uit te schreeuwen vanop de dansvloer. Dan toont de band zich op zijn best: als er eens niet geklaagd wordt over sociale media - niemand die nog achterovervalt van de onthulling dat de meeste glimlachen op Instagram fake zijn - maar inzoomt op de kleine wanhoop in het alledaagse leven. Zoals in het pakkende ‘Creature Comfort’, waarin zelfmoord bij tieners aangesneden wordt.
Zuchten tot zondag
Heerlijk trouwens hoe de band er steevast in slaagt alle mogelijke genres de dansvloer op te weten sleuren. Zoals in datzelfde ‘Creature Comfort’ bijvoorbeeld, waarin pompende techno plots opbloeit tot weidse Pop met de grote P. Net daar, in het bijeen smijten van zo veel mogelijk uiteenlopende stijlen, vergaloppeert Arcade Fire zich enkele keren. Tweede single ‘Signs Of Life’ begint als een heerlijk hoekig duet tussen Talking Heads en Daft Punk. Wanneer Win Butler echter halverwege al half rappend de dagen van de week opsomt, is het zuchten tot zondag. ‘Chemistry’ klinkt dan weer alsof Willie Nelson na de groene sigaret te veel in Jamaica is aangespoeld en daar halverwege het refrein op Toto stoot. Leuk op papier, maar er zit chemie noch smaak in deze muzikale hutsepot. Maar kijk: met ‘We Don’t Deserve Love’ staat er ook gewoon een vintage Arcade Fire-nummer op, dat in de traditie van de beste stadionrockbands erin slaagt om bakken intimiteit in het Grootse Gebaar te proppen. Conclusie? Met ‘Everything Now’ blijft de band koppig koers zetten richting dansvloer, zelfs als ze daarbij enkele uitschuivers maakt. Niet perfect, maar interessant én poppy genoeg om fans én leken te bekoren. Of zoals Butler en co in hun eigen ‘recensie’ besloten: “Uiteindelijk zullen we schoorvoetend moeten toegeven dat Arcade Fire nog een tijdje zal blijven”. Zo hebben ze toch een beetje ons werk gedaan.
X‘Everything Now’ is nu verkrijgbaar.